Een gedicht van Marie Boddaert 1844-1914
Gestorven
Eerste wake.
Laat mij alleen, Verstoor de stilte niet; Ik kan uw woorden, Kan uw troost niet horen! Als holle klanken kloppen zij me in de oren; Als klanken tergend luid. - 'k Wil met mijn groot verdriet. Dat niemand kan verstaan als ik, alleen zijn... 'k Heb Zó veel verloren!
Niemand die weet Wat zij mij is geweest. Midden in smarten, In haar nacht van pijnen, In doodnachture liet zij voor mij schijnen Haar liefde en haar berusting, wat mij 't meest Kon steunen als zij ging - waar ik niet gaan mocht! - meest Lichtend nàschijnen.
'k Wil enkel haar! Gun mij toch deze stond Van gans alleen zijn, Gans met hàar te zamen! Harddruisend gaat het leven langs mijn ramen; Hier is de lucht van haar, van woorden uit haar mond, Van zonnelichtjes uit haar ogen vol.... Ik wil Ze alle verzâmen!
Uit de bundel: De Gids, jaargang 1893
|