Een hartenkreet van Frederik Hemkes
SLAAP EN DOOD
Twee broeders heersen over 't wereldrond; 't Zijn Slaap en Dood, de zonen van de nacht; De een droomrig schoon, met trekken vriendlijk zacht En de ander somber; nooit verried zijn mond 't Geheim, dat zelfs de broeder niet doorgrondt, Hem 't meest gelijk in wezen en in macht. En de een spreekt 's morgens: "Frisse lust en kracht Schonk ik wat leeft. Maar broeder, doe mij kond, Wat gij, gevreesd door heel de schepping doet? 'k Heb in de schemering uw vlucht bespied, Tot ik u zag verdwijnen bij de vloed Aan 's werelds eind, de zoom van mijn gebied; Welk land voert gij uw kindren te gemoet?" - Maar de ander luistert stil en antwoordt niet.
... De Banier, 6. ...
|