Een gedicht van Karel van de Woestijne 1878-1929
Regen, regen in de tuin
Regen, regen in de tuin, - o gestild begeren, - zonne-bloemen, schoon en schuin, die hun loom-gekroonde kruin naar geen zon en keren;
nieuwe blanke glanzen aan zware en matte vruchten; - vroom herleven van mijn waan door een zacht-gerezen traan, door mijn zoete zuchten;
- heel het huis is warm en toe; buiten ruist de regen;... - vrezig-blij te voelen hoe 't koeler voorhoofd, vredig-moe, gaat ter hand-palm wegen...
1912
(Niet gebundeld en nagelaten werk) Verzen van 1899 tot 1914
|