ja White loopt nog rond op deze aardbol! Wegens allerlei omstandigheden, de ene al leuker dan de andere, ben ik een beetje achterop geraakt met mijn blog. Geen nood echter binnenkort neem ik de draad terug op en kunnen jullie het vervolg van mijn "memories" lezen. Nog een beetje geduld dus.
Nog een prettige dag verder en tot weldra op deze site!
We zijn het jaar 1965 en ik geniet van het ene optreden na het ander met The Mercury's. Steeds volle zalen, waaronder het Gentse Kuipke samen met Dave Berry en vele andere vedetten van het ogenblik. Maar we traden ook wel ne keer op voor een ledige zaal! Die dag hadden we net een nieuwe Vox klankinstallatie aangekocht in Brussel bij Parijs Flore en we zouden die 's avonds eens uitproberen in Hoeilaart, zaal Barnum. De week ervoor hadden onze gentse vrienden en collega's "Little Jimmy & The Sharks" in dezelfde (oude bioskoop) zaal hun rock & roll nummertjes gebracht. Little Jimmy (thans Don Croissant) had ons echter verwittigd dat we dienden op te letten bij de uitbetaling na het optreden. We waren dus op onze hoede, doch ook ongeduldig om onze nieuwe klankzuilen te gebruiken, wij waren trouwens de eerste groep in België die dergelijk materiaal van Vox hadden. In Engeland werkten Cliff Richard & The Shadows ermee! Toen we in Hoeilaart aankwamen was de Barnum nog gesloten, dus gingen we een hapje eten in de plaatselijke frituur. Bij de rondborstige en praatlustige uitbaatster van de frituur polsten we even naar de situatie in de Barnum, ze had ons namelijk herkend van de affiche in haar zaak en ook van op TV (optreden in Gent met Dave Berry - zie hoger). Er zal vanavond niet te veel volk komen naar de Barnum voorspelde ze ons met enig medelijden in haar stem. Ongelovig hingen we aan haar lippen, wij The Mercury's spelen steeds voor overvolle zalen! Verderop in een nieuwe zaal treed deze avond een plaatselijk groepje op... al de jeugd zal daar wel naar toe trekken. Daar konden wij niet mee lachen en de frieten lagen al pardoes op onze maag. Met loden schoenen verlieten we de frituur richting zaal Barnum om onze aanhangwagen te lossen en aan de opbouw van ons materiaal te beginnen. Als amateurorkest konden we ons geen roadies veroorloven, dus alles zelf naar de bühne sleuren en aansluiten was de boodschap. Onze bassist Achiel (alias John) droeg voor deze operatie steeds een blauwe stofjas uit grootvaders' tijd en in die kledij stemde hij ook altijd zijn Burns basgitaar. Vlug onze nieuwe klankzuilen uit hun verpakking gehaald en de soundtest kon beginnen. Ondertussen hadden we, behalve de uitbater en de toiletmadam, nog geen kat gezien. Het was reeds 19 uur en de deuren gingen open om 19:30 u... we hadden dus nog wat tijd om te repeteren met ons nieuw materiaal. Enkele trouwe fans uit Gentbrugge waren ondertussen aangekomen en vervoegden de twee (werkloze) kelners vooraan bij het podium. Dat was dan ons publiek! Het werd 19:30 u en de deuren gingen open, maar er kwam geen hond naar binnen en ik maar doorzingen met de nieuwe zanginstallatie. Achiel had zelfs zijn stofjas vergeten uitdoen en had enkel oor voor zijn basklanken die via de nieuwe zuilen door de ledige zaal galmden. Omstreeks 21:30 u verzocht de uitbater ons dan om de stekker eruit te trekken. De twintig feestgangers die zich waarschijnlijk van zaal vergist hadden en met onze Gentbrugse fans aan het verbroederen en verzussen waren keken op hun neus en eisten tevergeefs hun geld terug aan de reeds gesloten kassa. Alles netjes terug in de aanhangwagen laden, ditkeer met wat spontane hulp van de fans en dan richting Gent bollen. Onze manager had niettemin onze gage kunnen ontvangen van de fortuinloze uitbater, weliswaar na enige diskussie. Volk of geen volk... kontrakt is kontrakt! Op de terugreis naar huis hebben we toch nog goed gelachen, onderhande met de stofjas van Achiel en uit blijheid over onze nieuwe installatie. Eens in Gent was alle ellende rap vergeten na enkele pintjes in de Cutty Shark, aan de Kuiperskaai, we dansten die nacht zelfs op de tafels, het mocht van de uitbaatster (trouwe fan) toen ze vernomen had wat we in Hoeilaart hadden meegemaakt. Onwaardig voor Eddy Pascall en The Mercury's! Een tijdje later is zaal Barnum op de fles gegaan en traden wij terug op voor volle zalen.
