Een gedicht van P.C. Boutens 1870-1943
In de mist
De zon wordt onverbeeldbaar schoon Boven de mist die houdt omhangen Der wereld windestille woon In dit vertederd dagenlang verlangen.
Weer blankt de boskamp, een besloten zaal, Een witte kamer die de bruid verwacht, In smetteloze glanzeloze praal Op uit de zwarte nacht.
't Berijpte hout van alle kanten In gaasgeplooiden wand verscholen Reikt diepe tuilen van chrysanthen, Asters en gladiolen.
Daar daalt langs wolkentreê uit hoge toren Van naakte voetjes luideloze tred: Leden omsluierd overgloren Het sneeuwen statiebed.
Vergeten liedjes(1909)
|