Een gedicht geschreven door Prosper van Langendonck 1862-1920 een voor mij onbekende oude dichter maar het gedicht sprak mij aan en laat het hier voor u staan...een hoorn doet denken aan iets wat lang is...misschien klinkt het nog lang na!
De jachthoorn
Hoort gij de jagershoren, die galm op weergalm helmen doet, door kalme avond boren in ver en langgerekt getoet? Wat kan de ziel bekoren als 't lied, zo treurig en zó zoet, dat uit die jagershoren daar toet in 't langgerekt getoet?
O vlakke Demerboorden, o weide, in warmen doom verbreid, waar al mijn dromen gloorden van liefde en levenszaligheid! 'k Zie gans die jeugd herboren, met d'onvoldane dromenstoet, wanneer de jagershoren daar toet in 't langgerekt getoet.
Nu speelt de jagershoren het stille en innig minnelied; nog enkle tonen smoren in diepgedragen zielsverdriet. Welle eens, in volle vrede, en trille in 't snarenrijk gemoed, als zangerige avondbede dat eindloos goed en zoet getoet.
|