Het was een dag en november en erg koud Het ijs stond op de plassen op de straat.
Ik was ongeveer 11 jaar en ging voor het eerst vissen met mijn nonkel Peer, en een vriend van hem, in het anti tankkanaal in Stabroek, op snoek. Nonkel vertelde mij dat hij speciaal aas hadom grote snoeken te vangen, namelijk glasaaltjes. Die kleine palingen moest ik levend aan mijn haak doen en dan zou ik veelbeet hebben en grote snoeken vangen.
Zo gezegd, zo gedaan.
En werkelijk mijn lijn lag nog niet goed in of ik had al beet. Mijn dobber gaatonder, ik sloeg aan en niks. Dat gaat zo een tijdje, eendik half uur, door tot ik eindelijk door heb dat die twee met mijn voeten aan het spelen zijn. Natuurlijk heb ik veel beet, dat glasaaltje trok iedere keer mijn dobber onderwater. Die twee vrienden zaten daar stiekem te lachen toen ik heteindelijk door had.Ik was een beetje boos en ben mij aan de andere kant van het kanaal gaan zetten. Uren later zaten wij daar nog, nonkel zijn vriend was al naar huis.
Toen gebeurde het. .
Mijn nonkel was op een andere plaats gaan staan, alleen met zijn hengel en probeerde daar maar even. Hij had beet, hij wachtte nog even, weer een grote beet. Plots verdween zijn dobber volledig onder water en hij sloeg aan. De vis hing aan de haak. Nonkel staat nog al dicht bij het water en op een gladde plek. De snoek zwemt van links naar rechts en nonkel haalt hem zachtjes in. Dan roept hij op mij om de schepnet te pakken die wat verder ligt. Ik ren als een bezetenen naar de straat over de weg naar de andere kant van het water om die schepnet te geven. Ondertussen klautert mijn nonkel tegen de kant omhoog, met zijn lance nog in de hand, om die vis toch al op het droge te krijgen onder hem op de kant waar hij juist gestaan heeft. Het lukt de grote snoek, ongeveer 70 centimeter, ligt op het modderige stukje grond een meter onder hem.
Juist dan kom ik bij hem en zie die vis daar spartelend liggen. Op dat moment breekt de lijn af. De snoek spartelt als een gek en dreigt terug in het water te belanden. Zonder een ogenblik te twijfelen springt mijn nonkel naar beneden om die grote vis te pakken. Doch door de gladheid en de modder glijdt hij uit en belandt in het ijskoude water. Als hij boven komt, kletsnat en bibberend, ligt de vis daar nog steeds te spartelen. Nonkel grabbelt de snoek beet en staat er midden in het water mee in zijn armen. Hij roept, ik heb hem. Nog tweemaal slaat die grote snoek met zijn staart, maar nu in het water, en weg is hij. Nonkel grabbelt nog als een dolle man om zich heen in het ijskoude water. Maar weg is de snoek. Beteuterd, kletsnat en half bevroren staat hij het water en klautert uiteindelijk tegen de oever op. Wij hebben alles snel ingepakt en zijn naar huis gereden. De dag nadien had nonkeltje een ferme verkoudheid te pakken.
Maar dit echt gebeurde verhaal is in de familie nog veel vertelt geworden, vooral als nonkeltje weer eens opschepte over zijn, wonderbare visvangsten. Dan vroegen wij, gij hebt er toch niet zelf achter gezwommen. ?
Bij ons in Zandvliet op d Hei in de Brazilianenstraat hield vroeger bijna iedereen wel enkele dieren, om op te eten. Dieren zoals, kippen, duiven, konijnen of een varken dat dan met de kermis geslacht werd. Het varken werd altijd in november, de slachtmaand geslacht. Dan was het groot feest in de straat. Wij de jongeren waren dan paraat om dit uniek schouwspel, een varken slachten, bij te wonen. Maar vooral die pisblaas van het varken wilden wij wel hebben, om een roemelpot van te maken. Geen pisblaas, geen vel om een roemelpot te maken, geen mogelijkheid om centjes rond te halen bij de buren en kennissen met oudejaarsavond.. Vroeger werd van die blaas een toebakszak gemaakt om tabak in te bewaren. Om die blaas te pakken te krijgen zouden wij alles doen, dat wist de slachter ook. Al vroeg in de morgen was de slachter daar. De slachter was een grote geblokte kerel een nogal vrolijke man, die graag grapjes maakte met ons. Het varken werd gebracht, tot aan het eerder neergelegd stro, en kreeg dan een klop met de grote hamer vooraan op zijn kop. Daarna werd hij gestoken en het bloed werd afgetapt door de vrouwen om bloedworst( beulingen ) van te maken. Daarna werd het stro in brand gestoken en al het haar van het varken afgebrand en nadien met water en een steen afgeschrobd. Het grote werk kon nu beginnen, uitbenen. Het moment waar wij op zaten te wachten.
