Een gedicht van Jacob Winkler Prins 1817-1908
Wenken
Witte wolkjes met doorgloeide randen, boven zee, wenken als een zacht paar blanke handen Kom toch mee!
Blauwe plekken, in de blaadrenbogen van 't prieƫl, wenken als een zacht paar vriendlijke oogen Min haar veel!
Reuzenletters, in de kristallijnen schaatsenbaan, wenken als een beeldspraak door haar lijnen: Wil toch gaan!
IJzelpluimen, die aan takken klemmen, stijf van kou, fluistren als een zacht paar feeƫnstemmen Blijf haar trouw!
|