Gezien de hoeveelheden noeste arbeid die hier de voorbije dagen zijn geleverd door zowel Herman als mezelf, kan het niet anders of de griep is overwonnen.
Toegegeven : dat laatste stukje haag snoeien was er wat over, maar ik wou het hele boeltje zo graag af hebben, dat ik na afloop mezelf bijna bovenop het afval kon draperen.
Versierd met groensnippers tot in de verste plooitjes van mijn zeer letterlijk- aantrekkelijk lijf en overdadig geurend naar kerstboom, compleet met rode bollen vanwege de dazenbeten, mijn armen stijf als kandelaars door het hanteren van de haagschaar, kon ik helaas deze thematische uitrusting niet bewaren tot over enkele maanden en was maar al te blij om die s avonds met een verfrissende douche van mijn afgebeulde lijf te kunnen spoelen.
De avondboterhammen smaakten als nooit tevoren, nu ook de eetlust er terug is en we sloten af met een koffie met twee pralinekes. De pralinekes die voor Gillian bestemd waren. De pralinekes waarvan wij er nu elke dag twee gaan eten, tot de doos leeg is.
Waarom, o waarom, heb ik niets concreets ingezet op onze weddenschap vorige week ? Nu blijkt dat ik gelijk had, zegt Herman dat 2 pralinekes per dag mijn winst is evengoed eet hij ze mee op natuurlijk. Ik had er op zijn minst een sacoche moeten uithalen, doeme toch!
Voor wie nieuwsgierig is naar de weddenschap : toen Adam en Tineke hier vorige week logeerden, leidden de kronkels van het gesprek ons tot de tonsuur : dat geschoren rondje dat de priesters voor het 2de Vaticaans concilie nog op hun kruin hadden. Ik beweerde dat het askruisje daarin gestempeld werd, ipv op het voorhoofd, zoals bij leken het geval was. Herman, nochtans een misdienaartje van het moment dat hij af de borst was, verklaarde mij zowat gek.
De afgelopen weken stonden bol van de verschillende activiteiten. Er was zoveel te doen dat bloggen er eens te meer overschoot. Als ik mijn laptop al openklapte, was het om mijn mail na te zien en hoogstens een spelletje te doen, omdat de fut er niet was voor méér. Toch gaven die dagen ook veel voldoening, omdat de werken op de verdieping eindelijk opschoten, wij onze Nederlandse vrienden een paar dagen te logeren kregen, evenals de twee jongste kleinkindjes. Ook voor de laatste week van augustus en begin september staat onze agenda reeds vol. Toen Herman na zijn terugkomst van Estland een afspraak had gemaakt met een Engelse vriendin om haar na herhaalde uitnodigingen- eindelijk enkele dagen te gaan bezoeken, was ik daar blij om, hoewel ik het moment niet zo gelukkig gekozen vond. Daags nadat we de tickets voor de ferry hadden gekocht, kwam het nieuws van de rellen in Engeland onze vriendin woont aan de rand van Londen. Mijn stressniveau steeg met de dag
Woensdag de 17de zouden we vertrekken. Eerst moest de tuin nog een maaibeurt krijgen, het scheren van de hagen zou moeten wachten tot na onze terugkeer. De motorhome was in orde, de bandenspanning ongewijzigd (oef!) en na nog een kilo goeie Belgische pralines te hebben ingeslagen, evenals de benodigdheden voor het dessert bij Gillians barbecue-voor-40-man twee dagen later, vertrokken we onder een grijze hemel. Hetvoorspelde warme zomerweer liet op zich wachten : het was somber, winderig weer en tot mijn ergernis was ik opgestaan met lichte keelpijn en een kriebel in de neus.
