Een gedicht van Frans Bastiaanse 1868-1947
Sonnet
De wereld is dezelfde; overal De blauwe hemel en de grauwe steden, Drijvende wolken en, daar vér beneden De velden en de mensen; morgen zal Deze aarde mij niet anders zijn dan heden En dan zij gisteren was; en zonder tal, Trekken bij zonneschijn, bij regenval De dagen verder, als zij altijd deden. Alleen, lief, waar wij vluchtige uren leven Te zaam in immer wisselende vreugd En zo grondloos verzonken in elkanders Geluk, of de uren eeuwig bij ons bleven Met prille glans van nooit vergane jeugd, Is álles eender en is álles anders.
|