Hallo beste lezers.
Ik ben Roger Van Goethem, uw gastheer.
Vorig jaar is mijn vierde boek verschenen.
Het boek heeft de veelbelovende tittel
‘Erop en erover’ Het is een verzameling van
ludieke verhalen en kwajongensstreken uit mijn jeugd.
Mijn vorige werken zijn: ‘De trap der wijsheid’, een jeugdroman, ‘Pinkske’ een kinderboekje, en ‘De zevende hemel’ een bikkelharde misdaadroman.
16-10-2007
Slaap te kort
Slaap te kort.
Klein manneke houdt mij wakker,
Ik ga om twee, drie uur naar mijn bed.
Bomma heeft de wekker op zeven uur gezet.
Dan slaap ik zon vier uurtjes, dat is voor mij genoeg.
Maar Eliano ligt te wachten en net als ik mij voeg.
Sluipt hij in mijn kamer legt zich stilletjes naast mij.
Hij vleit zich in mijn arm slaapt in en voelt zich blij.
Dat doet hij alle dagen, sinds ik ben geopereerd.
Ik laat hem naast mij liggen hoewel bomma protesteert.
Ik lig gans de nacht te waken want het bed is wat te smal.
Zijn haartjes in mijn neus ik houd hem stevig vast en behoed hem voor de val.
Ik mag mij niet bewegen de tijd gaan traag voorbij.
Ik heb het allemaal over voor dat engeltje van mij.
Ik heb bomma nu beloofd dat het voortaan niet meer mag.
Neen, Ik zal niet weer bezwijken voor zijn lieve kinderlach.
16-10-2007
Klein manneke houdt mij wakker,
Ik ga om twee, drie uur naar mijn bed.
Bomma heeft de wekker op zeven uur gezet.
Dan slaap ik zon vier uurtjes, dat is voor mij genoeg.
Maar Eliano ligt te wachten en net als ik mij voeg.
Sluipt hij in mijn kamer legt zich stilletjes naast mij.
Hij vleit zich in mijn arm slaapt in en voelt zich blij.
Dat doet hij alle dagen, sinds ik ben geopereerd.
Ik laat hem naast mij liggen hoewel bomma protesteert.
Ik lig gans de nacht te waken want het bed is wat te smal.
Zijn haartjes in mijn neus ik houd hem stevig vast en behoed hem voor de val.
Ik mag mij niet bewegen de tijd gaan traag voorbij.
Ik heb het allemaal over voor dat engeltje van mij.
Ik heb bomma nu beloofd dat het voortaan niet meer mag.
Neen, Ik zal niet weer bezwijken voor zijn lieve kinderlach.
Eerst was ik verliefd op het standbeeld van een naakt jong meisje, in het Middelheimpark te Wilrijk. Maar omdat zij bij nader inzicht steenkoud bleek te zijn maakte ik het af. Daarna werd ik smoor op een glanzende foto van Brigitte Bardot, maar toen zij scheurde viel ook die liefde aan stukken.
Tenslotte vond ik mij een echt lief.
Ik was toen zestien jaar. Ivette heette zij.
Ik ontmoete haar op een zonnige, frisse middag in april. Het was tijdens het verjaardagsfeestje van een vriend. Er werd flink gevierd, de ouders van de jarige, ver op hun tijd vooruit, hadden hun zoon carte blance gegeven en waren er die middag op uit getrokken, zodat zoonlief gans het huis voor hem alleen had. Ronny had enkele jongens en meisjes uitgenodigd, er werd gedanst, gerookt en limonade gedronken. Sommige jongens waagden zich zelfs aan een pilsje. Ik had zo iets nog nooit meegemaakt en zat stilletjes op een bank toe te kijken naar een paar koppeltjes die wang tegen wang over en weer wiegden bij de zweemzoete stem van Pat Boone.
Yvette, stond aan de andere kant van het vertrek te dromen. Het was een klein, aardig, pittig meisje. Onze blikken kruisten elkaar. Het was alsof ik door de bliksem getroffen werd. Ik werd iets raars gewaar, later begreep ik dat het vlindertjes waren die in mijn buik fladderden.
