Hallo beste lezers.
Ik ben Roger Van Goethem, uw gastheer.
Vorig jaar is mijn vierde boek verschenen.
Het boek heeft de veelbelovende tittel
‘Erop en erover’ Het is een verzameling van
ludieke verhalen en kwajongensstreken uit mijn jeugd.
Mijn vorige werken zijn: ‘De trap der wijsheid’, een jeugdroman, ‘Pinkske’ een kinderboekje, en ‘De zevende hemel’ een bikkelharde misdaadroman.
Elianos oom heeft vorige week een konijntje gekocht. Het heet Snuffeltje.
O! Bompa, wat een lief klein konijntje, zei klein manneke.
Het is zon klein pluizig ding. Ik vind het zelf ook schattig.
Woensdagavond was het zover.
Bompa, mag ik ook een konijntje?
Ik keek hem nietszeggend aan, hoewel ik op dat moment al wist dat er een konijntje zou komen.
Please bompa?
De bomma die aan de andere kant van de zetel zat knikte achter zijn rug naar mij.
Ik had niet anders verwacht, want wat zou zij haar zonnetje weigeren. Daarom zei ik:
Elianoke, dat moet je aan de bomma vragen. Wetende wat het antwoord zou zijn.
Het mag van bomma!
Dan zal ik er eens over nadenken,plaagde ik.
Goed, je krijgt een konijntje zei ik onmiddellijk daarna.
Joepie, gaan wij er eentje kopen, waar oom Grigori Snuffeltje gekocht heeft?
Neen, want hij heeft er 15 euro voor betaald en dat vind ik te veel, en daarbij, ik wil een hangoor konijntje.
Dus wij op het net, zoeken bij kapaza. Wat een keuze!
Slachtkonijnen las klein manneke bij een aanbieding.
Wat bedoelt men daarmee? vroeg hij.
Niets van aantrekken dat zijn niet die welke wij zoeken, ontweek ik
O! Kijk hier wat snoezige,wees hij.
Inderdaad het waren dotjes, hangoortjes voor 5 euro.
Vlug de verkoper gebeld.
Het was wel een adres op een 40 km van mijn huis.
Het was een vriendelijke dame die ons de fotos van
Het hele nestje doormailde, waaruit wij dan het
mooiste mochten kiezen. Bovendien werkt de mevrouw in Antwerpen waar wij dan ergens afspreken om de diertjes te halen.
Klein manneke koos een grijs en de bomma, jaloers als ze was koos er een tweede, een bonte angora net een lapjeskatje.
Tegen het einde van volgende week mogen de kleintjes pas van de moeder weg. Zolang moet klein manneke nog geduld hebben en dat is moeilijk. Wel tien keer per dag vraagt hij waarom de konijntjes nu nog niet kunnen komen.
Zeg bompa, zei hij gisteren avond, Als wij dat moedertje nu eens mee kochten, dan moesten wij toch niet langer wachten.
En die andere vijf kleintjes dan?
Die kunnen wij toch ook kopen bompa.
Gisteren nacht had ik een verschrikkelijk nachtmerrie. Ik was een gigantische wortel, honderden konijnen met vlijmscherpe tanden zaten mij na. Telkens verschanste ik mij achter een dikke deur. Maar de hongerige monsters knaagden er telkens weer een gat in.
Klein manneke riep altijd maar.
Zie je wel bompa dat ze al van hun moeder weg mogen!
Na ons stevig middagmaal vertrokken wij met de bus naar t Sint-Anneke .
De donkere tunnel konijnenpijp door. De konijnenpijp werd gegraven eind jaren dertig. Zijn naam heeft deze tunnel te danken omdat hij zo smal en lang is en werkelijk het enge gevoel geeft alsof je in een konijnenhol zit. Hij heeft maar twee rijvakken. Hij is af te raden aan mensen met claustrofobie.
Zitten wij nu echt helemaal onder de Schelde bompa?
Ja, pluisje.
Dan zwemmen er nu haaien boven ons hoofd, zoals in aquatopië.
Neen, zotteke, in de Schelde zitten er geen haaien.
En octopussen, en piranhas, of pijlstaartroggen?
Hij begon nu alle gevaarlijke vissoorten die hij kende op te noemen.
Toen ik het beu werd om telkens neen te knikken zei ik:
Neen Eliano, enkel kabouters te paard met melkflessen op hun hoofd.
Gekke bompa, paarden hebben geen vinnen,zei hij lachend.
