Een gedicht van Edward Koster 1861-1937
NATURA CONSOLATRIX.
Hier rust ik ver van 't woelig mensenras In macht'ge zuilengangen van het woud, Met dak van wiss'lend groen, doorwrocht met goud, Hier op het mollig, mosrijk lentegras.
Hier is geen mensgeknoei, geen misgewas Van zwetsers, op gelogen kennis stout, Geen huich'laars, die der waarheid zuiver goud Besmetten voor wat hùn tot voordeel was.
Hier rust ik uit; hier ben ik gans alleen. Niets hoor ik dan der vogelen gezang En 't windgefluister in de hoge bomen.
Geen stemmen meer van mensen om mij heen, Geen strijd om 's levens goed, geen wild gedrang, Maar lentelust en liefelijke dromen.
|