Wie kreeg de pisblaas?
Maar vooral wat zouden wij er voor moeten doen om deze te krijgen van de slachter.
Vijf minuutjes later wisten wij het al. De slachter haalde de pisblaas eruit en stak deze triomfantelijk naar omhoog en zei tegen ons, diegene die zijn neus in het gat ( in het achterwerk) van het varken steekt, die krijgt de blaas. Je gelooft het of niet, maar wij jonge gasten vlogen er met drie vier naartoe om de eerste te zijn. Wij vochten ons een weg naar het achterwerk van dat varken om onze neus erin te steken. Uiteindelijk was het mij gelukt en was ik de grote overwinnaar.Triomfantelijk stapt ik met mijn varkensblaas naar huis om deze op te blazen en ze te laten drogen voor mijn roemelpot.
Woordverklaring:
Roemelpot = rommelpot = oud muziek instrument.= pot met varkensblaas over en een rieterin. Geeft een grommend geluid.
Daar ga ik iets aan doen, gromde Niels tegen zijn echtgenote. Dit lappen zij mij nooit meer.
Volgende vakantie zal het anders zijn. Goed geweten . Wat denken die vuile gendarmen en flikken wel. Vanaf nu neem ik zelf het recht in eigen handen.
Niemand zal mij nog ongestraft bestelen.
NielsDe Donder zat nu thuis aan de keukentafel te vloeken op zijn twee laatste vakantie jaren.
In 2001was het in Frankrijk,Parijs dat een soortFrans homo koppel tegen hun beiden aanbotste, per ongeluk zogezegd. Ondertussen waren zij beiden hun geldbeugel kwijt plus paspoorten en de hele santeboetiek die er instak zelfs de familie fotos en hun rijbewijs. Voor meer dan tweeduizend Euro stak er in hun geldbeugels.
Een tijdje later zag hij de beiden heren zitten op een terras op Mont Martre achter en koffietje.
Zijn groene geldbeugel lag voor hen op tafel. Zij waren juist aan het betalen . Hij haalde de gendarmen er vlug bij.
In zijn beste school Frans probeerde hij het de gendarm aan het verstand te brengen wat er gebeurd was. Hij scheen het te begrijpen. De gendarm stapte samen met Niels naar de twee toe.
In het Parijse dialect werd er gepraat en gediscuteerd en gelachen door het drietal. Niels begreep er niets van. Hij stond er maar bij en altijd maar naar zijn geldbeugel te wijzen en te zeggen se moi, mesjeu.
Nog net zag Niels dat een van de twee een briefje van honderd Euro in de handen van de gendarm stak. Niels ontplofte bijna van koleire.
De gendarm stapte terug naar Niels toe om te zeggen dat deze twee mensen niets met de zaak te maken hadden. Ondertussen waren de twee aan het terrastafeltje reeds vertrokken. De gendarm tikte met zijn hand tegen zijn kepi en wandelde verder.. Niels verbouwereerd achterlatend.
Dan was er dit jaar Italië, 2004.
Een prachtige rondreis door Italië zou het worden.. De tweede dag liep het al mis, in Milaan.
Op het plein voor de Dom, niet ver van het opera gebouw de Scala van Milaan. Op het plein voor de grote kathedraalwaar Niels fotos nam. Niels had nu al zijn geld en papieren in een klein janettentasje gestopt en vastgemaakt aan zijn pols. Zodat hij dit niet kon verliezen.
Hij had de groene vespa wel al zien rijden met die twee jongeren op, doch besteedde er geen aandacht aan. Niels was teveel bezig methet fotograferen van de kathedraal. Ook kende hij zijn nieuwduur digitaal toestel nog niet zo goed .
Terwijl hij een foto stond te nemen raasde de vespa rakelings langs hem heen.
De jongen achterop de vespa grabbelde zijn jannettentasje dat daar aan zijn pols bengelde en sleurde Niels omver en sleepte hem over de kasseien mee. Hij had niet alleen het tasje maar ook Niels fotoapparaat vast. Niels sleepte achter het voertuig aan. De jongenman draaide zich half om en sneed met een scherpmesje beide lussen af. De vespa verdween razend snel en Niels buitelde verder over de kasseien.. Geld en fototoestel gepikt. Zijn elleboog en knieën geschaafd en een verstuikte voet lag hij daar op straat. De medereizigers vonden dat hij het er nog goed vanaf gekomen was. Hij kon wel dood zijn, vonden zij.
Van de daders geen spoor meer. Niels was razend kwaad.
