Hallo beste lezers.
Ik ben Roger Van Goethem, uw gastheer.
Vorig jaar is mijn vierde boek verschenen.
Het boek heeft de veelbelovende tittel
‘Erop en erover’ Het is een verzameling van
ludieke verhalen en kwajongensstreken uit mijn jeugd.
Mijn vorige werken zijn: ‘De trap der wijsheid’, een jeugdroman, ‘Pinkske’ een kinderboekje, en ‘De zevende hemel’ een bikkelharde misdaadroman.
Elianos oom heeft vorige week een konijntje gekocht. Het heet Snuffeltje.
O! Bompa, wat een lief klein konijntje, zei klein manneke.
Het is zon klein pluizig ding. Ik vind het zelf ook schattig.
Woensdagavond was het zover.
Bompa, mag ik ook een konijntje?
Ik keek hem nietszeggend aan, hoewel ik op dat moment al wist dat er een konijntje zou komen.
Please bompa?
De bomma die aan de andere kant van de zetel zat knikte achter zijn rug naar mij.
Ik had niet anders verwacht, want wat zou zij haar zonnetje weigeren. Daarom zei ik:
Elianoke, dat moet je aan de bomma vragen. Wetende wat het antwoord zou zijn.
Het mag van bomma!
Dan zal ik er eens over nadenken,plaagde ik.
Goed, je krijgt een konijntje zei ik onmiddellijk daarna.
Joepie, gaan wij er eentje kopen, waar oom Grigori Snuffeltje gekocht heeft?
Neen, want hij heeft er 15 euro voor betaald en dat vind ik te veel, en daarbij, ik wil een hangoor konijntje.
Dus wij op het net, zoeken bij kapaza. Wat een keuze!
Slachtkonijnen las klein manneke bij een aanbieding.
Wat bedoelt men daarmee? vroeg hij.
Niets van aantrekken dat zijn niet die welke wij zoeken, ontweek ik
O! Kijk hier wat snoezige,wees hij.
Inderdaad het waren dotjes, hangoortjes voor 5 euro.
Vlug de verkoper gebeld.
Het was wel een adres op een 40 km van mijn huis.
Het was een vriendelijke dame die ons de fotos van
Het hele nestje doormailde, waaruit wij dan het
mooiste mochten kiezen. Bovendien werkt de mevrouw in Antwerpen waar wij dan ergens afspreken om de diertjes te halen.
Klein manneke koos een grijs en de bomma, jaloers als ze was koos er een tweede, een bonte angora net een lapjeskatje.
Tegen het einde van volgende week mogen de kleintjes pas van de moeder weg. Zolang moet klein manneke nog geduld hebben en dat is moeilijk. Wel tien keer per dag vraagt hij waarom de konijntjes nu nog niet kunnen komen.
Zeg bompa, zei hij gisteren avond, Als wij dat moedertje nu eens mee kochten, dan moesten wij toch niet langer wachten.
En die andere vijf kleintjes dan?
Die kunnen wij toch ook kopen bompa.
Gisteren nacht had ik een verschrikkelijk nachtmerrie. Ik was een gigantische wortel, honderden konijnen met vlijmscherpe tanden zaten mij na. Telkens verschanste ik mij achter een dikke deur. Maar de hongerige monsters knaagden er telkens weer een gat in.
Klein manneke riep altijd maar.
Zie je wel bompa dat ze al van hun moeder weg mogen!
Na ons stevig middagmaal vertrokken wij met de bus naar t Sint-Anneke .
De donkere tunnel konijnenpijp door. De konijnenpijp werd gegraven eind jaren dertig. Zijn naam heeft deze tunnel te danken omdat hij zo smal en lang is en werkelijk het enge gevoel geeft alsof je in een konijnenhol zit. Hij heeft maar twee rijvakken. Hij is af te raden aan mensen met claustrofobie.
Zitten wij nu echt helemaal onder de Schelde bompa?
Ja, pluisje.
Dan zwemmen er nu haaien boven ons hoofd, zoals in aquatopië.
Neen, zotteke, in de Schelde zitten er geen haaien.
En octopussen, en piranhas, of pijlstaartroggen?
Hij begon nu alle gevaarlijke vissoorten die hij kende op te noemen.
Toen ik het beu werd om telkens neen te knikken zei ik:
Neen Eliano, enkel kabouters te paard met melkflessen op hun hoofd.
Gekke bompa, paarden hebben geen vinnen,zei hij lachend.
Uiteindelijk waren wij de tunnel uit. Wat later stopte de bus aan het strand van t Sint Anneke
Wij kuierden samen langs het ongeveer één kilometer lange strand. Beneden aan de waterskant was het slip zwart en vies van de geloosde olie. Enkele zeilscheepjes tekenden hun witte zeilen in het donkere water. Aan de overkant van de rivier schilderde, de kathedraal, de trots van de Antwerpenaar, zijn rijzige gestalte in de azuurblauwe lucht. Antwerpen is pittoreske van op de linker Schelde oever, ik ben nog altijd verliefd op mijn stad met haar rijke verleden. Wij zitten naast elkaar in het zand, klein manneke en ik. Ik vertel hem over Antwerpse geschiedenis, uren lang als het mag, en Eliano is een aandachtige luisteraar, met honderden vragen. Die mij steeds weer op een nieuw verhaal brengen.