Na alle voorbije pech zat ik gespannen als een veer op de passagiersplaats, maar de camper deed het voorbeeldig en eens voorbij Gent werd het verkeer rustiger en begon ik wat te ontspannen. We waren van plan om in de buurt van de Ferryhaven te overnachten. De oversteek was gereserveerd voor 7u50 de volgende morgen. Even voorbij Dunkerque stopten we op een parking om de mogelijke overnachtingsplaatsen nog even te overlopen; we kozen voor de parking vlakbij de ferryhaven. Toen we van de parkeerplaats wilden vertrekken, startte de motorhome niet niks! Nada! Geen geluid, geen enkel lichtje van de hele kerstboom te zien Inwendig kromp ik ineen Ik zei geen woord, mijn lief ook niet veel, hij opende de motorkap op zoek naar het euvel. Ik was vastbesloten om me er niet mee te bemoeien, liet het maar over me heen komen, maar dan wel in de vaste overtuiging dat dit voor mij absoluut de laatste druppel was. Na wat gefrutsel onder de kap, ging ik toch maar even morele steun geven, want medelijden had ik wel met Herman. Er stond een sterke, gure wind en ik begon mij hoe langer hoe kouwelijker te voelen. Omdat hij het niet kon oplossen, werd ten langen leste de bijstandsverzeking opgebeld. Die zei ons om eerst het nr 17 te bellen, dat moet zo gebeuren op de Franse autosnelwegen. In afwachting aten we dan maar onze avondboterhammen. De Franse garagist luisterde nauwelijks naar wat Herman hem vertelde : dat het een verbinding met de batterij kon zijn en na wat pogingen om die bij te laden (wat overbodig was, want ze was ok) besloot hij om de camper weg te slepen naar zijn garage omdat er volgens hem serieuze problemen waren met de startmotor of een ernstig elektrisch probleem. Herman blijft denken dat het eenvoudiger is Als we in de garage aankomen wordt onze verzekering terug opgebeld. Ik zie het gezicht van de garagist betrekken als hij na zijn verslag te horen krijgt dat er een Belgische takelwagen gaat komen om ons samen met de wagen te repatriëren. De man had waarschijnlijk gehoopt om naast het slepen ook een vette reparatierekening te kunnen presenteren
Na anderhalf uur verschijnt de takelwagen uit De Panne(whats in a name), die ons naar huis zal slepen. De energieke man luistert naar Hermans vermoeden en in een wip heeft hij de oorzaak gevonden en opgelost : 2 kabeltjes naar de batterij zaten los! In gedachten was ik al terug thuis, had Gillian al op de hoogte gebracht van het feit dat we niet naar Engeland zouden komen en was blij dat ik met de erger wordende verkoudheid thuis zou kunnen uitpuffen.
Maar de snelle reparatie heeft mij blijkbaar even een boost gegeven en ik bel meteen naar Gillian om te zeggen dat alles door zal gaan als gepland. Wij rijden dus verder naar Calais, waar we op de grote parking de nacht zullen doorbrengen. Ondertussen is het toch al 10 uur geworden en we gaan slapen, want moeten blijkbaar al om kwart na 7 inchecken.
De nacht is echter verschrikkelijk. Ik word hoe langer hoe zieker, krijg koorts, hoofdpijn, steken in mijn gewrichten, een hevige druk op mijn ogen, zelfs mijn tanden doen pijn. Als ik lig word de druk op mijn ogen groter, dus probeer ik rechtop zittend wat te slapen lukt natuurlijk niet. Had ik maar een pijnstiller: ons eerstehulpkistje bevat alleen wat voor wondverzorging. Koppijn hebben wij nooit. Herman slaapt gelukkig gewoon door ondanks dat ik elk uur naar het toilet gestrompeld ben.
Wachten op de ochtend duurt dan wel erg lang. Ik moet niet lang aandringen om rechtsomkeer te maken, hoewel hij teleurgesteld is dat de reis niet doorgaat. Nu is mijn maag ook nog van slag en het glas water dat ik dronk is er even snel weer uit, zo gaat het de hele terugweg. Ik kan gewoon niet in de passagierszetel blijven zitten en ga op bed liggen terwijl wij naar huis rijden, een emmer veilig in de aanslag.
Nu zijn we drie dagen verder en sedert gisterenavond gaat het een heel stuk beter. Nog wat slapjes en zonder eetlust (maar dat vind ik niet erg). Herman heeft zich afgelopen dagen nuttig gemaakt met klussen, ik kon gisteren mijn toneelrol weer doornemen, alles komt goed. Onze tickets kunnen we blijkbaar nog een heel jaar gebruiken, dus dat reisje gaat vroeg of laat nog door.
Het laat zich raden dat het mini-aanrijdinkje mijn weerzin tegenover de motorhome nog vergroot en ook Herman is nu wel overtuigd om hem te verkopen, hoewel ik weet : als het alleen van hem afhing, zou hij het gevaarte liefst van al behouden. Het valt trouwens nog te bezien of hij zo vlot te verkopen is als onze garagist suggereerde.
Die nacht kan mijn onderbewustzijn flink verder kluiven aan de hele toestand, zodanig dat ik om drie uur wakker schiet en alle puzzelstukken plots logisch in elkaar lijken te passen. Wij zijn bedrogen denk ik, hoewel ik het niet wil geloven, ik wil de garagist niet wantrouwen, maar er lijkt maar één waarheid te bestaan, ook al wil ik die liever negeren : De wagen opgekrikt, zonder wielen, op een moment dat men mij niet meer in de garage verwachtte; de volle, nieuwe banden 200 km tevoren; de volgens hem zo goed als lege banden bij aankomst in België De Sherlock Holmes in mij trekt zijn gevolgen : onze dure nieuwe banden zijn eraf gehaald en er werden er oude opgezet. Omdat ik toch niet meer kan slapen, glijd ik uit bed, pak een zaklamp en ga de banden inspecteren. Natuurlijk kan ik niet uitmaken of het al dan niet de onze zijn. En banden hebben geen identificatie- nummer, veronderstel ik.
