Een gedicht van Hendrik Marsman 1899-1940
Regen
De regen valt in de nacht in het dal, tussen donkere bergen; uw haar en uw handen zijn zacht, maar waar, waar moet ik mij bergen in die laatste verwilderde nacht als de hitte de overmacht zal verkrijgen op al het zijnde en de dood in de vlammen ons wacht. nu kan ik nog wel bij u schuilen maar hoe zal het zijn in die nacht als de winden als wolven huilen en de eeuwige vierschaar ons wacht.
o God! sta ons bij in het einde wij zelf zijn zonder kracht.
Porta Nigra (1934)
|