Meer dan een uur lang zaten wij elkaar aan te staren. Telkens ik merkte, dat zij doorhad dat ik naar haar keek, wendde ik schuchter mijn ogen af. Ik was te bleu om verder iets te ondernemen.
Tenslotte vroeg zij haar jasje en vertrok. Hoewel zij een jaartje jonger was dan ik, had zij meer lef in haar kleine teen dan ik in mijn hele lijf, want zie, daar kwam de gastheer, die haar buiten liet, terug naar binnen.
Roger, Yvette wil je iets vragen,zei hij.
Ik ging naar de gang. Het meisje was klein van gestalte slechts 1,58 vertelde zij mij later. Zij wachtte even, zag dan dat er toch niets zou gebeuren als het van mij afhing, dus nam toen zelf het initiatief. Zij sloeg haar armen om mijn hals richtte zich hoog op haar tenen en kuste mij hevig. Een tongkus, ik had er al veel over gehoord maar het nog nooit eerder gedaan en het lukte zonder vooropleiding.
Wij voegden ons daarna terug bij de anderen. De rest van de middag plakten wij tegen elkaar bij het gekreun van Pat Boone, Niele Sedaka en de Paul Anka.
Ivette en ik bleven ongeveer een jaar met elkaar. Wij hebben nooit echt gevreeën, maar het was mooie en pure April love.
Door een dom ongeval was mijn achillespees afgescheurd.
Toen die terug gehecht werd moest ik voor een paar dagen in het ziekenhuis blijven. Zo leerde ik Swa kennen.
Vroeg in de morgen, reed men zijn bed in mijn kamer, schuin tegenover mijn slaapstonde. Ik schrok even van Swas uiterlijk, zijn matte ogen diep in hun paarse kassen, zijn ingevallen slapen en wangen, zijn uitstekende haast ontvleesde jukbeenderen, zijn mond zonder lippen, zijn grauw bleke huid, het leek wel of de dood ongeduldig om zijn aangezicht zweefde.
Swa werd begeleid door zijn zoon en schoondochter.
Eerst dacht ik dat Swa sliep, tot hij zijn klep opentrok, en het was een klep!
De verpleegster vertelde hem waarvoor al de knoppen van de afstandsbediening dienden om zijn bed in alle mogelijke standen te zetten. Swa luisterde nauwelijks, terecht trouwens, want bij iedere beweging kreunde hij van de pijn.
Op welk knopje moet ik drukken om u te roepen suske? vroeg hij met zijn stem van 10 beaufort.
Het rode mijnheer,zei de verpleegster.
Swa hield de afstandsbediening vlak tegen zijn neus.
Wijs het mij nog eens schatteke, ik zie niet zo goed meer!riep hij want met zijn gehoor was het ook niet al te best gesteld.
Ja, ons va ziet heel slecht, thuis leest hij met een bril die op een verrekijker lijkt,bevestigde zijn schoondochter.
Het is het bovenste knopje, zo kunt u zich nooit vergissen mijnheer,besloot de verpleegster slim.
De zoon die veel belangstelling had voor de kontjes van de stagiaires die in en uit liepen, was de aandacht voor zijn vader al lang vergeten.
Hoe hebt u die heup gebroken mijnheertje?vroeg de zuster die zich over Swa ontfermd had .
Met mijn kloten van mijne velo gevallen maske!
Ja, vader is 87 jaar en hij rijdt nog iedere dag met zijn fiets naar zijn jongste zuster toch zon drie kilometers verder,zei de schoondochter.
Zeg Marie, ge moet niet blijven zenne, mijne velo is daar blijven liggen, ga die maar zoeken, hij is misschien al gerat!
Maak je daar maar geen zorgen over va. De Loe heeft die meegenomen, jouw fiets staat bij hem in zijn werkhuis.zei Marie.
De Loe, de Loe, houdt die maar in de gaten die vuile dief!
Allee va, wat zeg je nu weer allemaal, de Loe is je vriend.
Marieke kinneke, als het om oe gerief gaat hedde geen vrienden.
Wanneer gaan ze hem opereren zuster?
