Een gedicht van Ida Gerhardt
HET VOLMAAKTE
Ik gaf mijn kind een zilveren bal. Het werd zijn één, het werd zijn al; en hij die steeds met ieder deelt, hij schreit als iemand er mee speelt.
Ik sprak tot hem met zacht vermaan; hij zag mij lang verwonderd aan en liet toen stil zijn tranen gaan.
Ik gaf mijn kind een zilveren bal: bracht ik zijn onschuld nu ten val? Of ben ik blind? – Het goddelijk kind hield in zijn handjes het heelal.
(uit 'De zomen van het licht' 1983)
twee opmerkingen: 1. zilveren bal = verzilverde luchtballon, veel groter dan gewone, zeer populair in de jaren ’20 (nu weer terug in allerlei vormen en bonte kleuren) 2. In de schilder- en beeldhouwkunst wordt het kindeke Jezus wel afgebeeld op de schoot van zijn moeder met de wereldbol in zijn handen. Primitief noemen wij dat vaak, maar dat is het natuurlijk niet. Het is enkel hoogst symbolisch. Het zegt duidelijk dat daar niet zomaar het zoveelste kindje geboren is, maar dat het lot van de wereld zal blijken met het leven van dit kind verbonden te zijn.
|