In het daglicht zien de banden er scherp ingesneden en onverdacht uit en dat is ook Hermans conclusie. Mijn nachtelijke schrik is waarschijn- lijk loos alarm geweest. Toch had ik er graag meer zekerheid over gehad, bv. door de bandencentrale eens te laten controleren; die banden waren speciaal in Duitsland besteld en niet goedkoop.
En heel graag had ik geweten of het normaal is dat de wielen eraf worden gehaald als er onder zon wagen moet gewerkt worden Is er iemand die daar wat van af weet ?
De motorhome werd einde van die panneweek bij onze garagist afge-leverd. Mijn lief vertrok voor ruim een week naar de Europeade in Estland en ik reed met onze kleine auto naar de garage, voorzien van een grote valies en een paar plooibakken om zoveel mogelijk uit de motorhome te halen.
Daags nadat ik de spullen eruit had gehaald, besefte ik, dat ik mijn MP3-speler niet had meegebracht. Waarschijnlijk zou de motorhome al op de brug staan, zodat ik er niet meer in kon, maar ik waagde het erop, sprong op de fiets en reed onaangekondigd naar de garage.
De garagist was met een gast aan een andere wagen bezig, maar de motorhome stond met de neus omhoog op een grote krik en tot mijn verbazing : zonder wielen. Vreemd, dacht ik Er was toch niets mis met de banden Ah! Misschien kan de garagist anders niet goed aan de onderkant, of zit dat wiel in de weg voor de steun van die grote krik, maar ik zei er niets over. Eigenlijk was ik gegeneerd omdat ik daar alweer stond voor iets dat ik vergeten was.Toen ik me daar voor verontschuldigde, stelde hij voor om de auto naar beneden te laten, maar ik zei dat ik wel via de krik in de wagen zou klauteren als dat mocht. Ik pakte vlug mijn MP3-speler, bedankte en reed weer naar huis om mijn toneeltekst in te spreken. Zo zou ik al wandelend gemakkelijk mijn rol kunnen repeteren.
Dinsdagvoormiddag zouden wij de motorhome gaan ophalen. De kosten waren niet min, dat hadden we verwacht, maar onze vriende- lijke garagist verzekerde ons dat we op beide oren konden slapen : de auto was veilig genoeg om opnieuw grote ritten mee te doen. Ik kon het niet laten om te vermelden dat indien er vraag van klanten zou zijn- wij hem liefst zouden verkopen. Hij zei dat de doorverkoop- waarde zeer goed was en dat hij ons op de hoogte zou houden. Toen we vertrokken, raadde hij ons aan om regelmatig de banden spanning te checken, want dat die banden vooraan bij aankomst slechts 2,5 bar hadden. Hij had ze nu tot 4,5 gevuld (ze mogen 5 hebben en wij hadden ze de laatste dag in Zwitserland nog gecheckt : alles was toen normaal). Wij waren stomverbaasd : die voorbanden waren nieuw, er was slechts een goeie 1000 km mee gereden. Had de Franse dépanneur ze om een of andere reden afgelaten???Het raadsel bleef onopgelost.
Wij reden naar huis, niet zonder een tussenstop bij de supermarkt. Ik kwam er eerst aan, reed de ruimste van de twee parkings op en ging ervan uit dat Herman met de motorhome ook daar zou gaan parkeren. Op de andere staat het meestal vol en is het moeilijk keren met zon groot ding. Terwijl ik met het winkelkarretje naar binnen rijd, zie ik de motorhome voorbijrijden in de richting van de kleine parking Tssss waarom doe je dat nu, man!, schud ik inwendig mijn hoofd. Het duurt en duurt vooraleer hij binnenkomt, ik werd zelfs al wat ongerust. Niet onterecht zo blijkt, want als we bij de kassa komen, spreekt een man hem aan, dat er dan toch een kras op zijn nieuwe auto zit en dat we na het winkelen de zaken moeten regelen.
