Een gedicht van Karal van de Woestijne 1878-1929
Thans is het uur dat schaduwen neigen
Thans is het uur dat schaduwen neigen, En de avond, als een teder lied, Om huize’ en zielen zacht komt zijgen, En moede durend, stil vervliet In de open schoot van ’t schemer-zwijgen…
Thans is in al de zielen vreê, En dank-gebed in al de huizen; En zelfs wie wránge dagen leê Voelt in zijn wezen kalmte suizen Als een slaap-zware zomer-zee…
- o Pijn van hér-doorleefde pijnen… Alleen voor óns is vrede niet, O mijn vér kind, in ’t trage deinen Van ’t kallem-durend avond-lied Over de dankende avondpleinen.
Het vader-huis (1903)
|