Een gedicht van J.J.L. ten Kate 1819-1889
Maart
Maart, Maart, Roer vrij je staart: Nog maar een poos kan je ons kwellen en plagen; Dra zijn je vlagen Weg met het vuur, dat je houdt aan de haard, Lastige Maart!
Maart, Maart, Roer vrij je staart: 'k Zie reeds April, die je volgt in je stappen, En komt verklappen, Dat men u moe wordt in velden en gaard, Lelijke Maart!
Maart, Maart, Roer vrij je staart: Meimaand wordt slechts door je spoken te zoeter, En ze vergoedt er Wat je ons onthoudt en terughoudt in de aard, Gierige Maart!
Maart, Maart, Toch ben je ons waard: Omdat je zwijgend een wenk in het leven Aan ons wilt geven, Wenk, die het kinderhart dankbaar bewaart, Buiïge Maart!
Maart, Maart, Roer vrij je staart: Want je leert ons: na het kwaad komt het goede; 't Zeegnen nooit moede, Schept God de vreugd uit het lijden der aard, Leerzame Maart!
Uit de bundel: Het nachtegaaltje (1851)
|