Wij gaan kijken. Wat Herman al wist, maar ik nog niet : er zit een wit streepje van 7 cm op de hoek van de achterbumper, verder geen deuk, niks De nieuwe auto ziet er voorts onverzorgd uit, maar dat doet niets terzake : als je schade hebt opgelopen, moet die inderdaad vergoed worden. Als het mijn wagen was, zou ik een som vragen en het zelf oplossen, niet een hele bumper laten vervangen voor een wit streepje, hopelijk reageert die bestuurder ook zo. Herman blijft op hem wachten, terwijl ik - redelijk opgedraaid want verdomme-die-motorhome-weer! al met de boodschappen naar huis rijd. (wordt vervolgd)
3 uur s nachts. Ik ontwaak met een vreselijk vermoeden. Mijn lief, pas één dag thuis en nog moe van de voorbije Europeade, wil ik er niet voor wekken, maar ik lig zo gespannen als een veer en met bonkend hart naast hem, zodat hij even later toch wakker wordt van een lichte aanraking. Ik moèt het hem vertellen of ik ontplof! Zoals steeds blijft hij er rustig bij en zegt dat we het morgen zullen onderzoeken, dat hij er niet wakker van gaat liggen.
Ietwat gesust, word ik rustiger, maar kan het toch niet nalaten om alvast een en ander na te zien. Klaarwakker ben ik; in de garage zit nog een propere lading in de wasmachine, die ik dan al maar onder de koepel ga ophangen. Een duif in de boom vlakbij roefelt verschrikt van :Hola! Ist al tijd om op te staan?.
Ik klap mijn laptop open en doe een spelletje op Facebook. Och ja, waarom zou ik er niet meteen een stukje over schrijven? Het hoe en waarom van mijn ontzetting volgt als ik meer weet.
Nu probeer ik nog even of ik weer onder zeil geraak er komt al licht in de lucht.
Terwijl ik nu geniet van rust en stilte,
verliep de tweede week van juli enigszins anders
We keerden terug van een zalige
week in Zwitserland, tot we pech kregen met de motorhome. Hierna volgt verslag
van die bewuste dag, zoals ik het in mijn vakantiedagboek noteerde.
Dinsdag 12 juli 11
Om 7u50 zijn we al op. Stralend weer! We wassen ons vluchtig
en rijden verder. Op de col du Bonhomme eten we ons ontbijt. We zijn nog
slechts 500 km van huis.
10 uur : er knapt iets, alsof je uit koppeling schiet en
even later merkt Herman dat de motor niet meer trekt. PANNE! Op de N59, haast
een snelweg we kunnen nog net naar de zijkant op een redelijk veilig plekje
uitwijken. Om 10u 15 bellen we naar Ethias-reisbijstand. Ben benieuwd hoe en
wanneer we hier gaan weg geraken. We staan hier in de blakende zon. Als ik denk
aan de volle koelkast en al onze spullen Afwachten maar.
10u47 : telefoon en
Français van de lokale Assistance om nog eens te vragen waar we zijn. Ze
zullen een dépanneuse sturen over 30
à 45 minuten.
10u50 Er stopt een camionette van de Wegendirectie. Na onze
info geven ze onze gevarendriehoek terug en plaatsen kegels in afwachting van
de dépanneuse. Die is er nog veel
sneller dan men ons beloofd had!
13 u We zitten in de garage te Ste Marguerite, nabij St-Dié.
De koppeling is stuk en dat duurt minstens een week om te herstellen, want de
garagist heeft het druk. Er volgenverscheidene telefoontjes met Ethias en zijn vertegenwoordiger hier (die
gesprekken zijn wel in het Frans, maar men is erg behulpzaam) . Wij hebben de
keuze : of repatriëring van de motorhome, of hem hier laten repareren. We
kiezen voor repatriëring. In dat geval zullen ze een taxi sturen en gaan we per
1ste klasse trein naar huis. Zo om de tien minuten krijgen wij zeer
vriendelijkinfo per telefoon, hetzij
van assistance hier, hetzij van Ethias. Om 16u57 zouden we een TGV hebben van
Colmar naar Brussel, vanwaar we dan met een taxi naar huis zullen gebracht
worden.
Om 14 uur komen we aan bij het station van Colmar, na een 60
km lange taxirit met een zeer vriendelijke chauffeur die nogal wat
wetenswaardigheden over de streek vertelt.
Er zijn twee loketten open, maar hoewel vriendelijk is men
hier heel erg traag Wanneerhet
eindelijk onze beurt is (gelukkig gaat onze trein pas over 3 uur) vindt de
bediende weliswaar onze gereserveerde tickets, maar vraagt betaling van 240 .