Ja de wereld stond op zijn kop... Kennedy doodgeschoten! Ouderen beweerden dat een derde wereldoorlog op komst was, in de USA, o.a. bij de CIA wist men wel beter. Inmiddels had ik mijn orkestleden van Les Mercenaires kunnen overtuigen dat de huurlingen in Katanga en omstreken wel eens naar huis zouden gaan en dat we er best aandeden om onze naam te veranderen. En zo geschiedde, Les Mercenaires behoorden tot het verleden en The Driftin' Five was geboren. Een eerste film met The Beatles "A hard days night" werd in alle cinemazalen vertoond en op radio Caroline weerklonken hits zoals: "Come and see about me" (The Supremes), "Hello Dolly" (Louis Armstrong)," I get around" (Beach Boys), "House of the Rising Sun" (The Animals), "My guy" (Mary Wells) en "Love me do" (The Beatles). Er waren ook vlaamse hits, maar die vernoem ik niet omdat de meeste maar vertalingen waren. In de USSR werd Nikita Chroesjtsjov geweldloos aan de dijk gezet door zijn politieke tegenstanders Brezjnev, Kosygin en Podgorny. Leonid Brezjnev werd meteen de nieuwe grote baas in de USSR. Ondertussen hadden ze Nelson Mandela veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf op Robbeneiland, hij zou terug vrijkomen op 11 februari 1990. Wielerlegende Jacques Anquetil werd voor de 5de keer winnaar van de Tour de France en The Beatles waren te gast in Amsterdam. In Sallanches werd de Nederlander Jan Janssen wereldkampioen. Het boek van een andere Nederlander Jan Cremer: "Ik Jan Cremer" zorgde voor opschudding vanwege het taalgebruik over sex. Iedere puber kocht toen dat boek, bij mij staat het ook nog steeds in mijn bibliotheekkast. De huidige VLD voorzitter, Bart Somers, zag dat jaar (1964), samen met Luc Steeno en Sandra Bullock, het levenslicht. De muziekwereld treurde om het heengaan van Jim Reeves (40 j.). Met onze nieuwe naam als Driftin' Five kregen we alras wat meer kontrakten los, zo mochten we eens in de Jeugdclub optreden in Gent, samen met Dan Ellery & The White Jackets. Onder het talrijke publiek waren ook een paar jonge muzikanten aanwezig, ondermeer twee gitaristen van The Mercury's (dé Belgische Shadows). Die kwamen niet kijken en luisteren naar de gitaristen van The Driftin' Five of White Jackets, maar hadden alleen interesse in de blonde zanger Eddy Pascall (ikke dus). Een week later stond de manager van The Mercury's aan de voordeur bij ons thuis. Eddy Pascall was echter niet thuis, dus ontving mijn mama dan maar een naamkaartje met het verzoek of ik mij eens zou willen aanbieden voor een auditie. Onnodig te vertellen hoe de situatie was bij mijn thuiskomst. In een mum van tijd contacteerde ik mijn vriend Sidney Berry, een jonge kerel uit Blackpool die bij zijn Belgische grootmoeder woonde om alhier te studeren. Ik durfde niet alleen naar die auditie gaan en verzocht Sidney om mij te vergezellen. In vorige verhaaltjes vernamen jullie al dat ik de Engelse taal vanaf mijn negende reeds onder de knie had, wel dankzij Sidney was hier nog meer aan gewerkt, vooral aan mijn dictie. Ook voor de teksten van songs op de hitparade mocht ik op Sidney rekenen, nog voor ze in Humoradio stonden afgedrukt kon ik ze al zingen! Die avond werd ik in het repetitielokaal, in Gentbrugge, met open armen ontvangen door The Mercury's en hun gevolg. De anders zo koele Sidney, met zijn brits flegme, wist met zijn zenuwen geen raad en rookte de ene sigaret na de andere. Als opwarmertje lieten de Belgische Shadows een paar instrumentaaltjes horen en toen kwam het verzoek om eens de micro ter hand te nemen en een liedje van Cliff Richard te zingen. Ik had het in mijn stoutste dromen niet durven dromen... het lukte meteen. Dus nog maar een ander liedje ten gehore brengen, naar eigen keuze, dit was ook meteen een schot in de roos. Een van de succesvolste Gentse orkesten had voortaan een eigen zanger: Eddy Pascall!
