Een gedicht Jacobus van Looy 1855-1930
Zwaard-lelies
In de oude, bekende vertrekken Zij pronken en stralen en strekken Hun vuur-prachtig rood;
Zij staan voor de ramen te gloeden Als van kardinalen de hoeden, Van machtigen, groot;
En staan in de hoeken te vlammen Als pluimen in hellem-kammen En vanen in oorlogs-nood;
En schaatren diep en schreeuwen De kreet stil die ging door de eeuwen Om Vrijheid en brood;
En sieren door hunne verschijning Heel 't huis met die donkere schrijning Van de wieg tot de dood .
Gedichten (1932)
Illustratie: Zwaardlelies of gladiolen
|