Als ik zegt dat het voor Europe
Assistance is, haalt hij er een jonge vrouw bij, die hem allerlei van een
scherm begint voor te lezen, wat hij netjes met een pen op een formulier
invult. Maar vriendelijk? Jazeker! We eten een belegd broodje en wat van de
kersen die we gisteren bij het Lido in Luzern hadden gekocht. Die hebben we
samen met de Gommerkaas en nog enkele etenswaren in een koelbox meegebracht
naar het station. Het is 31°! Weer veel teveel voor mij. Gelukkig was de taxi
zeer comfortabel en heerlijk koel. De motorhome wordt waarschijnlijk vrijdag
gerepatriëerd. Ik sms met de kinderen en Voke. Wout wilde ons al in Brussel
komen oppikken, de schat, of ons anderszins helpen met de bijstandsverzekering,
maar gelukkig loopt alles prima.
Het is bloed-en-bloedheet. Het station van Colmar is van
1905 en het meest bijzondere eraan vind ik de tweelingglasramen uit 1996.
Thuis eens opzoeken wat het hele verhaal erover is.
Lélijke mensen dat hier rondlopen, het heeft geen naam En
aangestoten dat ze zijn! Ocharme ook zeer veel gehandicapten en extreem dikke
mensen. t Is een heel verschil met Zwitserland.
Om 16u20 : melding dat onze trein 30 minuten vertraging zal
hebben.
Om 17 u : melding van 1 uur vertraging. Ondertussen vallen
we zowat van ons houten bankje van de hitte!
Het wordt hoe langer hoe gekker ik heb het gevoel dat ik droom,
of in een verhaal van Stephen King zit. Extreem lange mensen, vele zeer
opzichtige homos, vrouwen met stokkendunne armpjes en zeer dikke buiken,
zwarten in opzichtige traditionele print-jurken. Zelfs de bedienden zijn
dik-dun-groot-klein met paarse hemden, witte kepi waarrond een rode band, hoe
verzinnen ze het? Zijn dit allemaal ingehuurde figuranten om ons uit ons
evenwicht te brengen? Er passeert een mannetje met short, O-benen, raar petje
en een minuscuul cadeauzakje, dat hij als een precieus taartendoosje ver voor
zich uitdraagt. We geloven onze ogen niet. Nu weer een man met een gemuilkorfde
pitbull aan de lijn, een vrouw met een tulband, een hond aan de lijn zonder
oren De kleren hier lijken alle wel bijeengezocht in de kostuumruimte van Dionteater,
maar dan wel door een heel foute kleedster. Ik denk dat ik hallucineer.
Het is nu 17u40 en we gaan op een bank op het perron zitten,
vermits het binnen net even heet als buiten is, maar de lucht wordt wit, dus
gelukkig geen directe zon meer.
Om 18 uur rijden we het station van Colmar uit in het
heerlijk koele 1ste klasserijtuig, weliswaar geen TGV zoals beloofd,
maar er is ruimte om te dansen, want zeer dun bezet. En het stopt maar niet !!!
Door onze wagon komt een stokoude Quasimodo gesjokt met een grote doorzichtige
plasticzak vol madeleinekes ràààr!
In Brussel moeten we even zoeken naar onze chauffeur:Een norse jongeman, die mij zelfs geen blik
waardig keurt en er met Herman vandoor stevent naar de staanplaats. Een poos
rijdt hij 160 km/u .Ik zwijg .Iedereen zwijgt. Maar om kwart over twaalf komen
we heelhuids thuis.
Morgen komt onze jongste enkele dagen thuis vanuit
Oostenrijk voor het huwelijk van Wout en Frauke op vrijdag. Hij heeft slechts
één dag om hier al zijn administratie te regelen : nieuwe ID-kaart, autokeuring
en herstelling. Hopelijk komt alles tijdig in orde, want maandag moet hij al
opnieuw aan het werk in Sankt-Johann!
Een eerste kort stukje schrijven en al meteen, hoewel ongewild, tegen schenen gaan stampen, dat is niet zo best om te beginnen Dus even iets rechtzetten. Natuurlijk was ik de vrienden van ons blogclubje niet vergeten : Bojako, Huismusje, Hotlips, Ludovikus, Myette en Natoken. We volgen elkaars blog al ongeveer van bij de start van Sennet. Zeven zeer verschillende karakters met even uiteenlopende achtergronden, die door het bloggen bevriend geraakten en al verscheidene jaren elke eerste vrijdag van de maand een namiddag samenkomen om nog eens live bij te kletsen. Zij waren de eersten die mij aanspoorden om door te gaan met bloggen, maar die ook begrepen dat het voor mij op dat moment even genoeg was, zegden dat er geen druk mocht achter zitten en dat ik mijn tijd maar moest nemen.
