Een gedicht van René de Clercq 1877-1932
Als heemlen blauw en heuvlen groen
Als heemlen blauw en heuvlen groen en de aarde spruit uit pracht van bomen, dan voel ik met zijn wilde zoen de sterke zomer komen.
Dan staat mijn liefste voor de heg, hoort blijde slag en tierelieren, en al wat winters gooit ze weg in lucht van eglantieren.
Om scherpe torens waait de wind, vol hoog verlangen, wonder hopen. Schouw op, mijn heerlijk zomerkind: de grote zon bloeit open.
Meidoorn (1925)
|