Een gedicht van Aart van der Leeuw 1876-1931
Zinspreuk
Ik bid alleen om licht.... Licht dat geen zwaarte heeft, Licht aan het zwart ontzweefd, Licht dat mijn kennis wijdt Met zijn doorschijnendheid, 't Rijm en mijn maten draagt, Dat wie ze leest zich vraagt, 's Avonds bij lampenschijn: Kan dit de dag al zijn?" 's Morgens bij zonnegloor: Volg ik een leeuwrikspoor? Want 't wordt verblindend Licht Voor mijn gezicht."
Herscheppingen (1916)

|