Een gedicht van Victor a. Dela Montagne 1854-1915
'k Heb zoete liefde verdreven
‘k Heb zoete liefde verdreven uit het ontloverd nest; en als een slot omgeven mijn hart met wal en vest.
De burchtpoort is gesloten, de hangbrug is gelicht; ‘t geheel is overgoten met mystisch treurig licht.
Of in de voegen schijnen te bloeien bloemetjes blauw, zij zullen, zij moeten verkwijnen: zij derven zonglans en dauw.
Nog zingt in dorrende twijgen een eenzame nachtegaal, Dra zal, - daar de echo's zwijgen - verstommen zijn weemoedstaal.
Wel is het stil daar binnen maar ‘t is er rustig en goed; en nimmermeer blaast op de tinnen de wachter, met dartele zinnen, een reiziger de welkomstgroet.
|