Het literaire gedoe werd aan de kant geschoven... de zomervakantie stond weeral eens voor de deur! Nog vlug wat lentekermissen afschuimen tussen de examens door en dan alles op Blankenberge richten. Op de dijk aldaar zongen Nicole Josy, Jack Hammer, Joske Harris en zijn Pink Umbrellas, Tonia en ander opkomend talent, zich de longen uit het lijf. Aan de Casino stond een podium van de BRT-radio en de presentator met dienst was de zeer populaire Jos Baudewijns (overleden in 2006). Je kan dit gerust een "10 om te zien" avant la lettre noemen... en wij waren wel vlug tevreden. De vakantie verliep van een leien dakje, zoals gewoonlijk. Het strand, de dijk, de pier, de zee, zon en mooie meiden... meer hoefde dat niet te zijn! De tijd vloog voorbij en het werd 1963. Een televisiejaar om niet te vergeten want het door gans Vlaanderen bekeken feuilleton "Schipper naast Mathilde" stopte ermee. Kolonel Bob Denard (alias Gilbert Bourgeaud) uit Bordeaux bleef in de dagelijkse belangstelling met zijn huurlingen in het voormalige Belgisch Congo. Goedele Liekens, Luk Alloo en Prins Laurent kwamen ter wereld, terwijl Georges Braque en Edith Piaf hun kunsten in de hemel gingen aanbieden. Ook Paus Johannes XXIII vertrok naar Sint Pieter en werd in het Vatikaan opgevolgd door Paulus VI. Het piratenstation Radio Caroline zond dagelijks een hitparade uit met "Be my baby" (The Ronettes), "He's so fine" (The Chiffons), "It's my party" (Lesley Gore) en "Please, please me" (The Beatles) op kop. En ja hoor mijn transistorke deed het nog steeds en liet af en toe ook eens Rob de Nijs en zijn Lords horen met hun hit "Ritme van de regen". Dat jaar werd mijn zoektocht naar een eigen orkestje beloond. Op het Oud Kot ontmoette ik de gebroeders Robert en Jean Delbecque, zij waren op zoek naar een zanger voor hun quartet "Les Mercenaires". Ze hadden niet ver moeten zoeken om een naam te vinden... de huurlingen waren in. Hun zoektocht naar een zanger was ook gauw opgelost, ondergetekende Eddy Pascall zag het meteen zitten. Ik had er in mijn euforie echter geen rekening mee gehouden dat die jongens van franstalige huize waren en enkel franse hits coverden. Weliswaar niet direct een probleem voor de polyglot die ik was, maar toch ging mijn voorkeur naar de engelstalige hitparade nummers. Zonder kleerscheuren trad ik dan samen met Les Mercenaires voor het eerst op in Gent, op zolder bij een bekend tandarts wiens dochter 18 werd. Enkele repetities later mochten we eens optreden op een T-dansant, zo noemden de fuiven toen, waar mijn literaire en andere clubvrienden ook eens kwamen luisteren. Allen waren het mij eens ,er dienden ook engelse nummers op het repertorium te komen. Het jaar begon naar het einde toe te glijden en ondertussen werd de 35ste president van de USA, John F. Kennedy, in Dallas doodgeschoten, misschien door Lee Harvey Oswald die twee dagen later op zijn beurt werd doodgeschoten door ene Jack Ruby. Eddy Pascall & Les Mercenaires waren aan verandering toe en de wereld stond op zijn kop!
