Een hartenkreet van An Terlouw
Het blikje en de tegel.
Wat weemoedig blikt ze achterom, dat deed ze beter niet, want dat blikje achterom, was ’t laatste voor ze zich ter aarde stiet.
Een tegel los, een schoen die haakte, dat blikje achterom, was wel zo vreeslijk dom, nu ligt ze met gebroken botten, omhoog te kijken in haar hoge bed en achterom kijken, dat doet ze voorlopig niet, al was ’t enkel en alleen maar net: omdat hoogmoed voor de val komt en weemoed daar niet aan mee doet!
|