Een gedicht van Dop Bles 1883-1940
Où peut-on être mieux?
De regen weent en zijn vingers tikken, tikken tegen de ruiten; tik-tom, tik-tom, de regenvingers tikken, tikken tegen de ruiten: waarom, waarom?
Laat mij alleen, alleen wil ik wezen om nimmer mij te uiten; tik-tom, tik-tom, de regenvingers tikken, tikken tegen de ruiten; waarom, waarom?
Dees woon is mij en mij zal zij blijven (wat wil men van mij buiten?) tik-tom, tik-tom de regenvingers tikken, tikken tegen de ruiten: waarom, waarom?
Vreugde en smart om wat nimmer kome en 't leven zal zich sluiten; tik-tom, tik-tom, de regenvingers tikken, tikken tegen de ruiten: waarom, waarom?
De regen weent weent op vrouwenhanden, handen achter de ruiten; tik-tom, tik-tom, de regenvingers tikken, tikken mij naar buiten: tik, tik, tik, tom.... waarom? -
Parijsche Verzen (KInderliedjes) (1923)
|