En als we dan toch aan het rechtzetten zijn : Sorry, aan iedereen die af en toe kwam lezen en door het plaatsen van een reactie lieten horen, dat ze hier graag even vertoeven. Het is gevaarlijk om namen te noemen, want ik zou mensen vergeten, maar toch een speciale dankjewel aan Affodil, Bomma, Jan, Lieve, Michelly, Thea, Dany, kinderen, andere familieleden en vrienden : het was altijd een positieve prikkel om te zien dat jullie hier waren.
Ter verontschuldiging wil ik toch nog even aanvoeren dat ik gisteren twijfelde om te schrijven MINSTENS twee trouwe zielen , maar omdat er eerder in die zin al AllerMINST zat, vond ik het van het goede teveel en trapte zo ongewild op andere echte trouwe zielen.
Blablablaaaa .Het kwaad is geschied, maar Mus zei al dat ze me vergeeft, ik hoop jullie ook : AL mijn lieve lezers.
Vandaag dacht ik al een stuk verslag van onze Zwitserlandreis te plaatsen, maar dat zal iets voor morgen worden. Zolang het hier nog droog is, trek ik het bos in voor een wandeling met de MP3. Er staat geen muziek op , maar een opname van mijn volgende toneelrol, want op 1 september vangen de repetities aan en moet de tekst gekend zijn.
Wie had ooit gedacht dat ik het bloggen weer zou opnemen? Toen ik er bijna twee jaar geleden mee ophield omdat ik niets origineels meer kon schrijven, was dat voor mij definitief.
Facebook was een leuk intermezzo waarin ik mijn ei toch niet helemaal kwijt kon (wie hoor ik daar zeggen Een halfje wel dan, Paz?). Ik heb geen literaire ambities, maar taal is nog steeds belangrijk voor mij en ik kan oprecht genieten van de schoonheid van goed geschreven en gesproken woord. Die laatste blogmaanden bracht ik daar niet veel meer van terecht. Ook vond ik dat ik niets origineels meer te zeggen had, vandaar dus dat verlengde sabbatjaar. Niet dat ik nù zulke bijzondere verhalen te vertellen heb, maar dat ga ik me nu eens niet aantrekken zie Twee buitenlandse vriendinnen misten zowaar mijn schrijfselsen waren mij al een hele poos aan het wakkerschudden . Daarom : dank aan Tineke in Noord-Holland en Detty in Zwitserland, die mij terug op blog-weg hebben gezet! Het gaat mij allerminst om de hoeveelheid lezers, maar het is heel prettig te weten dat er altijd wel twee trouwe zielen zullen komen lezen.
Daarmee is de kop eraf, ik ondervond dat lange stukken met gemengde onderwerpen niet boeien, dus vandaag houd ik het hierbij. Eerst een beetje roderen
Ik heb het gevoel dat ik het niet meer kan, schrijven Als ik dat al ooit kon.
De inspiratie is weg en de goesting is weg, hoewel er genoeg gebeurt, maar ik krijg het niet meer in een vorm gegoten.
Daarom is het beter dat ik dit blog afsluit.
Misschien komt de zin om de draad weer op te pikken nog wel eens terug, maar ik kan nu best helemaal afsluiten in plaats van die halfslachtige en karige berichten van de laatste tijd.
Dank aan ieder die dit blog trouw, of zelfs maar af en toe bezocht en grappige of meelevende reacties plaatste!
Langs deze weg stuur ik een hartelijke virtuele knuffel aan al mijn lieve lezers.
Zoo gij uwe beenen niet wilt breeken, blijft dan bij den eigen heerd !
Het klinkt ouderwets, maar dit schoot me spontaan te binnen toen ik daarnet door de sneeuw naar het dorp stapte en een paar keer molenwiekend naar mijn evenwicht moest zoeken, zo glad als het hier overal in de binnenstraten was.
Die uitspraak zou uit moemoe haar tijd kunnen komen en aan haar heb ik de laatste dagen al méér gedacht, waarom weet ik niet.
Maar ons moemoe zelf zou nooit dat soort plechtige taal gebruikt hebben, ze was een volkse vrouw en sprak plat Hobokens. Waarschuwingen, volkswijsheden en verzinsels kregen wij nochtans genoeg toegevoegd. Daar moest ik vorige vrijdag aan denken, toen ik bij 4° in mijn blootje vanuit de sauna door de tuin rende en in het ijskoude zwembad sprong Glimlachend hoorde ik in mijn hoofd ons moemoe een van haar meest gebruikte uitspraken roepen : Sebiet schaarde noggen fleurus oep!!! (Dadelijk scharrel je nog een borstvliesontsteking op)
Ge bedaareft oew oeëge was er ook zo een, als ik bij te weinig licht zat te lezen. Onlangs heb ik het eens aan de oogarts gevraagd en nu weet ik het dus zeker :
Er is niks van aan, Moemoe!