Dat zal pas in de namiddag zijn mevrouw, de dokters zijn allemaal bezig.
De zoon die genoeg kontjes bekeken had reageerde onmiddellijk.
Kom Marie wij zijn er mee weg. Va, ik zal eens naar uwe velo gaan zien.
Das goed jongen, dan zen ik gerust.
De zoon was blij dat hij er zich zo vanaf gemaakt had. Het afscheid was koel en onverschillig.
De verpleegster gaf Swa een hospitaalschortje. Trek dat maar aan, alleen uw onderbroek aanhouden.commandeerde zij.
Allee schatteke, ik kan mij bijna niet bewegen, hoe zou ik dat moeten doen?
De zuster begon aan de arm van Swa te trekken.
Au, me de Godverdomme!brulde de man van de pijn.
Kom, Kom, niet vloeken hé mijnheer.
Niet vloeken, gij weet niet hoeveel pijn dat doet zeker?
Dan zullen ze u beneden wel uitkleden als u al wat verdoofd bent,besloot de verpleegster op bitsige toon.
Een kwartiertje later kwam zij terug met een lintmeter. Zij trok de dekens opzij.
Ik kom uw maten nemen,zei ze
Toch niet van mijn kist zeker?
Neen voor uw kousen.
Ik moet ekik geen kousen hebben, ik heb sokken aan!
Dat zijn speciale kousen tegen het flubiet.
Dat is niet nodig, ik heb ekik geen flubiet!
Maar u kunt dat krijgen na de operatie.
Swa haalde de schouders op en schudde het hoofd.
Kort nadien kwam een andere verpleegkundige naar het bed van Swa.
Als u de fles of de pan moet hebben moet u maar bellen hoor mijnheer,zei zij vriendelijk.
Swa had blijkbaar iets gans anders verstaan want hij antwoordde.
Och vriendeke, voor mij is dat allemaal goed, ik eet alles manneke!
Dan kwam de verpleegster terug met de lange witte kousen.
Amaai, zijn die nu al af!zei Swa hoogst verwonderd
Die kunnen wij nu al aantrekken dat gaat geen pijn doen,zei de zuster.
Maar maske toch, ge hebt verkeerd gemeten, die spannen ik weet niet hoe hard.
Dat is de bedoeling mijnheer.
Zie mij hier nu liggen ik ben precies ne communicant!
Wij lagen nu alleen in het vertrek, Swa keek in mijn richting en begon opnieuw zijn verhaal over zijn val me de fiets. Ik luisterde geduldig en dat viel best in zijn smaak.
Hij vertelde honderd uit over zijn verleden, over zijn vrouw waarmee hij 66 jaar getrouwd was geweest en die na een lange periode Alzheimer vorig jaar gestorven was.
En hier ligt Swa nu een sukkelaar helemaal alleen en verlaten.
Je hebt toch kinderen Swa,zei ik troostend.
Ja, twee zonen, maar die zijn alleen op mijn geld uit en zeker hun wijven. Ons Marie die hier daar juist was, dat is juist een ekster. Alles wat blinkt, moet zij hebben. Mijn vrouwke was maar net gestorven of ze moest al haar juwelen hebben. Die van mijnen oudste, is met 10.400 euro van mij weg die heb ik uit mij kot gesmeten. Neen, kinderen bedankt zenne!
Om drie uur kwamen ze Swa halen voor de operatie. Hij had mij zowat de helft van zijn lang leven verteld.
Toen men zijn bed naar de gang reed Keken zijn doffe ogen nog even in mijn richting.
Jongen, als ik niet meer terug mocht komen zeg dan tegen mijn kinderen dat ik ze graag zag,zei hij voor een keer met een stille stem, en ik zag een traan over zijn perkamenten wang lopen.
Omdat ik aan die peer van toen dacht, kreeg ik zon enorme trek in een lekkere peer. Een sappige Doyenne of een harde zoete conference kan ik met veel smaak naar binnen smikkelen. Vandaag ging mijn voorkeur naar de conference.
Eliano, nu jij toch zon flinke kerel bent, die al alleen boodschappen kan doen, wil jij voor bompa eens een kilogram peren halen bij Maes,
Of hij dat wou!