Na de Paasvakantie, terug in Gent, liep ik rond met plannen om zelf een rockbandje te beginnen. Ondertussen had ik mij aangesloten bij een amateur toneelgezelschap, de Grizzly, waarvan ik mij nog enkele namen herinner: Roland Leyman, Rudy Servaes, Tony Deruick en Patrick Henry. Onze enige grote verdienste was dat we veel repeteerden, in een klein stoffig zaaltje van het café Boma, gelegen op de grens tussen Ledeberg en Gentbrugge. Optreden voor publiek was wel andere koek, op één of ander feestje mochten we al eens wat ludieke sketches brengen maar daarmee was de kous af. Geen staande ovaties of open doekjes. Zo waren we eens aangezocht om ergens op een school, waarvan ik naam vergeten ben, als voorprogramma te fungeren. De hoofdact die namiddag was de zus van één mijner Blankenbergse vrienden, Johan Mollet. Ja inderdaad goed geraden, Johan was/is de broer van Marva! Als opkomende ster had Marva heel strenge eisen gekoppeld aan haar optredens, zo mocht er niet gerookt worden in de zaal en dat was brute pech voor de Grizzly acteurs, want wij rookten allen gelijk Turken om onze plankenkoorts te bedwingen. Marva bereikte de top, de Grizzly mensen bleven repeteren en roken, maar ik hield mijn toneelcarrière voor bekeken! Om toch niet altijd met mijn hondje Tony en mijn beste vriend Rudy J. te hoeven gaan wandelen in de Ledebergse straten en in de buurt van Moskou, niet in Rusland maar wel een wijk in Gentbrugge, richtte ik samen met enkele gelijkdenkende buurtvrienden een literaire stichting op. In het Oude Kot, lees Atheneum, hadden we ook een "Pijpenclub" opgericht... maar ik had nog steeds geen rockband! We schreven gedichten, kortverhalen en kronieken, dat de stukken van onze schrijfmachines vlogen. Onze ouders waren tevreden, zo bleven we van de straat en werkten we aan onze kennis van de Nederlandse taal. Dat dachten ze maar... want na (soms tijdens... dat noemen ze brossen) schooltijd rookten we menige pijp met een paar pinten in de dichtst bijzijnde kroeg. Iedere zaterdagavond trokken we dan te voet de Moskou brug over, richting Merelbeke station alwaar één of ander soort jeugdhuis stond. Daar lazen we dan voor uit onze dichtbundels, dronken meerdere pinten bruinbier en dampten met onze pijpen de meisjes buiten. De meeste gedichten en verhaaltjes uit die periode heb ik nog steeds ergens op zolder liggen. Ik haal ze later wel even van onder het stof om hier in mijn blog af te drukken. De leden van de "literaire stichting" hadden meerdere pseudoniemen. Zo had je jeugdvriend Jerry George (echte naam) die zich ook Jerry Brannen of Jean Jaurguy liet noemen. Een andere jeugdvriend liet zich steeds als Luc aanspreken, alhoewel hadden zijn ouders hem de naam Machar Van Geyt meegegeven. Luc (machar) dweepte enorm met Charles Aznavour en schreef ook wel eens onder de naam Jean-Jacques Vilain. Nu schrijft hij iedere week in het Zondagsblad, maar dan wel onder zijn echte naam. Ikzelf had ook een paar aliassen zoals: Jean-Philippe Muddelle, Edward A. Snugger en Eddy Pascall. Die laatste naam zou ik nog een paar jaren gebruiken, weliswaar niet meer in het literaire wereldje van toen, maar wel op de scène als zanger.
Inderdaad de jaren zestig waren goed begonnen... met kloppen en smijten! Ondertussen is het 1962 en is Algerië onafhankelijk geworden, dit tot groot ongenoegen van de Organisation Armée Secrète (OAS). Om hun afkeuring te onderlijnen pleegden ze in Le Petit-Clamart (Parijs) een aanslag op president Charles de Gaulle, dit onder het motto: "Algerië is Frans en blijft zo!". De OAS had zelfs aanhangers hier in Vlaanderen, ik kan ervan meepraten want één van mijn schoolgenoten op het Kot verloor toen een hand bij het vervaardigen van een amateuristische bom. Die jongen was van goede komaf en het gebeuren werd min of meer doodgezwegen in de media alhier. Terwijl The Four Seasons hun "Big girls don't cry" en Bobby Vinton zijn "Roses are red" de hit parade inzongen, werd Adolf Eichmann opgehangen. In februari vliegt John Glenn als eerste Amerikaan rond de aarde en verhuis ik met mijn ouders naar onze gerenoveerde woning in Ledeberg. De Paasvakantie kwam eraan en de valiezen werden ingepakt voor Blankenberge, dit naar jaarlijkse gewoonte. Op mijn transistorke (ook portatiefje genoemd) weerklonk meer en meer de Merseysound. Rond de rivier Mersey, voornamelijk in Liverpool, ontstonden een hele schare bandjes: Gerry (Marsden) & The Pacemakers, The Seachers, The Merseybeats, The Swinging Blue