Uiteindelijk waren wij de tunnel uit. Wat later stopte de bus aan het strand van t Sint Anneke
Wij kuierden samen langs het ongeveer één kilometer lange strand. Beneden aan de waterskant was het slip zwart en vies van de geloosde olie. Enkele zeilscheepjes tekenden hun witte zeilen in het donkere water. Aan de overkant van de rivier schilderde, de kathedraal, de trots van de Antwerpenaar, zijn rijzige gestalte in de azuurblauwe lucht. Antwerpen is pittoreske van op de linker Schelde oever, ik ben nog altijd verliefd op mijn stad met haar rijke verleden. Wij zitten naast elkaar in het zand, klein manneke en ik. Ik vertel hem over Antwerpse geschiedenis, uren lang als het mag, en Eliano is een aandachtige luisteraar, met honderden vragen. Die mij steeds weer op een nieuw verhaal brengen.
Kom ik had beloofd dat je mocht mini golven,zei ik ten slotte.
Tof in den hof! riep hij, met een uitroep die ik hem geleerd had.
Aan het golfterreintje is een gezellige taverne verbonden. Ik zat rustig met een drankje aan de kant, terwijl klein manneke er met zijn golfstick op los sloeg. Hij was de enige speler op het terrein, dus hij had tijd en plaats genoeg vond hij
Eliano, het is geen baseball hoor, zei ik omdat ik bang werd voor de glazen en de hoofden van de andere consumenten, die bang zaten toe te kijken naar het jong geweld.
Kijk jongen, bompa zal het nog eens voordoen.
Ik sloeg voorzichtig tegen het golfballetje, niet hard genoeg om voorbij de hindernis te geraken.
Zie je nu wel bompa, zo gaat dat immers niet vooruit. Kijk je moet niet door maar over die molen meppen.
Hij voerde daad bij het woord en gaf het balletje zon dreun dat het ver weg buiten het golfterrein ergens tussen het gras terecht kwam.
Ga het nu maar zoeken, want als het verloren is moet bompa vijftig euro boete betalen. Loog ik.
Vijftig euro, o my God, daar moeten wij een week eten mee kopen,riep hij naar een paar mensen die van het lenteweer genoten en mij hierna medelijdend aankeken.
O my God, had hij op tv gehoord, het is weer de grote mode bij de jeugd.
Ga maar vlug zoeken kom, of bompa zal nog van honger omkomen,antwoordde ik schaapachtig naar de zonnekloppers kijkend.
Het duurde heel lang voor hij zijn balletje terug had gevonden, met als gevolg dat hij het nu wat rustiger aan ging doen.
Telkens hij een hole geput had, kwam hij met zijn scorekaart naar mij opscheppen.
Kijk eens bompa, slechts in drie keer,blufte hij, maar hij vergat er bij te zeggen dat hij daarvoor zeker vijftig keer geoefend had.
Een mevrouw die de taverne verliet, kwam klein manneke het koekje van bij haar koffie brengen.
Zeker een dame die van die vijftig euro had gehoord dacht ik.
Toen wij terug naar huis terug keerden heb ik klein manneke verteld dat hij zo van die vijftig euro niet meer mag roepen.
Mogen de mensen dat niet weten bompa is dat dan te veel soms?
Nadat wij van De oude landen terug thuis waren, stond de bomma klaar om samen naar de markt te gaan. Iedere woensdag is het bij ons in Ekeren markt en daar gaan wij altijd Markten. Vooral de groenten en het fruit is er voordelig en daar ons bomma nog iedere dag verse groenten op de tafel tovert, mogen wij die marktdag niet missen. Stel je voor, drie kg spinazie voor 2 en 3 kg stoofprei voor 3.
Ja lieve Hollandse freakjes, bij ons stooft men prei en dient die op in een bechamelsaus. Met een lekker Koteletje erbij en bruine saus, keilekker.
Lang geleden kocht ik mijn prei over de grens bij een boer uit Ossendrecht, die man was er verwonderd over dat wij Belgen, prei stoofden, en hij zei dat men er in Nederland enkel soep van kookte.
Wij deden onze inkopen en flaneerde verder de markt af.
De grote attractie was een marktventer die een nieuw soort sladroger demonstreerde. De man was zon spraakwater dat het wemelde van het volk om zijn kraam. Hij wist zijn klanten te bespelen als een stand- up comedian.
Ik zelf had geen behoefte aan zijn product, want ik wikkel mijn gewassen sla in een keukenhanddoek en stophem in de centrifuge van mijn wasmachine, zeer efficiënt.
Klein manneke gaat niet voorbij het Marokkaans kraampje, voor hij van het ene en het andere geproefd heeft. Vooral zoetigheden, behalve dadels en vijgen, daar griezelt hij van. Noten daar is hij helemaal gek op. Zeker de Braziliaanse, wij kopen er iedere week ½ kilogram van en die worden steeds weer verslonden.
