Psalm 22 geschreven op de wijze van Marnix van sint Aldegonde. Een lijdenspsalm in de Kersttijd...
Psalm 22
Mijn God, mijn God, waarom verlaatstu mij? Waaromme gaat mijn huilen dus voorbij, Ver van dijn hulp en troost, als ik voor dij Doe mijne klachten? De hele dag roep ik uit ganse krachten, En du, mijn God, en wilst daarop niet achten; Ik hou niet op van schreien alle nachten, En zwijge niet.
Daar du nochthans door 's werelds gans gebied De heilge bist: Ja 't eeuwig lof en lied Van Israël in alle zijn verdriet Blijfstu genadig. Dies hebben ook op dijne macht grootdadig Ons ouders vrij vertrouwd; en du genadig Hebs', Heer, verlost, uit alle lasten smadig, In hare nood.
Als haar geschrei rees tot in dijnen schoot, Du stondst hen bij, in alle wederstoot: Zij hoopten vast, en werden niet schaamrood In hun gebeden. Maar ik ben slechts een aardworm hier beneden, En gene man: van ieder man vertreden, Zo dat het volk met mij, in alle reden, De spot vast houdt.
|