Jeans, The Fourmost, Billy J. Kramer and the Dakotas, The Big 3, Rory Storm & the Hurricanes (met als drummer ene Ritchie Starkey... later bekend als Ringo Starr bij the Beatles). Bekendste zangeressen uit die streek waren (roste) Cilla Black en Beryl Marsden. Dé groep die echter het nieuwe muziektijdperk zou inluiden waren ongetwijfeld the Beatles uit Liverpool. De meeste van die groepen deden hun ervaring op in the Cavern (Liverpool) en de Star Club (Hamburg). Zelfs Beryl Marsden stond reeds op 16 jarige leeftijd, samen met the Undertakers, op de bühne in Hamburg. Het werd dus Paasvakantie en er traden verscheidene rockbandjes op in de etablissementen op de zeedijk van Blankenberge. Samen met mijn plaatselijke vrienden gingen we vooral de Brugse rockgroep: Ricky Morvan & The Fens gaan beluisteren in de Continental Palace. Op zekere dag was zanger Ricky Morvan afwezig, hier maakte mijn vriend Danny V. handig gebruik van om aan Pascal, de leider en bassist van The Fens, te vragen of de witte Gentenaar (ik dus) eens mocht zingen. En ja hoor het mocht! A star was born... Eddy Pascall live in de Continental Palace met The Fens!!! Mijn vrienden waren wild enthousiast, hun westvlaams sprekende Gentse vriend kon er wat van. De zanglessen bij Julien Mestdagh,op het Kot, wierpen hun vruchten af. De Britse "vakantiekolonie"-meisjes die ons vergezelden, konden nauwelijks hun jeugdige oortjes geloven... die blonde dandy (ik was geen rocker) zong zomaar "Love me do" van hun Beatles. 's Anderendaags zaten we natuurlijk terug met z'n allen in de Continental, zelfs heel wat meer toeschouwers, want de geruchten deden de ronde dat bruggeling Ricky Morvan vervangen was door een nieuwe "jonge" zanger uit Gent! De lunaparken en de plezierboten, zoals de Belvedère en de Mont Kemmel, lieten we voor wat ze waren en onze vaste stek was de Continental geworden. Mijn zangdebuut was gelukt! Wat verder op de zeedijk, naast de Casino, in zaal Eden speelden ondertussen de Britse covergroep The Dover... die waren klasse!
Beste lezers en lezeressen ik wens jullie allen een zalige kerst en een voorspoedig, gezond en vreugdevol 2007! Feest er maar eens duchtig op los, alsof het hier de hemel op aarde is. Alvast bedankt om mijn blog te bezoeken... doe zo verder in 2007.
Het jaar 1961 begon met de aanstelling van John F. Kennedy als 35ste president van de USA. Een maand later werd Patrice Lumumba een kopje kleiner gemaakt in Katanga door de aanhangers van kolonel Sese Seko Mobutu. Nog een maand later werd topjournaliste bij de BRT, Phara de Aguirre geboren, 30 dagen later vervoegde astronaut Frank (Burggraaf) De Winne zich bij de Ledebergse bevolking. Ernest Hemmingway legde er het bijltje bij neer dat jaar, dit terwijl Jacques Anquetil voor de tweede keer op rij de Ronde van Frankrijk won. Mijn transistorradiootje deed het nog altijd en verspreidde Blue Moon (The Marcels), Hit the road Jack (Ray Charles), Runaway (Del Shannon) en Run around Sue (Dion) met de nodige decibels. Het was toen een rage om op de zeedijk, het strand of gewoon in de winkelstraten te paraderen met je radiootje onder de arm en op die manier iedereen te laten meegenieten van je favoriete radiostation. Was ook handig in de zomer om de Tour de France op het wiel te volgen. Als veertienjarige voelde ik al de eerste kriebels om de leuke meisjes, in plooirokjes en korte sokken (bobbysox), na te lopen. Tijdens de zomervakantie trouwens keuze genoeg tussen al die toeristen... de eerste zomerliefkes deden hun intrede... het waren echt "The Happy Days"! Adieu aan de knikkerbanen op het hard zand, de jokari verdween in de vuilbak en de haren in de wind. De kleine zeilboot werd voorzien van een buitenboordmoterke, dat was minder lastig dan zeilen en veel gezelliger. Wanneer er geen fondsen meer waren om benzine te kopen, was ik ook tevreden met mijn luchtmatras in de branding. Op schoolgebied waren er geen hoogte punten om hierover te schrijven; het Kot stond nog altijd recht in Gent en de prefect was nog steeds de heer De Klerk of De Clercq. Terwijl in Jeruzalem het proces tegen oorlogsmisdadiger Adolf Eichmann begonnen was; Ricky Nelson zijn liefde voor Mary Lou over de daken schreeuwde, nam de bouw van de Berlijnse Muur zijn aanvang. Joeri Gagarin trok als eerste mens de ruimte in met zijn Vostok 1 en de Amerikanen kregen het deksel op de neus na hun mislukte invasie op Cuba (Varkensbaai). Verder geen vuiltje aan de lucht, de jaren zestig waren goed ingezet!