Mij krijg je niet voorbij het viskraam, ofwel koop ik ongepelde garnalen, waarvan ik enkel de kop en de staart aftrek, of een gerookte haring met kuit. Ik ben gek op de kuit, de rest van de vis werp ik weg.
Voor wij naar huis gaan, drinken wij nog wat op het plein. Ik twee trappisten, de bomma een koffie, Eliano drinkt Fanta of ice-thea.
Na ons middagmaal stonden klein manneke en ik klaar om naar Het sint Anneke te gaan.
Geboren in hartje oorlog op 24 maart 1942. Als echte Antwerpenaar hou ik van mijn stad. Ik ben op rust gesteld verzekeringsinspecteur, docent verzekeringen en vul mijn tijd nu met schrijverij.
Mijn hobby's zijn Kortverhalen en gedichten schrijven en de opvoeding van mijn kleinzoontje Eliano.
Ik ben gehuwd met een prachtige vrouw, mijn schatje, Christiane. Samen hebben wij vier zonen. Sonny, Grigori, Dimitri en Kevin. Uit mijn eerste huwelijk heb ik nog een fijne zoon Yves.
***
Wil je een origineel rijmpje of een gedicht voor de ene of andere gelegenheid.
Op de veertjes van jouw engelenvleugels Valentijntje
Wil ik deze kussen naar mijn liefste dragen.
Zoals jouw eindeloos, tijdloos leven Valentijntje
Wil ik van haar houden tot het einde van de dagen.
Met de zachtheid van je engelenhuid Valentijntje
Wil ik haar met mijn vingertoppen teer beroeren.
In jouw liefdes hemel mijn lief Valentijntje.
Wil ik haar naar de verste hoogten van extase voeren.
Ik wil kussen zoals je het altijd op de film ziet.
Heeft Brad Pitt zijn kus dan zoveel meer muziek?
Als ik kus, hoor ik die honderden violen niet.
k Krijg er complexen van ik word melancholiek.
Als Richard Gere maar even naar een meisje kijkt,
begint een groot orkest ergens zacht te spelen.
Het enige wat ik met mijn stom gekijk bereik.
Is dat het meisje zich verschrikkelijk gaat vervelen .
Dus geen muziek voor mij, och God t kan me niet schelen.
Ik ga naar mijn dvd, stop er een romantische cd in.
Ik pak je vast mijn schat en ik zal zo je passie stelen.
Dan kunnen Pitt en Gere met hun orkest de boom in.
Seks zoals bij hem thuis.
Ze hadden heel de nacht geflirt van dezevenen tot de vijven.
Met de moraal was 't al gedaan alleen tweekleffe lijven.
En op de stoep vlak voor haar deur stonden zij fel te kussen.
Zij vroeg of hij mee naar boven kwam, zij zou het vuur wel blussen.
Een krüner kreunde op de plaat t vertrek door zweet bezwangerd.
Het vreemd gaan ging hem niet zo goed de dorpshengst werd een bangerd.
Maar zij begerig naar t vervolgwas brandend van verlangen.
Dat ding dat zo belovend was bleef zo ontgoochelend hangen.
Kom hier mijn schat en geef het mij ik kan niet lang meer wachten.
Ik sta in vuur en vlam voor jou waar zijn toch je gedachten.
Kom doe zoalsthuis, als bij je vrouw en sta daar niet te leuteren.
Hij lieteen scheet, viel op de bank en begon zijn neus te peuteren.
Herinneringen
Dank je lieve Cobie, ik vond het toch zo fijn.
Dankzij die melodietjes terug even jong te zijn.
Dat waren eens mijn jaren van levenslust en jeugd.
Dat even weer te horen, doet een oude man soms deugd.
Wij lachten en wij dansten, wij gingen uit de bol.
Met al die leuke dingen, de tijd van rock en roll.
Dat waren andere tijden geen messen of geen shit.
Wij hadden dat niet nodig, wij zelf wel pit.
Als ik weer aan die tijd denk, dan krijg ik kippenvel.
De liefdes van die jaren verdwenen vaak te snel.
Ik zit nu in mijn zetel, kijk stil naar mijn tv.
k Denk aan de jaren zestig, en maak ze nog eens mee.
Valentijn knuffeltjes
Een kusje op je neusje.
Een likje in je hals.
Zo verder naar beneden..
Ronddraaiend als een wals.
Want zo maak ik je wakker
Wij vrijen gans de dag.
Je giechelt vind het fijn.
Want het wordt weer bijzonder
De hete dag van Valentijn.
