|
Een gedicht van Willem de Merode 1887-1939
De luiken
Om hitte en onrust uit te sluiten, Doen wij de zware luiken dicht. Nu dringt uit het rumoerig buiten Alleen de klaarheid van het licht,
Want zie, de harten zijn nog open, En zon komt helder ingezeefd En toont, van blanke glans omdropen, Al wat er binnen staat en leeft.
Heer, doe de luiken van ons wezen Voor werelds ijdelheden dicht. En maak ons hart door Uwe vreze Zo vol van helder zonnelicht.
De steile tocht (1924-1928)
|