De vorige keer kwam al even de AF-C ter sprake. Straatfotografie is vooruitkijken. Letterlijk en figuurlijk. Letterlijk, omdat vooral bij gebruik van de telelens, het handig is om vele meters vooruit te kijken welke persoon in aanmerking komt voor een foto. Maar ook om te tijdig te zien waarom een bepaald beeld boeiend zou kunnen zijn. Bij portretten komt het er dan vooral op aan tijdig de knop in te drukken, want op het moment dat de betreffende persoon ook de fotograaf in beeld krijgt, kan de interactie veranderen en is in veel gevallen de spontaneïteit weg.
In het gegeven voorbeeld ziet u een Vlaamse schone op het moment dat nog niet echt tot haar is doorgedrongen dat een fotograaf haar richting op kijkt. Een fractie van een seconde later (vandaar de AF-C) is dat besef er wel, verandert de gelaatsuitdrukking en is de ernstige blik ingewisseld voor lichte verbazing. Nog langer wachten betekent soms, dat mensen gaan lachen naar de fotograaf. Voor mij is de “lol” er dan meestal af. Hiermee is niet gezegd dat lachende mensen geen goede foto’s op kunnen leveren, maar ook daar ligt de kracht van de afbeelding vaak in het spontane, niet geposeerde, zoals we een andere keer zullen zien.
Straatfotografie is vooruitzien. Vooral bij het werken met een telelens. Anders gezegd: een geslaagde foto, en dit geldt beslist niet alleen voor straatfotografie, moet in de meeste gevallen al in je hoofd zitten, nog vóór de knop van de camera is ingedrukt.
|