Natuurlijk bompa,antwoordde hij blij.
Eén kilogram conference,zei ik.
Wacht ik zal het op een briefje schrijven,zei bomma.
Door zijn gretigheid vergat klein manneke het briefje op de tafel.
Je hebt je briefje vergeten!riep bomma aan het raam.
Niet nodig bomma, een kilogram conference peren,riep hij snugger terug.
In een oogwenk was hij terug. Ik hoorde de deur opengaan en dacht dat hij de boodschap vergeten was, maar neen hoor hij overhandigde mij de papieren zak met de smakelijke vruchten.
Dat heb je goed onthouden Yano,zei ik prijzend.
Eigenlijk, was ik verkeerd in de winkel, bompa,biechtte hij eerlijk op.
Hoezo?
Ja, ik dacht dat ik Toscaanse peren moest vragen.
Toscaanse, het leek wel of hij op vakantie met premier Verhofstadt was geweest, die gaat ieder jaar naar die streek. Maar ja, Toscaanse en Conference het lijkt wel een beetje op elkaar. En dan?Vroeg ik
Bart wist dat het de deze moesten zijn, dus hier zijn je peertjes bompi, zei hij.
Bompi zegt hij alleen als hij mij voor de gek houdt, dus...
Je wist het nog wel hé deugniet.
Conference was het hé bompi.
Foei, foei, foei, zo klein en een grijsaard voor de gek houden, wacht maar klein manneke, bompi is nu aan zet!!!
Deze morgen, ik stond met mijn rolstoel in de badkamer om mij wat te verfrissen, toen ik bomma hoorde zeggen:
Eliano, bomma heeft twee broden en veertien broodjes bestelt, bij de bakker zou jij die al alleen kunnen halen?
Ja,ja, bomma dat kan ik!!!hoorde ik klein manneke enthousiast roepen.
De bakker is amper honderd meter van ons vandaan, maar Eliano was nog nooit alleen naar buiten geweest.
Als je beloofd aan het zebrapad over te steken en als het mag van bompa, mag jij alleen naar de bakker.beloofde bomma.
Ik had al lang besloten dat hij mocht gaan.
Ik herinner mij nog de eerste keer dat ik naar de winkel mocht gaan.
Ik moest naar Den Dooreen kruidenierwinkeltje achter onze hoek, om een doosje sterretjes voor in de soep. Door, de winkelier, kende de kunst om zijn fruit op een aanlokkelijke mannier voor zijn winkel te exposeren. Het waren vooral de heerlijke grote Flippen die mij deden watertanden.
Door, voor mij een doosje sterretjes en die peer,wees ik het dikste exemplaar aan.
Blij als een konijn op een klavertjesveld rende ik naar huis.
Toen ik thuis kwam was de blijheid vlug over.
Wie heeft jou gezegd om een peer te kopen?vroeg ma streng.
Zij zag er zo heerlijk uit makezei ik, want ik voelde dat er wat ging zwaaien.
Ik kreeg een ferme draai om mijn oren en moest de peer onmiddellijk terug brengen.
Diep vernedert, met mas rode vingers op mijn wang, gaf ik de vrucht terug aan Door.
Hier je krijgt ze van mij,zei de winkelier medelijdend.
Neen, schudde ik.
Ik keek aan het raam. Trots als een koetspaard zag ik Eliano naar de bakker paraderen. Fier kwam hij terug met zijn bestelling.
Zelfs al mocht hij een koffiekoek voor zichzelf gekocht hebben, had hij geen ruzie maar een dikke knuffel van bomma gekregen. Gelukkig zijn de tijden veranderd. Mijn moeder zal het toen ook wel goed bedoeld hebben.
Deze morgen, ik stond met mijn rolstoel in de badkamer om mij wat te verfrissen, toen ik bomma hoorde zeggen:
Eliano, bomma heeft twee broden en veertien broodjes bestelt, bij de bakker zou jij die al alleen kunnen halen?
Ja,ja, bomma dat kan ik!!!hoorde ik klein manneke enthousiast roepen.
De bakker is amper honderd meter van ons vandaan, maar Eliano was nog nooit alleen naar buiten geweest.