Lekker stout.
Ik heb vandaag iets erg stout gedaan.
En ik heb één uur in het straf gestaan.
Ik heb met verf op de muur geschreven.
Het helemaal in het rond gewreven.
De juf was boos, ze noemde mij kapoen.
Ik heb beloofd om het nooit meer te doen.
Ik vond het toch grappig en het was zo fijn.
Wat is het prettig een klein kleutertje te zijn.
Aan mijn zoon Dimitri (negenentwintig)
Hij braakt zijn onzin uit, een doos vol fantasie.
Verwaande woorden in een vlaag van euforie.
Vage beloften die hij over zijn toekomst spuit.
Hij liegt, belooft, hij kraamt enkel onzin uit.
Hij leeft immers in andere sferen, snap hij dat dan niet.
Zijn schijnleven, hij geniet van wiet, en coke en spied.
Dus meisje, als jij eens voor seks bij hem wilt komen.
Ben jij een meid, gepakt, vlug zonder liefde meegenomen.
Hij kent geen echte vrienden geen geluk en geen verdriet
Alleen bedwelming van cannabis, en foute energie van spied
Hij houdt zijn ouders, zijn familie, zijn omgeving voor de zot.
Maar vooral zichzelf want hij rookt en slikt zich helemaal kapot.
Ik hoor hem zeggen lul niet man, dan moet het zo maar zijn.
Ik wil graag sterven bij een zalig, lange witte lijn.
Moeder baarde je niet om je in die waanzin te zien leven.Zij gaf jou alles en nog meer, wil jij voor haar die troep opgeven
Erotische fantasieën
Ik koop voor jou een slip van blauw satijn.
Een blinddoek en ideetjes fijn.
Jouw kontje lekkerder dan marsepein.
Ik vreet je op met Valentijn.
Vertrouw geen krokodil.
Een leeuw die niet van zwemmen hield, vroeg aan een krokodil.
Breng mij hierover, waar die zebra staat, t is daarheen dat ik wil.
De krokodil die honger had, bekeek de leeuw en zei toen Kameraad,
Ik breng je over als jij belooft, dat je mij de helft van de zebra laat.
De leeuw die nogal gulzig was vond de helft veel en zei: Je krijgt een bil.
Ze knikte, maar dacht ik krijg je wel, het is veel meer wat ik wil.
Kom stap maar op, mijn goede vriend, zij schoot met volle kracht vooruit.
Maar plots wierp ze de leeuw eraf, verslond hem toen met haar en huid.
En de moraal van het verhaal, luister goed en houdt het stil.
Leer zwemmen als je graag zebras lust, vertrouw geen krokodil.
Woorden.
Woorden dwarrelen om je heen.
Je wilt ze allemaal begrijpen.
Vaak honderdduizend, dan weer geen.
Je moet ze langzaam laten rijpen.
Soms gevuld met liefde, dan weer koud.
Je moet ze van elkander onderscheiden.
Eerst zijn ze braaf en dan weer stout.
Ze maken blij, of ze doen je lijden.
Want woorden kunnen zoveel zeggen.
Eens zijn ze helend, dan weer vol pijn.
Je kunt ze beter naast jou leggen.
Omdat het toch maar woorden zijn.
Mijn draak
Diep in het bos hier achter mijn huis, daar woont voorwaar een draak.
Om zeven uur spuwt het monster vuur.
En iedere dag gebruik ik hem als ik de haard aanmaak.
Maandagmorgen
Wassen beelden, mensen zonder gezicht
Slepen zich verder door een natte maandagmorgen.
Gebogen hoofden in het vale ochtend licht.
Gedwongen slaven van de fabriek om voor het dagelijks brood te zorgen.
De appelaar.
Ik heb emmers mest onder de appelaar gelegd, wat zal die jongen groeien. Ik heb mijn vader uitgelegd geen klimtakken te snoeien.
Wanneer hij straks de hemel reikt, dat zal hem zeker lukken Dan klim ik boven in zijn kruin en ga ik sterren plukken.
Dan zoek ik mama op een wolk, k zal haar die sterren schenken Dan lacht ze zeker want zij ziet dat ik aan haar bleef denken.
Politici
Ik heb vandaag de wereld veranderd, een steen in de rivier gelegd
Ik heb twee vliegen dood geslagen en een kikker opgedregd.
Ik heb een wijsheidstand verloren en mijn haar wat uitgedund.
Ja, je hebt zo van die dagen dat je werkelijk alles kunt.
HET MERELTJE.
