Een gedicht van C.S. Adama van Scheltema 1921-1947
Ach waar ik ga
Ach waar ik ga en wat ik leve, En wat ik schrei en wat ik lijd ik ben datzelfde kind gebleven Van vroeger tijd!
Ach ik ken ál diezelfde zonden, Ach ik lijd ál diezelfde smart Diezelfde 'andre kindren' wonden Mijn kinderhart!
Ach 'k kom die tijd niet meer te boven, Hoe ik ook doe en wat ik wens Ik moet toch altijd weer geloven In een 'groot mens'!
Ach 'k ben niet voor 'groot mens' geboren, Ik leef en lijd als in die jeugd Ik heb maar één lief ding verloren Die kindervreugd!
O! laat mij dan nog 't leven wanen Zo mooi als 'k toen het leven zag En laat mij met die kindertranen Die kinderlach!
Eenzame liedjes (1906)
|