Madam doktoor heeft het gezegd :Teveel licht kan de ogen schaden, maar te weinig licht of een te zwakke bril doen geen kwaad, alleen zie je er natuurlijk niet zo best mee.
Vandaag kwam het er nog eens van : onze dinsdagochtendwandeling door het bos.
Sedert het begon te sneeuwen maakte ik samen met Ria nog enkele mooie wandelingen, Nora had het echter te druk met zonen-in-de examens en kerstvoorbereidingen . Toen begon het te vriezen en werd het wandelen te riskant. Een gebroken arm of been hadden we er nu ook weer niet voor over.
Ik miste de beweging in de frisse buitenlucht echt heel erg. Ria vertrok al voor Nieuwjaar naar Spanje voor de rest van de winter . Vandaag hebben Nora en ik met ons tweetjes terug de Trappistenwandeling kunnen maken.
Voor alle duidelijkheid : wij hebben geen enkele trappist gezien, noch in vaste noch in vloeibare vorm. Stàppen doen wij! En babbelen natuurlijk ook een beetje Acht kilometer doorheen de bossen rondom de trappistenabdij, dat betekent anderhalf uur genieten in de natuur.
De paden waren slijkerig en het was mistig-mysterieus, maar niettemin heerlijk om na lange tijd binnen zitten eindelijk nog eens een frisse neus te halen.
Na zeven pogingen, lukte het me toch om van ons tweetjes een foto met mijn GSM te maken J
Om halfacht gisterenavond hoorden we tot onze grote opluchting dat de A330 op Melsbroek geland was.
Ik stond op dat ogenblik bij de chinees aan te schuiven : anderhalf uur wachten op onze frikoo astemblieft! Heel de kempen had zijn avondeten bij onze chinees besteld geloof ik.
De vele klanten die er stonden of zaten te wachten, bleven echter zeer geduldig. Misschien dachten ze in het licht van de Haïtiaanse ellende dat het een groot geluk is als je alleen maar wat langer moet wachten op overvloedig eten.
Wij hadden die namiddag opnieuw Yerma gespeeld en ondervonden dat het publiek bij een matinee toch wel anders is dan dat van een avondvoorstelling : veel ouderen, die soms luidruchtig en ongepast commentaar leverden: voor de hoofdrolspelers in de gevoelige scènes was het moeilijk concentreren. Regisseur Hadewich heeft zelfs gedreigd iemand uit de zaal te laten zetten. Gelukkig hield de man zich nadien wat rustiger.
Desondanks werd het een goede opvoering. Zelf vond ik dat Judith en Pieter nu eens niet als enigen over het podium moesten rollen Nu zit ik met een blauwe kleine teen, ontveld scheenbeen en een zere pols, na een totter tijdens de duistere scènewissel. Gelukkig kon ik direct rechtkrabbelen en doorspelen. Doordat we blootvoets spelen had ik er niet onmiddellijk last van, maar na de voorstelling voelde ik mij Assepoesters boze stiefzuster : mijn linkerschoen was precies 3 maten te klein.
PJ en Lief genieten op dit ogenblik van een sneeuwvakantie, die hen van harte gegund is. Ze logeren bij Dries, die hen ook leert snowboarden. Ik hoor dat Lief er echt talent voor heeft, PJ moest de eerste dagen forfait geven wegens rugproblemen, maar ik zag hem ondertussen toch al op fotos van staan en vallen met de grote plank. Ik hoop dat ze zich amuseren en ben blij dat de broers elkaar na maanden weer eens terugzien
Ondertussen is het voor Wout allesbehalve vakantie. Die is nu naar de miserabelste plek op de wereld, om er het B-fastteam en hulpmateriaal te brengen en straks de expats hopelijk veilig van Haïti naar België te vliegen. Gisteren kreeg ik hem online en konden we nog even chatten voor hij enkele uren zou gaan slapen om nadien de terugvlucht te kunnen aanvatten. Hopelijk komen ze straks gezond en wel in ons land van melk en honing aan. Ik hoor zopas op de radio dat de A330 vanuit de Dominicaanse Republiek is opgestegen. Oef! Wout vliegt het laatste deel van de reis, vertelde hij me gisteren.
Voor Frauke is het in zulke omstandigheden extra druk, zo lang alleen met de kinderen...ook al is ze zeer goed georganiseerd en beweert- en bewijst ze telkens dat ze het allemaal aankan. Morgen vertrekt Wout alweer voor een week naar Parijs om er een cursus te gaan volgen. Gelukkig heeft zij voor volgende maand een skivakantie kunnen reserveren en kunnen ze er met hun tweetjes even tussenuit. Papie en Mamie zijn dan dubbel content, want die mogen voor hun grote kleine schatten zorgen!
