Een gedicht van Johan Danser 1893-1920
MELISSA
Dat nu dit ene zacht-herlezen woord Zo diep mijn zwijgend mijmren kon ontroeren En tot die traag-vervaagde erinnring voeren Als had mijn luisteren haar naam gehoord.
Dat was geluk: door angst noch lust gestoord Schreden wij over winters sneeuwen vloeren En spraken samen in een zoet vervoeren Van wat ons in dit leven had bekoord.
Het was maar kort en 't lijkt een vreemde droom Waarin zij tot mij kwam en tot mijn peinzen Gelijk een bij naar hoven vol aroom.
En sinds: ik vond niet wat ik zo behoef, En zo mijn woorden luid soms blijheid veinzen, Mijn ziel is stil en vol verlangst en droef.
|