Een gedicht van Daniel Jongtijs 1600-1654
Ondoorgrondelijke gronden
Ondoorgrondelijke gronden! 'k Ga niet veilig, zonder nood; 'k Ben niet vrolijk, zonder wonden; 'k Kan niet leven, zonder dood.
't Zijn twee ogen die mij geven Dood en dodelijke wond: En dat doden doet mij leven; En dat wonden maakt gezond.
Hierom, opdat ik zou mogen Hoeden mij voor doods gevaar, Zoek ik stadig naar deze ogen, Om gewond te zijn van haar.
Zoete wonden, zonder sterven! Lieflijk sterven, zonder dood! Aardig stelen, zonder derven! Wonder derven, zonder nood!!
|