Een gedicht van Jacobus Bellamy 1757-1786
De dood
Gelijk een man, die van verlangen gloeit, om bij zijn vriend te zijn, Die op het land, aan de andre zij des meirs, zijn stille woonplaats heeft; op t zien der zee, die hevig bruist en woedt, Een koude siddring voelt; zijn angstig oog ziet starend op het schip, dat slingrend rijst en daalt; De stormwind giert en snort door t hoge tuig en beukt het dondrend zeil; De stuurman wenkt de man verwint zijn schrik, Hij denkt aan zijne vriend, en stapt gerust in t worstelende schip, En steekt naar de andre zij!
Zo zal ik ook, wanneer de koude hand des doods, mijn boezem drukt, een lichte schrik gevoelen in mijn ziel doch, die verdwijnen zal, In Jezus onze vriend.
Werken van J. Bellamy (1917)
|