Een gedicht van Hein Boeken 1861-1933
Voor mijn 63ste verjaardag - 2 dec. 1924
Geen klacht om 't vlieden van de snelle jaren Noch zelfs om 't naderen van de zwarte dood. Zo min als, stralend goud door gouden blaêren, De zon treurt, daar zij zinkt in 't gloeiend rood.
Slechts Éne weet, daar andren op mij staren, Meelijdend, met mijn eenzaamheid en nood, Slechts Éne weet wat heuchnis ik mocht garen, Wat gouden oogst dit gouden jaar mij bood.
't Verga me als hem, die op de zwarte zee De ganse nacht gekampt heeft met de golven, Dan wetend 't eindlijk naderen van 't land,
Bij 't eerste licht, dat over zee-vlak gleê De schuimpracht ziet, waaronder hij bedolven Dra vredig aanspoelt aan 't gewenste strand.
|