Als je beloofd aan het zebrapad over te steken en als het mag van bompa, mag jij alleen naar de bakker.beloofde bomma.
Ik had al lang besloten dat hij mocht gaan.
Ik herinner mij nog de eerste keer dat ik naar de winkel mocht gaan.
Ik moest naar Den Dooreen kruidenierwinkeltje achter onze hoek, om een doosje sterretjes voor in de soep. Door, de winkelier, kende de kunst om zijn fruit op een aanlokkelijke mannier voor zijn winkel te exposeren. Het waren vooral de heerlijke grote Flippen die mij deden watertanden.
Door, voor mij een doosje sterretjes en die peer,wees ik het dikste exemplaar aan.
Blij als een konijn op een klavertjesveld rende ik naar huis.
Toen ik thuis kwam was de blijheid vlug over.
Wie heeft jou gezegd om een peer te kopen?vroeg ma streng.
Zij zag er zo heerlijk uit makezei ik, want ik voelde dat er wat ging zwaaien.
Ik kreeg een ferme draai om mijn oren en moest de peer onmiddellijk terug brengen.
Diep vernedert, met mas rode vingers op mijn wang, gaf ik de vrucht terug aan Door.
Hier je krijgt ze van mij,zei de winkelier medelijdend.
Neen, schudde ik.
Ik keek aan het raam. Trots als een koetspaard zag ik Eliano naar de bakker paraderen. Fier kwam hij terug met zijn bestelling.
Zelfs al mocht hij een koffiekoek voor zichzelf gekocht hebben, had hij geen ruzie maar een dikke knuffel van bomma gekregen. Gelukkig zijn de tijden veranderd. Mijn moeder zal het toen ook wel goed bedoeld hebben.
Hij stopt de lange kaarsenaansteker onder het papier.
De vlam likt de verfomfaaide krant.
Het vuur grijpt om zich heen.
De dorre takken schieten aan.
Twee kleine handjes wrijven zich in elkaar van plezier.
Glinsterende oogjes kijken naar het openstaande
deurtje van mijn houtkacheltje.
Mag ik er nu de kastanjes inwerpen bompa?
Ja, maar dan moet het deurtje dicht want die gaan ploffen.
Neen, dan wacht ik nog eventjes
Mijn keteltje op d hete plaat, begint te pruttelen.
Thee Eliano?
Met vier klontjes bompa.
Het zal mijn gedacht wel zijn maar ik vind thee, gemaakt met water uit mijn koperen keteltje, toch net iets lekkerder.
Wij slurpen van het heerlijke hete nat.
Hij werpt een handvol kastanjes op de gloeiende takken.
Ik sluit het deurtje. Kleine explosies volgn in mijn gietijzeren kacheltje.
Ik zet mij op de sofa, hij klimt op mijn schoot en vleit zich tegen mij aan. Ik hoor zijn regelmatige ademhaling. Hij slaapt, moe van het sprokkelen, loom van de kachelwarmte.
Zalig denk ik. Ik sluit mijn ogen en samen dwalen wij heerlijk door dromenland.
Vannacht verschrikkelijk gedroomd, opeenvolgende nachtmerries vol overleden mensen. Mensen die ik lief heb gehad, maar die mij deze nacht in mijn slaap kwamen kwellen.
Daarom ben ik vanmorgen met een zware kop opgestaan en blijven mijn gedachten in het verleden hangen. Kortom ik ben in een nostalgische bui.
Nu echter bewust, en ik tracht de goede herinneringen uit mijn jeugd op te roepen. En kijk, ik ben terug zeven jaar. Het is december kersvakantie1949. Ik ontwaak in mijn slaapkamer. Ik beslaap het grote twee persoonsbed, alleen, want mijn zus die veertien jaar ouder dan ik, is onlangs getrouwd. Dus nu is het grote bed voor mij alleen. Ik kijk rond in het vertrek en zie de oude vertrouwde dingen terug. Vlak voor mij zie ik in de geslepen spiegel van de kleerkast, waarin ik graag grote regenboog gekleurde speekselbellen in blaas. Rechts tegen de lange muur staat een lavabokast met een grote spiegel in het midden en twee smallere uitklapbare spiegels aan de zijkant, waarin men zijn achterhoofd kan bekijken.
