Een gedicht van M.A de Wijs -Mouton 1873-1935
De kus
De kus waart door het huis Het is er niet pluis Papa die kust Mama Mama die kust haar vriendje Het vriendje dat kust Dientje Als zij hem opendoet Hij repeteren moet
En Dientje kust weer de koetsier En die kust weer de kamenier En die kust weer de huisknecht Die 't niet de tweede meid zegt Die laat hem niet met ruste Omdat hij haar eerst kuste Dan kust ook voor 'n pleziertje De freule 't palfreniertje De jonker met te veel gevoel Kust onversaagd de hele boel O ja, die 'k nog vergeten had Is Grootmama. Die kust de kat
De kus waart door het land Ten alle kant Een kussen gaat alom Een dart'len en een strelen In tint'lend liefde-spelen Kust zonneschijn het land De golven 't blonde strand
Het windje kust de bomenkruin Het helm buigt strelend over 't duin En door de bloemenweien Gaan kussend tal van bijen En 't zacht insektenzoemen Gaat kussend langs de bloemen Een mensenkus, o jeetje Is 'n schamel, mal ideetje In Genesis zo duur betaald Nu schroom'lijk naar benee gehaald Als Adam kon, dan gaf hij vlug Voor 't Paradijs zijn kus terug
|