Een gedicht van P.N. van Eyck 1887-1954
O, dood geheime nachtegaal
O dood, geheime nachtegaal Die in de donkre hagen zingt Uw nooit ontraadselbaar verhaal Dat tot in ‘t diepst der harten dringt,
En lokt ons beiderzijds van ‘t pad Over het dompe dove mos Voort van de wemellichte stad Naar ‘t ver en stil en duister bos, —
Ik volg u, dood, zing gij mij voor, Ik zal niet talmen aan de zoom, Dat ik de laatste sterrengloor Ontvinge voor mijn laatste droom.
Wat is herinnering van licht? Ik ben tot duisternis bereid. Onhoorbaar sluit de nacht zich dicht... Mijn ziel wordt vol van eeuwigheid.
|