Een gedicht van Albert Verwey 1856-1936
Granada: droomstad
De straten van Granada waar in 't donker Gitaren gonzen en van 't lang gefluister Van minnaars aan de traliën de duister Nacht warm wordt, - gaan met graden naar 't geflonker Van 't sterrenbeeld. En op de top wat wonk er Rode lantaarn van het Alhambra? ruiste er Wening uit rode muren? of wel, huisde er Morenkoning nog eens en wat zo klonk er, Was 't het gespeel van alle zijn fonteinen - Droppengeklater in de zilvren zalen - Vrouwengepraat van die in kanten sjalen Gehulde en parelen? - De starren straalden Klaarder dan ooit, ook kalmer, toen ik daalde Naar de stad leeg en de verlaten pleinen.
|