Ik had mijn plechtige communie gedaan dus weg met de korte broekjes en leve de lange broek! Bluejeans waren nog niet zo modieus maar ribfluweel en katoen kon men ook verslijten op de schoolbanken. Het Sint Gregoriuscollege in Ledeberg was verleden tijd en het Koninklijk Atheneum Gent Centrum ('t Oud Kot) aan de Ottogracht maakte kennis met Eddy White, toen nog Eddy Pascall. Alras had ik er een grote schare vrienden, de meeste met artistieke neigingen allerlei, zoals uw ondergetekende. Een paar namen zijn mij bijgebleven: Rudy Servaes (schrijver), Roland Bracke (kunstschilder), Marc Mallister (muzikant), Tony Deruick (boezemvriend), Frank Tombeur en Daniël Provo (ex-Mercury's, ex-New Inspiration). Ook de leerkrachten ken ik nog bij naam en toenaam, maar die vermeld ik liever niet, want met sommigen lag ik meerdere keren eens in de clinch. Voor mijn eerder vernoemde plechtige communie had ik een transistor radiootje gekregen, ééntje met zes dikke batterijen, dat ding stond nooit af. Na schooltijd kwam er tussen 17 u en 19 u slechts één radiostation uit de luidspreker: Europe 1 met het steengoede yé-yé programma: Salut les Copains! Dit had natuurlijk voor gevolg dat ik heel goed op de hoogte was van het Franse popcircuit met als koplopers: Johnny Halliday, Sylvie Vartan, Françoise Hardy, Jacques Dutronc, Sheila en Michel Polnareff. Engelstalige songs zoals I'm sorry (Brenda Lee), Only the lonely (Roy Orbison), the Twist (Chubby Checker) of Now or never (Elvis) kwamen zelden op antenne, met uitzondering dan van The Beatles en The Rolling Stones. De Fransen waren (zijn) meesters in het coveren van bovenvermelde Engelstalige hits en voor hen was Johnny beter dan Elvis. Van chauvinisme gesproken, vooral als men weet dat den Johnny in België geboren was. Radio Veronica kwam al zwalpend op de Noordzee in de ether, maar met mijn transistorke kon ik die piratenzender nog niet ontvangen. In TV kijken had ik toendertijd geen zin, tenzij dat Dennis the Menace, Lassie of The Flintstones kleurloos aan de beurt waren. Een voetbalmatch kon nog net maar mijn papa keek liever naar de Tour de France in de zomer. In 1960 was het echter een rotzomer want het regende praktisch alle dagen. Dan schuimden ik en mijn Blankenbergse vriendjes de terrasjes af op de zeedijk, in ieder café stond de TV aan om de Tour te volgen. Het strand lag er verlaten bij en de cafébazen deden gouden zaken. Fausto Coppi, Albert Camus, Willem Elsschot en Clark Gable vertrokken naar de eeuwige jachtvelden en de muziekwereld verloor haar grootste idool toen, de one and only Eddie Cochran (21 j.). Dat zelfde jaar huwde Koning Boudewijn met Dona Fabiola de Mora y Aragon en schonk zijn schoonzus Paola het leven aan Prinske Filip. Een maand later zag Bono (U2) het levenslicht en negen dagen voor mijn verjaardag kwam Geert Hoste op deze aardbol. Een tsunami in Hilo (Hawaï) kostte 61 mensenlevens op 23 mei. Meer bloed werd er vergoten toen België de onafhankelijkheid verleende aan Congo, waar Mobutu naar de macht had gegrepen. De neverending story van den Congo was begonnen! Wat zou 1961 mij te bieden hebben?
