Een gedicht van Gerrit Achterberg
Bloemen
Bloemen, waarin wij bloeien zonder bodem, zijn onze leden in elkaar gevouwen en ons gelaat is niet meer te benoemen. Wij worden koning in elkanders bloed. Gronden, in schemering gehouden, met wind en eenzaamheid gevoed, vlijen zich open, horizonnen wijken en worden afgesponnen, er is geen landschap meer behoed voor deze enige getrouwe die overal zijn intocht doet.
----------------------------- uit: Eiland der ziel (1939)
|