Zeg mereltje hoe mooi is het lied dat jij fluit. Zijn t woordjes of doe j het alleen voor t geluid. Je huppelt zo vrolijk en zingt zo spontaan. En toch heeft men jou een zwart pak aangedaan.
Ik hoorde je zingen toen iedereen nog sliep. Was t regen, was t regen waarop je zo riep? Maar neen t was de zon die jij hielp op te staan. En toch heeft men jou een zwart pak aangedaan.
De lorelij
t was op een mooie lentedag vroeg in de maand van mei. Een mooie vogel in mijn tuin, zong als een Lorelij. En aangetrokken door zijn zang, liep ik op de vogel toe. Ik verstond de woorden van zijn lied, hij was het leven moe.
k begrijp je niet zon prachtig weer je vliegt en je bent vrij. Wat maakt die vlucht wat maakt dat weer zo zong de Lorelij. Er hoort geen vogel naar mijn lied, k verkwijn van eenzaamheid. Ik heb geen lief en heb geen vriend, ik mis genegenheid.
Ik heb een kooi van goud kom blijf, ik wil je vriend wel zijn. Kom er maar in, ik verzorg je graag, ik vind je gezang zo fijn. Maar na een tijd geen noot geen lied, hij zong niet meer de lieve Lorelij. Een vogel hoort niet in een kooi, daarom liet ik hem vrij.
Hij vloog toen in mijn kerselaar en zong zijn een liedje fijn. En toen vanachter in de tuin, daar zong een vogel ook t refrein. Hij is het leven niet meer moe, is dat geen grote troost. Want samen met zijn Lorelij zorgt hij nu voor zijn kroost.
Schaatsen
Hij had de scheve schaats gereden en raakte even van de baan.
Zij dacht wat is daarvan de reden, zij kon dat onrecht echt niet aan.
Zij is dan ook maar scheef gaan schaatsen, hoewel zij zeer goed schaatsen kon.
Dan weer hij en dan weer zij, maar hij was t die er mee begon.
Ik heb de schuld bekende hij verloren ik schaatste als de eerste fout.
Maar zij hield nu van t schuine schaatsen en de rest dat liet haar koud.
Eenzaamheid.
Als de maan straks door de kieren gluurt. En het daglicht is verdwenen. Als het donker weer zijn geesten stuurt. En de angst mij doet verstenen.
Als de kille hand van d eenzaamheid, weer om mijn hals zal grijpen. En t gevoel van non-geborgenheid, mijn keel weer dicht zal knijpen.
Dan denk ik weer dat jij daar bent. En jij LIEVELING fluistert. Weet dan dat het nog steeds nier went. Als ik roep en jij niet luistert.
Geboren in hartje oorlog, 24 maart 1942. Als echte Antwerpenaar hou ik van mijn stad. Ik ben op rust gesteld verzekeringsinspecteur, docent verzekeringen en vul mijn tijd nu met schrijverij.
Mijn hobby's zijn Kortverhalen en gedichten schrijven en de opvoeding van mijn kleinzoontje Eliano.
Ik ben gehuwd met een prachtige vrouw, mijn schatje, Christiane. Samen hebben wij vier zonen. Sonny, Grigori, Dimitri en Kevin. Uit mijn eerste huwelijk heb ik nog een fijne zoon Yves.
***
Eliano
Een pienter en kranig baasje geboren op 2-1-2000 net geen milenium kindje.
Hij is de lieveling van bomma en bompa.
Eliano is een braaf kind dat nooit problemen geeft, integendeel ja krijgt er enkel liefde en vriendschap van.
Sinds september zit hij in het eerste klasje van de lagere school. Onlangs kreeg hij zijn eerste rapport, het was schitterend. Zij cijfers alemaal praktisch tienen en het laagste cijfer was een negen.
Niet alleen op school blinkt Eliano uit. Ook op sportief vlak mag hij er zijn. Voor hij de grote school, ging hij haast elke dag met bompa zwemmen. Hij was net vijf jaar toen hij zijn zwembrevet van 25m behaalde. Voor hij zes jaar was haalde hij zijn diploma van 400m en ook op zijn vijfde zwom hij een school marathon en zwom maar eventjes 28 lengtes. Hij kreeg een beker want hij was de enige vijfjarige die deelnam. Nu heeft hij zijn brevet van 1.000m.
Eliano is ook aangesloten bij een voetbalclub. Daar is hij doelman en lang geen slechte. Dus een sportief jongentje. Het zwemmen is de afdeling van bompa. Maar bij het voetbal is bomma zijn grootste supporter. Zowel op de training als bij een match is ze erbij en zij die nooit van voetbal hield, schreeuwd nu de longen uit haar lijf voor Eliano. Ik vrees dat zij ooit nog een hooligan wordt.