Niels krabbelde recht. Wat verder stonden enkele carabinieries, de Italiaanse flikken , verveeld toe te kijken . Niels stapte op hen af . De mannen hadden niks gezien, no vespa.
Weerom kon Niels afdruipen. Zijn vakantie was weerom naar de knoppen.
Een uurtje later stapten allen op de bus niet ver van het grote plein. Terwijl de bus aanstalte maakte om te vertrekken keek Niels nog even door het raampje. Naast hem in een portiek van eengesloten winkel zag hij de groene vespa en de twee boefjes staan lachen samen met de twee politiemannen.De jongste politieman stapte naar voor en maande de busbestuurder aan om verder te rijdenDe bus zette zich in beweging en vertrok. De Italiaans flik groette naar Niels en lachte eens fijntjes.
Dit zou hem niet meer overkomen dat wist hij zeker. Volgende keer zou hij het recht in eigen handen nemen. Goed geweten.
Daarom zat hij nu aan de keukentafel om plannen te smeden en om wraak te nemen.
Want de simpelste manier was niet goed genoeg. Het meeste geld en kredietkaarten in een zakje op zijn lichaam dragen of zoals zo velen in een zakje in hun onderbroek dat wilde hij niet. Zijn kredietkaarten kreukten en zijn geld werd nat van het zweet. Nee de dieven moesten zwaar gestraft worden , geen genade.
Na enkele uurtjes brainstormen had hij twee plannen gemaakt op papier. Plan A en plan B, daar zou hij het mee doen.In de loop van het jaar werd er door man en vrouw op geoefend.
Een klein rugzakje voor elk werd klaar gezet voor hun beiden. Dit rugzakje zouden ze elke vakantie dag meenemen ,overal waar zij naartoe stapten .
Want dit jaar zouden zij naar Kreta reizen ,een eiland in de buurt van Griekenland
De vakantie periode was aangebroken.
Op de vierde dag van hun verblijf op het wondermooie eiland besloten zij een bootreisje te maken naar een klein eilandje wat verderop. Het was hun tweede excursie op het eiland.
Na het eten, maakten zij zich op om te vertrekken. Beiden deden het rugzakje aan en stapten naar de balie van het hotel om de sleutel af te geven. De receptionist nam hem aan en legde de sleutel in hun vakje. Net toen zij zich omdraaiden riep de man achter de balie hen terug.
Niels was zijn dinerkaartje vanmorgen vergeten op de tafel en een ober had het gevonden en in zijn bakje achter de balie gelegd.
Niels nam het aan en dankte de man en stak het kaartje in zijn portefeulle en stak deze vervolgens terug in zijn achterzak van zijn broek.
Zij verlieten het hotel op weg naar de boot. Niels echtgenote had de boot tickets al in de hand.
Samen stapte zij de brede loopplank van de boot op.
Voor hen stapte een pracht exemplaar van het vrouwelijk schoon op de boot. Een beeld van een vrouw. Het leek wel een Griekse godin zo uit de mythologie gestapt.
Plotseling stopte deze en draaide zich half om en boog naar voor om haar gevallen ticket op te rapen. Niels botste bijna tegen haar op. Toen zij zich langzaam terug recht stelde zag Niels haar prachtige borstenin haar decolte.zij aarzelde even. Hij slikte eventjes. Op dat moment botste een struise jonge Griek tegen hem op. Niels viel tegen de knappe vrouw aan en hield haar even vast. Pardon, zei de man .
Niels staarde nog steeds naar de vrouw haarweelderige boezem.
Geen probleem, antwoordde Niels.
De man nam de Griekse schone bij de arm en liepen beiden verder.
Enkele seconden later greep Niels naar zijn achterzak. Zijn portefuelle was verdwenen.
Niels en zijn vrouw zochten een plaatsje om te zitten op de boot. Beneden en boven was alles bezet. Dan maar naar het tussen dek. Onder tussen zocht hij ook naar het Griekse koppel die tegen hem opgebotst waren. Want dit zou hij zo niet laten, dit was opgezet spel..Goed geweten.
Onder tussen werd de loopplank ingetrokken en de boot vaarde af.
Op het tussendek zag Niels de man en de vrouw zitten aan een tafeltje van vier personen.
Op de derde stoel stond een tas van de man en op de vierde niets.
Niels vroeg of zij aan hun tafeltje konden bij zitten. Het kon niet de stoelen waren bezet. Uiteindelijk werd er een stoel voor zijn vrouw vrijgemaakt. De andere bleef zogezegd bezet. Niels kookte van woede. Meer dan een uur stond hij daar recht naast zijn vrouw op het deinende schip.