Op het marmeren blad staat een zandkleurige lampetkom die al jaren niet meer gebruikt is. Links daarvan, rijdt op een kunstig gehaakt lapje, een porseleinen koets met een op de bok een fier koetsiertje en in de karos een weelderige freule die mij glimlachend aankijkt en waarop ik eigenlijk een beetje verliefd ben. Dat beeldje heb ik voor moederdag gekocht, omdat ik het zelf zo mooi vond mocht ik het op mijn kamer zetten.
Ik ga op mijn hoofd staan en kijk zo naar het, met schakeringen ingelegde, kersenhouten juwelenkistje van mijn vader.
Pas spaarcenten zitten erin en ook zijn gouden uurwerk, dat hij alleen maar s zondags draagt.
Ik ging er dikwijls in kijken en soms zat er veel geld in, maar nooit kwam het bij mij op om er ook maar één cent uit te nemen. Als er geld genoeg geld in zat, zei pa dat hij de bank liet springen, dan kleedde hij zich op en ging voor een paar dagen op kroegentocht, tot hij blut weer thuis kwam. Zijn gouden armbanduurwerk heb ik geërfd, maar zon twintig jaar geleden ben ik ze door het stokken werpen, bij het spel met de hond, in de duinen verloren. Het spijt mij pa, want ik had het graag doorgegeven aan mijn kleinzoontje.
Ik hoor vreemde klanken op de straat, geluiden die zo anders lijken. De klepperende hoeven van het bakkerspaard klinken holler en meer gedempt. Ik hoor geschraap van blik tegen de straatstenen. Ik vermoed wat dit betekend. Ik spoed mij naar het raam. Schuif snel de gordijnen opzij. Ik word even verblind door het felle licht dat de verduisterde kamer induikt. Mijn mondhoeken krullen zich naar boven in een lach. Ik wrijf de ijskristallen van de ruit. Het sneeuwt, het sneeuwt, giert het in mij!. Ik zie sommige van mijn vriendjes die een grote sneeuwbol rollen, klaar om er een sneeuwman van te maken. Sneeuwballen vliegen over en weer. Charlotje ligt op haar rug en maakt met haar armen een engeltje in het midden van de straat.
Hé, luilak het is al tien uur, maak je vlug klaar, de straat op, het sneeuwt.zegt mijn moeder blij.
Zij geeft mij een dikke zoen, en zie ze leeft niet dood zoals deze nacht.
Dagdromen zijn veel mooier, die kun je zelf manipuleren.
Nu heb ik je vuile Arabier gierde het door hem heen.
Op de grond, zijn kleren doorweekt met het bloed van gedode burgers en soldaten, keek een jonge Irakees recht in de loop van zijn geweer.
Twee kastanjebruine ogen keken Sonny vragend aan.
Alstublieft laat mij leven,smeekte de Irakees
Sonny zag dat er geen soldaat maar een kind voor hem lag.
Hoeveel van mijn Amerikaanse vrienden heb jij al gedood?vroeg Sonny vertwijfeld.
Ik doodde nog nooit een mens, ik zoek mijn vader, hij is hier waarschijnlijk ergens in de buurt, misschien wel omgekomen.
Sonny kreeg medelijden met de knaap en liet zijn wapen zakken. De vuile Arabier was plots een kind, een jongen ongeveer zo oud als zijn jongste broertje.
Sta recht en ga verder je pa zoeken young man,
Moge Allah u beschermen Amerikaan.
Plots ging er een kogel door het hoofd van de jongeling. Sonny zag zijn schedel uit elkaar barsten en zijn hersenen in het rond spatten.
Achter hem stond zijn vriend.
Ik kwam net op tijd makker,lachte Sam zonder enige emotie.
Het was een jongen Sam, die zijn vader zocht. Jij vermoorde hem Sam, een kind nog!
Sam haalde zijn schouders op.
Sorry, Ik dacht dat hij je bedreigde Sonny. That is war man, that is war.