Een hartenkreet van Ton Rijkers
PUBERMEISJE
Betoverend schoon leek haar lach als ze opgeruimd de wereld inkeek In haar hart hing halfstok een vlag uiterlijk een blos en innerlijk bleek
Vrolijk lachend, zowat heel de dag in die zo heerlijk warme zomerzon Ze weende waar niemand haar zag s nachts in bed, in haar nachtpon
s Morgens, weer als bij toverslag ging ze giechelend op naar school Eens alleen stierf dadelijk die lach en stroomde schreiend in het riool
Ze was t mooiste meisje overdag zij danste als een prachtige godin Iemand die goed in haar ogen zag zag haar eenzaam verdriet daarin
Verborgen achter een schaterlach kermde haar hart van onzekerheid Ook zonder regen viel er neerslag bij t mooie meisje in de puberteit
|