Als ondergedompeld worden in een warm bad...zo voelde het meer dan gunstig onthaal van de première Yerma vraagt een toefelingaan.
Tijdens de voorstelling was al duidelijk te voelen dat ons publiek meeging. Er is vier maanden stevig gewerkt aan dit stuk, zodanig zelfs dat er nauwelijks tijd was om naast het repeteren ook eens een losse babbel met elkaar te doen. Het gevolg was wel, dat ons spel gisteren goed vlotte, maar aan deze enthousiaste reacties van het publiek had ik mij niet verwacht.
Tot mijn grote verrassing en dankbaarheid werd een staande ovatie ons deel en de commentaren achteraf waren unaniem positief, zelfsvanuit conservatieve hoek. Dat laatste deed mij nog meest van al plezier, omdat dit bewijst dat, wanneer goed gespeeld, heel veel geaccepteerd kan worden. Zelfs Frans Lawijt-zie mijn blog van 15 december- wiens vooroordelen ongewijzigd bleven, beweerde dat hij bewondering had voor de manier waarop we het brachten.
Als de toeschouwers tevreden zijn, blijven ze ook langer en talrijker in de cafetaria dan bij een minder geslaagde voorstelling. Gisteren bleek dat het wat dat betrof dus helemaal goed zat : de gelagzaal zat gedurende vele uren vol en dat is niet slecht voor de kassa van een amateurgezelschap, dat die inkomsten goed kan gebruiken J. Onze vrienden-bloggers waren goed vertegenwoordigd en hun enthousiaste aanwezigheid deed ons hartje veel deugd!
Zondagnamiddag en de twee volgende vrij- en zaterdagen gaan wij er dus met dubbele moed en geestdrift tegenaan.
Zaaltje gereedzetten voor morgen, samen met zussen
Kerstboom-biscuit maken voor 35 man
Laatste kerstkaarten verzenden
Boom optalloren
Nog wat pakjes maken
Enkele uitgestelde telefoontjes plegen
Toneelrepetitie
Douchen !!! en wel vooraleer ik aan al het bovenstaande begin, want ik ruik vast weer naar kabouter (aldus de uitspraak van een kleintje dat ik eergisteren oppaste).
Frans Lawijt, de klankman, zit er voor de tweede keer stilzwijgend bij. Hij noteert op aanwijzing van onze regisseur de precieze plaatsen waar er muziek moet ingelast worden.
Aan het einde van de repetitie vraagt een van de spelers :En Frans, wat denk je ervan?
Waarop Frans heel timide maar gedecideerd antwoordt :Tja, ik zal niet zeggen dat er niet goed gerepeteerd wordt, maar euh volgens mij is t vulgair om vulgair te zijn en anders niks.
De jonge meid die de vraag had gesteld was er helemaal haar kluts door kwijt. Zelf kon ik het me niet aantrekken. Ik weet dat er van dat anders niks niets klopt : er zit echt wel een intens verhaal in, dat om wat doordenken vraagt en die vulgaire klap is in sommige kringen dagelijkse realiteit.
Wat raar toch precies omdat het ruwe maar wel zeer natuurlijke dialogen zijn, had ik me tot hiertoe niet bekommerd om de gekruide teksten, erop vertrouwend dat het publiek zich daar ook niet zou aan storen als het maar goed gespeeld werd.
Toen ik na die repetitie in bed een stuk van mijn tekst voor Herman speelde-hij had er nog niets van gehoord en dit fragment was uit zijn context gerukt- was hij bepaald geschokt. Het moet gezegd : mijn personage heeft absoluut de grofste taal van het hele gezelschap, maar de regisseur laat mij er mijn eigen gang mee gaan en de hele ploeg ligt door mijn interpretatie geregeld in een deuk van t lachen, dus vertrouw ik er maar op dat de vrolijkheid van die teksten het haalt op de vulgariteit.
Vanuit conservatieve hoek verwacht ik hoedanook zware kritiek, maar ik durf met de hand op het hart zeggen dat ieder die aan deze productie meewerkt dit niet doet om te shockeren, maar om zichzelf en het publiek te amuseren.
Ik ben een vrouw. Paz, de naam die ik kreeg bij mijn geboorte, betekent "vrede". Beter kon ik het mij niet wensen. Herman is de schat waar ik al 43 jaar lief en leed mee deel. Samen kregen wij in die tijdspanne 3 zonen, 2 schoondochters, 2 kleindochters en 1 kleinzoon . Die zijn altijd welkom in ons nest in de rand van Antwerpen. Mensen, theater, natuur en taal staan bovenaan mijn lange lijst van interesses.