De man deed uiteindelijk zijn tas open om er een nieuw pakje sigaretten uit te halen. Niels keek toe en zag plotseling zijn groene portefeulle in de tas zitten.
Niels stapte naar de kapitein en vertelde hem wat er was gebeurd en dat hij zijn portefeulle in de tas van de Griekse man gezien had. Dit gebeurde allemaal in zijn beste Engels, wat echt niet goed was, maar de kapitein begreep hem toch.
De kapitein stapte op de Griek toe. In het Grieks
werd er over en weer getaterd. Niels begreep er geen yota van.
De Griek beweerde dat het zijn eigendom was en de kapitein mocht de inhoud niet controleren.
Niels stond op het punt van ontploffen. Dit zou de derde keer zijn op drie jaar. Dat slikte hij niet. Goed geweten. Nu zeker niet.
Hij camoufleerde zijn boosheid en bood zijn excuses aan.
De bootreis was bijna ten einde liet de kapitein weten door de luidsprekers nog en twintigtal minuutjes.
Niels stootte zijn vrouw aan en zei, plan B, nu.
De vrouw stond op van haar stoel en deden hun rugzakje om dat op de grond stond. Zij stapte samen met Niels naar de bar. Zij bestelden ieder twee koffies namen de kokende hete koffiesaan en stapten terug naar hun tafeltje. Het dienblad zette Niels op de tafel bij het Griekse koppel. Deze twee keken verwonderd naar elkaar toen Niels het dienblad in hun richting schoof.
Toen zei Niels tegen zijn vrouw , plan B ,binnen dertig seconden.
De vrouw knikte alleen maar. Stelde zich recht.
Tegelijkertijd namen Niels en zijn vrouw in iedere hand een tas koffie op van het dienblad en kieperde die naar het Grieks koppel. Niels Kapte een tas in het aangeaicht van de vrouw en de andere goot hij over haar borsten en op haar schoot.De vrouw van Niels deed hetzelfde bij de man een tas in zijn gezicht en de andere over zijn billen en geslacht.
De twee getroffenen huilden van de pijn.
Niels en zijn vrouw renden weg, richting toiletten.
Ondertussen riep Niels , een dokter gevraagd op het tussen dek.
Terwijl zijn vrouw de andere kant opliep en brulde, brand, brand.
Iedereen was nu in paniek. Daar profiteerde de twee van en stormde de toiletten binnen.
In het toilet deden ze hun rugzakje af.
Niels haalde een bruine pruik eruit en zette deze op, vervolgens plakte hij een snor onder zijn neus en ritste zijn broekspijpen er af .Nu had hij een korte broek aan. Daarna haalde hij een brilletje uit de rugzak en zette het op. Deed zijn jasje uit en draaide het om. Eerst was het rood nu blauw.
In het dames toilet deed Niels zijn vrouw hetzelfde.
Blonde pruik op,brilletje op haar rok rolde zij bovenaan op eb bekwam alzo een minirok. Ook haar jasje werd omgedraaid. Beiden waren nu onkenbaar.
Zij ontmoette elkaar terug aan de loopplank. Zij hoorde de vrouw en de man kermen van de pijn. De boot meerde aan. De bemanning was druk bezig aan de loopplank. De kapitein een steward en een dokter waren bij de getroffenen. Zij wisten nog steeds niet wat er gebeurd was.
Alles was zo snel gebeurd dat nauwelijks iemand iets had geaien.
De loopbrug werd neergelaten. Niels en zijn vrouw waren er bij de eerste al af en spoedde zich van het schip weg. Zij verdwenen achter een gebouw.
Iets verder op in de haven brulden de schippers van kleine bootjes om de mensen terug te varen naar Kreta. Direkt vertrekken binnen het uur in Kreta, goede prijs en drank aan boord.
Niels en zijn vrouw kochten een ticket en vertrokken terug naar Kreta. Aan boord kregen zij een glas wijn.
Toen zij voorbij hun schip vaarden zagen zij de ambulance al staan op de kade.
Niels lachte naar zijn vrouw en klonk zijn glas wijn tegen dat van haar.
Wie laatst lacht best lacht, zei hij. Goed geweten.
In hun hotel aangekomen, nadat zij hun klederen terug gewisseld hadden, stapten zij naar de balie om hun sleutel af te halen.
Geen boodschap voor mij vroeg Niels?
Jawel, mijnheer, zei de vriendelijke recepcionist.
Hij draaide zich m en grabbelde in het bakje waar zijn sleutel in lag en haalde deze eruit te samen met zijngroene brieventas .
Die lag vanmorgen op de grond hier voor de balie, een Griekse hotelgast en zijn beeldschone vrouw hebben deze vanmorgen gevonden. Zij zijn gaan varen .