De jaren 50 liepen van een leien dakje... eerste schoolervaringen bij de nonnekes (in de franse taal dan nog) en daarna naar het Sint-Gregorius College in Ledeberg, waar Frank De Winne ook een paar broeken versleet. Frank's ouders waren vrienden en geburen van mijn ouders in die gouden jaren na de tweede wereldoorlog. Van geburen gesproken, in die tijd had ik meerdere naaste geburen door het feit dat wij (mijn ouders en ik) de ene helft van het jaar in Ledeberg woonden en de andere helft in Blankenberge. Van de ene berg naar de andere! Mijn pa was een geboren Oostendenaar en kon het zeitje (zee) niet missen. Ik was toen de enige Oostvlaming in de familie (langs vaders kant), mijn grootvader was trouwens van Pervijze (Bachten de Kupe weetjewel...). Met grootvader mocht ik dan mee op vakantie bij zijn broers in Ramskapelle (aan de IJzer) en in Veurne. In die streek haalde ik al menig kattekwaad uit samen met mijn neven Raymond (nu Vuile Mong van de Vieze Gasten) en Fernand. Ook Arthur Blanckaert (nu Will Tura) kwam ik al eens tegen, die volgde namelijk accordeonlessen samen met Mong. Als kortebroekventje werd ik al vlug een volwaardige polyglot, ik sprak vlot westvlaams, Gents en frans. Het liefst was ik toen in Blankenberge, maar dat was dus per jaar een paar keer verhuizen, maar ik vond het toch leuk en in de zomer was het alle dagen zondag! Zat ik niet op het strand dan kon je mij vinden op het water in een heel klein zeilbootje (Zwaluwklasse), de zee betekende alles voor mij.
Eind jaren zestig kwam er dan een einde aan die jaarlijkse valiezenkoers en vestigden mijn ouders zich definitief in Blankenberge. In 1956, ik was toen al 9 jaren op deze aardbol, vonden mijn ouders het nodig om iets te gaan doen aan mijn engels en stuurden mij naar Gateshead (tegen Newcastle upon Tyne) bij hun oorlogsvrienden. Die lieve mensen hadden twee dochters, Dorothy en Marjorie, waarvan er eentje mijn plaats mocht innemen bij mijn ouders tijdens mijn afwezigheid. Onnodig te vertellen dat ik daar heel rap de taal van Shakespeare onder de knie had. God save the Queen! Ik werd een meertalige tiener en de jaren zestig kwamen in zicht.
Eddy White zag het daglicht in Gent op een hete zomerdag, 10 juli 1947, in het Institut Moderne, dankzij mama Suzanne en papa Marcel. De zelfde dag werd ook Arlo Guthrie geboren en de dag ervoor O.J. Simpson. Het was een artistiek vruchtbaar jaar want ook andere "sterren" betraden deze aardbol: David Bowie, Mart Smeets, Farrah Fawcett, Dave Davies (The Kinks), Ben Cramer, André Van Duyn, Elton John, Michèle Torr, Johan Cruyff, Ad Visser (Top Pop), Ron Wood, Carlos Santana, Arnold Schwarzenegger, Roger De Vlaeminck, Stephen King, Marvin Lee Adey (Meat Loaf), France Gall, Hillary Clinton, Steven Spielberg, Ted Danson (Cheers), Jeff Lynne (ELO) en de op 2 december ll. overleden Mariska Veres. Ook op die zelfde snikhete dag kondigde prinses Elizabeth van Engeland haar verloving aan met Philip Mountbatten. 's Anderendaags vertrok uit Frankrijk het stoomschip Exodus naar Palestina, met aan boord 4500 joodse holocaust overlevenden. Het was de zomer van de eeuw, vijf hittegolven volgden elkaar op, maar ook de winter liet zich niet onbetuigd. Belgische havens waren dichtgevroren en de duinen aan de kust waren ijsbergen geworden. De BeNeLux ging op 1 januari dat jaar in werking en 24 dagen later werd Al Capone begraven en nog 4 dagen later onderging Felix Timmermans hetzelfde lot. Op het einde van 1947 vonden ze in de USA de transistor uit... en White had de lange hete zomer en de barre koude winter overleefd! Alles kon nu van start gaan...