Kom ik had beloofd dat je mocht mini golven,zei ik ten slotte.
Tof in den hof! riep hij, met een uitroep die ik hem geleerd had.
Aan het golfterreintje is een gezellige taverne verbonden. Ik zat rustig met een drankje aan de kant, terwijl klein manneke er met zijn golfstick op los sloeg. Hij was de enige speler op het terrein, dus hij had tijd en plaats genoeg vond hij
Eliano, het is geen baseball hoor, zei ik omdat ik bang werd voor de glazen en de hoofden van de andere consumenten, die bang zaten toe te kijken naar het jong geweld.
Kijk jongen, bompa zal het nog eens voordoen.
Ik sloeg voorzichtig tegen het golfballetje, niet hard genoeg om voorbij de hindernis te geraken.
Zie je nu wel bompa, zo gaat dat immers niet vooruit. Kijk je moet niet door maar over die molen meppen.
Hij voerde daad bij het woord en gaf het balletje zon dreun dat het ver weg buiten het golfterrein ergens tussen het gras terecht kwam.
Ga het nu maar zoeken, want als het verloren is moet bompa vijftig euro boete betalen. Loog ik.
Vijftig euro, o my God, daar moeten wij een week eten mee kopen,riep hij naar een paar mensen die van het lenteweer genoten en mij hierna medelijdend aankeken.
O my God, had hij op tv gehoord, het is weer de grote mode bij de jeugd.
Ga maar vlug zoeken kom, of bompa zal nog van honger omkomen,antwoordde ik schaapachtig naar de zonnekloppers kijkend.
Het duurde heel lang voor hij zijn balletje terug had gevonden, met als gevolg dat hij het nu wat rustiger aan ging doen.
Telkens hij een hole geput had, kwam hij met zijn scorekaart naar mij opscheppen.
Kijk eens bompa, slechts in drie keer,blufte hij, maar hij vergat er bij te zeggen dat hij daarvoor zeker vijftig keer geoefend had.
Een mevrouw die de taverne verliet, kwam klein manneke het koekje van bij haar koffie brengen.
Zeker een dame die van die vijftig euro had gehoord dacht ik.
Toen wij terug naar huis terug keerden heb ik klein manneke verteld dat hij zo van die vijftig euro niet meer mag roepen.
Mogen de mensen dat niet weten bompa is dat dan te veel soms?
Nadat wij van De oude landen terug thuis waren, stond de bomma klaar om samen naar de markt te gaan. Iedere woensdag is het bij ons in Ekeren markt en daar gaan wij altijd Markten. Vooral de groenten en het fruit is er voordelig en daar ons bomma nog iedere dag verse groenten op de tafel tovert, mogen wij die marktdag niet missen. Stel je voor, drie kg spinazie voor 2 en 3 kg stoofprei voor 3.
Ja lieve Hollandse freakjes, bij ons stooft men prei en dient die op in een bechamelsaus. Met een lekker Koteletje erbij en bruine saus, keilekker.
Lang geleden kocht ik mijn prei over de grens bij een boer uit Ossendrecht, die man was er verwonderd over dat wij Belgen, prei stoofden, en hij zei dat men er in Nederland enkel soep van kookte.
Wij deden onze inkopen en flaneerde verder de markt af.
De grote attractie was een marktventer die een nieuw soort sladroger demonstreerde. De man was zon spraakwater dat het wemelde van het volk om zijn kraam. Hij wist zijn klanten te bespelen als een stand- up comedian.
Ik zelf had geen behoefte aan zijn product, want ik wikkel mijn gewassen sla in een keukenhanddoek en stophem in de centrifuge van mijn wasmachine, zeer efficiënt.
Klein manneke gaat niet voorbij het Marokkaans kraampje, voor hij van het ene en het andere geproefd heeft. Vooral zoetigheden, behalve dadels en vijgen, daar griezelt hij van. Noten daar is hij helemaal gek op. Zeker de Braziliaanse, wij kopen er iedere week ½ kilogram van en die worden steeds weer verslonden.
Mij krijg je niet voorbij het viskraam, ofwel koop ik ongepelde garnalen, waarvan ik enkel de kop en de staart aftrek, of een gerookte haring met kuit. Ik ben gek op de kuit, de rest van de vis werp ik weg.
Voor wij naar huis gaan, drinken wij nog wat op het plein. Ik twee trappisten, de bomma een koffie, Eliano drinkt Fanta of ice-thea.
Na ons middagmaal stonden klein manneke en ik klaar om naar Het sint Anneke te gaan.
Geboren in hartje oorlog op 24 maart 1942. Als echte Antwerpenaar hou ik van mijn stad. Ik ben op rust gesteld verzekeringsinspecteur, docent verzekeringen en vul mijn tijd nu met schrijverij.
Mijn hobby's zijn Kortverhalen en gedichten schrijven en de opvoeding van mijn kleinzoontje Eliano.
Ik ben gehuwd met een prachtige vrouw, mijn schatje, Christiane. Samen hebben wij vier zonen. Sonny, Grigori, Dimitri en Kevin. Uit mijn eerste huwelijk heb ik nog een fijne zoon Yves.
***
Wil je een origineel rijmpje of een gedicht voor de ene of andere gelegenheid.