Een gedicht van Albrecht Rodenbach 1856-1880
IN VLAANDEREN.
Waar was men vrij toen alles boog? In Vlaanderen! Waar leefde 't volk ‘dat niet en boog?’ In Vlaanderen! Waar was men vrij toen alles boog? Waar leefde 't volk ‘dat niet en loog?’ In Vlaanderen, ons Vaderland.
Waar leefde 't vrije kerelsdiet? Waar klonk des klauwaarts zegelied?
Waar leeft een volk nu zonder taal? Waar leeft een volk van apen kaal?
Waar woont verbastering en smaad? Waar 't volk dat zich vertrappelen laat?
Waar is het dat de Vlaming zwicht? Waar spuigt men in zijn aangezicht?
Waar zucht een volk zijn zwanenlied? Waar sterft een groot en edel diet?
Febr. 1876.
Gedichten (1909)
|