Hierna volgen een reeks gedichten die ik voor mijn hartediefje schreef.
Voor Eliano.
Als ik mijn ogen sluit en kijk naar t beeld dat dan verschijnt. Is t of een god de beiaard luidt en alle zorg en pijn verdwijnt.
Als ik in jouw blauwe oogjes kijk met lichtjes van plezier. Is t of de hemel opengaat en het paradijs ligt hier.
Als ik jouw blije kirren hoor, jouw schateren van geluk. Is t of de tijd mag stille staan tien eeuwen aan een stuk.
Als ik jou in mijn armen houd je hoofd tegen mijn wang. Dan wilde ik dat het duren kon mijn hele leven lang.
Als ik jou in je neusje knijp en daarbij teut moet doen. Is t zoentje dat je mij dan geeft meer waard dan tien miljoen.
Als ik jouw roze wangetjes zie met kuiltjes van de pret. Is t of men hier voor mij speciaal een engel heeft gezet.
Als ik jouw gekke pasjes zie jouw bang zijn voor t gevaar. Is t of ik altijd daar zal zijn om je te steunen maar.
Als ik er later niet meer ben en jij bent sterk en groot, vergeet dan nooit dat beeld van mij zo gaat bompa nooit dood. Februari 2002
Een zonnetje.
Een zoentje een knuffeltje een neusje een snuffeltje. Een velletje fijn als satijn. Een hoofdje een krulletje een kuiltje een billetje. Een mondje zo rood als karmijn.
Een klein wiggelwaggeltje een aaike een lachetje Een stemmetje helder en fijn. Een simpel zigzaggetje de zon in mijn daggetje. Een kindje dat liefde moet zijn.
Feb 2002
Update door Eliano
Mijn laatste gedicht wordt voor jou mijn jongen.
Want als de dichter stoppen moet.
Als hij zijn lied heeft uitgezongen.
En hij zijn oude kaars uitdoet.
Ik wil je nog zo veel vertellen.
Maar was druipt snel en tijd is kort.
Ik zie de jaren steeds versnellen.
Ik Schrik als het straks reeds Kerstmis wordt.
Mijn liefde heb ik jou gegeven.
Ik heb jou mijn normen bijgebracht.
Ik zal nog jaren verder leven
Want ik krijg een update als jij lacht.
Foto van Eliano
Het is zes uur jij ligt nog lekker in je bedje.
Voor mij staat jou foto, zij lacht naar mij.
Ik lach terug en krijg een binnenpretje.
Want zelfs die foto maakt mij warm en blij.
Eliano werd verliefd op de trein.
Woensdag reden samen met de trein van Antwerpen naar de Panne aan zee.
Ik samen met mijn Eliano, hij nam zijn liefste knuffels mee.
Het was gewoon voor de ervaring zo ver te rijden met de trein
Al werd het op het laatst eentonig, toch vond Eliano het wel fijn
Het weer was ons niet goed gezind er was wel zon maar zoveel wind
Te scherp aan t strand, zelfs voor mijn blije en vrolijke kind.
Dus trokken wij met schop en vlieger de hoge duinen in.
Uit de felle wind was het veel beter en zeer naar onze zin.
De Hoge Blekker de hoogste duin van heel ons land hebben wij beklommen.
Na zwoegen, ploeteren, hebben wij die trotse berg overwonnen.
Eliano groef mij in, ik kreeg kilos zand tussen mijn tanden.
Wij groeven tunnels in de mulle duin met onze blote handen.
De avond viel, het graafwerk en het feest gedaan.
Het was weer tijd om terug naar het station te gaan.
Nog even voor onze trein huiswaarts was vertrokken.
Hadden twee meisje van een jaar of twaalf ook onze coupé betrokken.
Wat deed Eliano flink zijn best om de meisjes te behagen.
Hij deelde zijn knuffeltjes en zijn snoep zij mochten alles vragen.
Wat is deze bompa toch blind, zo geweldig dom en zo naïef,
zeker als het gaat over zijn onschuldige kleine hartendief.
Want het was mij helemaal ontgaan, ik vond Eliano nog te klein.
Om even als bij toverslag op een meid van twaalf jaar verliefd te zijn.
De trein hield halt, de reis voorbij, wij liepen samen op het perron.
Ik kreeg Eliano in het oog, het ventje keek voortdurend om.
Ik slikte een lach in toen hij zei: Bompa, kan je wat trager stappen misschien.
Dan kan ik dat knappe meisje met die lange donkere haren nog eens zien.
Zeven jaar, reeds het gevoel verlieft? Dan zegt in mij een bange stem.
