Oscar De Vrieze (een voor mij onbekend zeeman), in een poëtische bui, schetste het als volgt:xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De zeemansschepping. (door Oscar De Vrieze)
God schiep lucht, hemel en aarde,
goedheid, deugd en alles van waarde,
vissen, mensen en dieren
maar geen zeevaartofficieren.
Zulke lelijke creaturen
schiep de duivel in zijn overuren.
Hij maakte het zodanig bont
dat hij een kapitein uitvond.
Het zondagswerk voor zo'n vent
was natuurlijk aan 200 percent.
Het ergste was dat hij aan zo'n onnozelheid
meer dan vier uur heeft gewijd.
Maar God, de schepper, was ontevreden.
Daarom creëerde Hij zelf de bemanningsleden
en om ze weg te houden van verderf en bedrog
belastte Hij hen erfelijk met een dagje Log.
Werkelijk, de Heer heeft alles voorzien,
zelfs een manklopende machine
en om de lekken te beperken,
liet Hij de machinisten werken.
Maar de duivel in zijn boosheid,
beging een grote stommiteit:
om het voeden van zijn mannen
schiep hij "potten en pannen".
Hij heeft nooit niet kunnen wensen
dat de keukenmensen
met hun etensresten
gans het schip verpestten.
Toen in de oude tijd
de Schepping werd uitgebreid,
brachten kakkerlakken en mieren
de pest der radio-officieren.
Zo'n schone beesten
werden, zoals de meesten,
langs alle kanten
heel verre bloedverwanten.
Dit was de eerste trip
van een Belgisch schip:
kust; zee en haven
vrouwen bedden en slaven.
Tegen de kaai, heeft men gedacht
aan het nageslacht
want men kan nooit weten
dat een zeeman wordt vergeten
(wordt vervolgd).
|