Een gedicht van J.J.A. Gouverneuer 1809-1898
Het sterkste
Sterk is-wie zal het tegenspreken? De Steen; doch ’t IJzer kan hem breken.
Sterk is het Ijzer; maar het zwicht Toch voor de laaie Vuurgloed licht.
Sterk is het Vuur; doch ’t moet bezwijken En voor de kracht des Waters wijken.
Sterk is het Water; maar, hoe sterk, De Wolken trekken ’t op in ’t zwerk.
Sterk zijn de Wolken; doch de vlagen Des Stormwinds kunnen haar verjagen.
Sterk is de Storm; maar hoe hij woed’, De Man spot met zijn overmoed.
Sterk is de Man; die wonderwerker; Maar toch is vaak de Wijn nog sterker.
Sterk is de Wijn; maar, hoe vol kracht, De Slaap verwint hem door zijn macht.
Dus moogt ge op Sterkte u niet verheffen; Iets anders kan u overtreffen.
|