Dat ik mijn prille kinderjaren, waarschijnlijk toch vergeten ben.
Kinderpraat.
Deze morgen, de lentezon stond te blinken aan de azuurblauwe hemel. De roep van de natuur lokte, dus besloot ik dat wij onze eerste boswandeling gingen maken van dit jaar.
Wij zouden wel onze laarzen aantrekken, want bomma verwittigde ons dat het nog wel drassig zou zijn.
Bompa, zouden er al kikkervisjes zijn? vroeg Eliano.
Ik denk dat het nog een beetje vroeg is voor dikkopjes. Nu ja, met die opwarming van de aarde, je weet maar nooit, misschien zijn de kikkers ook wel in de war. Wij zullen voor alle zekerheid een bokaaltje meenemen.
Bomma had gelijk, het was nog modderig, maar met onze laarzen aan was dat eens zo prettig. Wij kozen de smerigste modderhopen uit om er door te ploeteren. Zowel Eliano als ik hadden leut in het zompende geluid van onze wegzinkende laarzen en het dretsen van de opvliegende slijkspetters in onze gezichten. Na een poosje zagen wij eruit als twee zwaar gecamoufleerde paras.
Ondertussen vertelde ik mijn kleine soldaatje van alles en nog wat over de ontluikende natuur.
Aan de stand van de zon merkte ik dat het tijd was om huiswaarts te keren. Elianos buikje vertelde trouwens hetzelfde verhaal. Wij sneden nog vlug wat takken wilgenkatjes af voor bomma.
Nu was het zijn beurt om te vertellen. Hoe hij erop kwam weet ik niet maar zo ging zijn verhaal.
Weet je bompa?
Zo begint hij altijd als hij nogal veel kwijt wil en hij in zijn hoofd nog het een en ander aan het samenvatten is.
Wat moet ik weten jongen?
Weet je dat er iemand is die zo rijk is dat hij iedere mens op aarde één euro kan geven?
Ik heb daarover gelezen in de krant.
Hoeveel moet die man dan bezitten bompa?
Zon goede zeven miljard euro.
Weet je bompa, die kan alles kopen wat hij wilt. Huizen met honderd verdiepingen, villas een vliegdekschip.
Ik knik, hij kijkt zoekend rond.
Neem nu die boom.
Hij wijst mij naar een enorme beuk.
Die boom, dat is voor hem een fluitje van één cent.
Ik bekijk de boom, denk aan de rijkaard en de beeldspraak, maar ik zie de kerel nog niet direct op de woudreus blazen. Eliano merkte dat ik lachte.
Neen bompa, ik meen het hoor. Die man komt hier en zegt, ik wil die boom, en hij koopt hem. Veel geld is niet altijd praktisch. Als je heel rijk was, zou je dan veel antiek kopen bompa?
Ja, ik hou wel van antiek.
Zie je wel, dat is dom. Hoe oud is antiek?
Heel oud, meer dan honderd jaar.
Meer dan honderd jaar? soms wel duizend jaar. Neem je koopt een boekenkast. Je steekt er je boeken in, dan valt die in elkaar.Waarom, omdat die oud en versleten is en van oude bomen van meer dan honderd jaar is gemaakt. Het zou zelfs kunnen dat ze al ineen zakt voor je er boeken inzet. Dan moet je er een nieuwe kopen, en nog eens, en weer eens, tenslotte is al je geld op en dan kun je geen euro meer geven aan al de mensen van de wereld.
Daar had hij wel een punt.
Wij waren thuis. Ik zette de katjes in een antiek vaasje dat ik nog van mijn moeder erfde. Ik deed het zeer voorzichtig, omdat het oude ding niet zou in elkaar storten.
Den Bompa.
Voor Eliano, mijn kleinzoontje.
Als ik mijn ogen sluit en kijk naar t beeld dat dan verschijnt,
Is t ofeen god de beiaard luid en alle zorg en pijn verdwijnt.
Ik weet echt en vast en zeker, ik ben opnieuw, opnieuw verliefd
Den bompa
Eliano heeft de griep.
Een tuiltje bont van crêpepapier.
En purperen rozen op de kast.
Geknipt, geplakt met veel plezier.
Gemeten tot het allemaal in elkander past
Neen, bompa zo moet je dat doen.
ik krijg weer mijn knutselles.
Van mijn zieke betweter kapoen.
Ik leer nu ook al tellen, want vier plus twee is zes .
Straks is zijn griep genezen.
Dan ben ik weer een tijd alleen.
Zit dan droef in mijn krant te lezen.
En eenzaam te genieten van de stilte om mij heen
Eliano, mijn jeugd mijn zegen.
