Een gedicht van Koos Speenhoff 1869-1945
De lege schoolbank
Voor de vakantie was begonnen, Was heel de klas al tevree. De jongens schreven op de leien, Ik ga met Pa in auto mee; Ik krijg 'n hond of 'n konijntje; Ik ga logeren in het Gooi En allen hadden ze wat anders En alles was maar even mooi.
De kleine Jan had honderd plannen Wat of hij al die tijd zou doen, Hij zou zijn zusje fluiten leren Of touwtje springen voor een zoen, Hij zou gaan tekenen en knippen, Soldaatje spelen met zijn vlag, In 't bad zijn scheepje laten varen, En alles doen wat of maar mag.
Toen de vakantie was verstreken Zat heel de klas weer bij elkaar Met bruine, vrolijke gezichten, En al het huiswerk netjes klaar. Ze hadden allemaal verhalen, Ze raadden wie 't meeste kreeg, Konijnen, spoortjes, scheepjes, boeken, De bank van kleine Jan was leeg.
Z'n leitje en z'n sponzendoosje Die stonden op z'n plaatsje klaar, Z'n potlood en z'n schone schriften Die lagen in z'n lessenaar. De jongens keken naar z'n bankje, Toen werd het stiller in de klas. De juffrouw zei dat kleine Jantje Voor altijd met vakantie was.
|