Een gedicht van J.P. Heije 1809-1876
SPAARBANK: VRIJ WIJN.
Waar men Gode een tempel wrocht, Sticht, (het is een vond der helle!) Sticht de duivel een kapelle, Of hij zieltjes vangen mocht: Hier een Spaarbank... daar, Vrij Wijn! Mannen! zeg: waar moet ge zijn?
Dáar is 't alles pret vandaag, Hier is 't vreugd van daag en morgen; — Hier heeft vrouw noch kind zorgen, Dáar krijgt vrouw en kinderen slaag! Hier een Spaarbank... dáar, Vrij Wijn! Vrouwtjes! waar zou 't beste zijn?
Zeven centen borrelgeld, Als gij 't dagelijks wilt sparen, Maakt, in vijf en twintig jaren, Duizend Gulden: wel geteld! Hier een Spaarbank... daar, vrij Wijn! Mensen! zeg: waar moet ge zijn?
Al de volksdichten (1865)
|