Eliano heeft mij helemaal opgeslokt hij heeft mij opgegeten.
Hij houdt een stukje in zijn hart om mij niet te vergeten.
Een deel bewaart hij in zijn bloed daar zitten al mijn genen.
De slechte spuwt hij maar beter uit, de goede mag hij lenen.
Ik moet bekennen, ook op mijn beurt, heb ik Eliano opgegeten
Vooral het deeltje kind en jeugd, daar was is door bezeten.
Eliano is geen egoïst ik heb van hem een schat gekregen.
Hij houdt mij nu al jaren jong, zijn jeugd is ook mijn zegen.
Kusjes geven aan Eliano.
Trippel, trappel, in de kamer.
Trippel, trappel, in mijn hart.
Tikke, tikke, tikt je hamer.
Tikke, tikke, tikt mijn hart.
Snikke, snikke, dikke tranen.
Snikke, snikke, ween jij hard.
Snikke, snikke, stoute hamer.
Snikke, snikke, weent mijn hart.
Kusjes, kusjes, bompa geven.
Kusjes, kusjes, honderd kusjes,duizend kusjes voor mijn part.
Kusjes, kusjes, voel hem beven.
Kusjes, kusjes, toe nog even
en van liefde beeft mijn hart.
Mijn kleine manneke
Het kleine manneke dat naast mij op de sofa zit, kijk onschuldig voor zich uit
Ik ken die blik van t kleine manneke ik weet wat dat beduidt.
Dan plots als getroffen door de bliksem vliegt t kleine manneke op mij af.
Hij slaat zijn armpjes op mijn nek, ik roep. das onverwacht, hé kleine manneke dat is laf.
Maar t kleine manneke luistert niet hij worstelt en hij grijpt mij bij de oren.
Pasop maar kleine manneke, want bompa geeft zich lang nog niet verloren.
Wij vallen vechtend van de bank, ik rol met t kleine manneke op de grond
Ons bomma kijft en tiert. Kleine manneke, bompa, jongens, jullie maken het weer bont!
Dan even later, is de vechtpartij voorbij en t kleine manneke zit hijgend aan mijn zij.
Hij kijkt onschuldig voor zich uit, ik ken die blik daar gaan wij weer, ik en t kleine manneke van mij.
Den bompa
Zware ruzie met Eliano.
Wij zitten koppig voor ons uit te staren.
Hij kijkt naar mij, ik wend mij af.
Ik wil van toegeven niet gebaren.
Dat is nu zijn verdiende straf.
En zeg nu zelf heb ik geen gelijk
Hij vindt van niet maar ik weet het zeker.
Dat ik het er toch het meest op lijk.
Ik wacht wel af hij wordt wel weker.
De klok tikt traag het blijft maar duren.
Ik houd mij sterk ik geef niet toe.
Ik zit boos naar het plafond te turen.
Maar hij wordt het uiteindelijk moe.
Kom bompa laat ons verder spelen.
Ik vind die ruzie echt niet fijn.
Ik zit mij hier vreselijk te vervelen.
Bompa t is goed, jij mag nu Zorro zijn.
en bompa.
Flaneren met Eliano
Wij gingen weer eens wandelen.
Samen naar de Scheldestad.
Het bruiste er van t lenteleven.
Weer een fijne voorjaarsdag gehad.
Lekker langs de Meir flaneren.
Jij rent rond t standbeeld van, Van Dijk.
Ik zie een oude buur passeren.
Hij wuift, ik knik hij loopt voorbij.
Dan op de markt een massa volk
t Is ook een vroege lentedag.
De vogels, kippen en konijnen.
Jij aait een eendje en ik lach.
t Zijn allemaal van die simpele dingen.
Die een mens normaal niet ziet.
In een drukke straat samen een liedje zingen.
Simpele dingen; waarvan ik nog het meest geniet.
Den Bompa.
Ik was er enkel voor jou Eliano
Wat gaat het toch snel, nu jij steeds groter wordt
Straks ga jij alweer naar de eerste klas.
Jou weken te lang de mijne te kort.
Mijn leven is bijna voorbij het jouwe begint pas.
Elke tik dat mijn hart tikt, tikt het voor jou.
Het leven raast als een storm voorbij.
Ik ben de zonsondergang jij de ochtenddauw.
Kom geniet mee van elke najaarsdagdag met mij.
Als de nacht komt en de zon machteloos sterven moet.
Maar door vruchtbare dauw er nieuw leven ontstaat.
Weet ik zeker, mijn leven had zin en was goed.
Daar het door jou, lieve schat onverwijld verder gaat.