Hallo beste lezers.
Ik ben Roger Van Goethem, uw gastheer.
Vorig jaar is mijn vierde boek verschenen.
Het boek heeft de veelbelovende tittel
‘Erop en erover’ Het is een verzameling van
ludieke verhalen en kwajongensstreken uit mijn jeugd.
Mijn vorige werken zijn: ‘De trap der wijsheid’, een jeugdroman, ‘Pinkske’ een kinderboekje, en ‘De zevende hemel’ een bikkelharde misdaadroman.
19-10-2007
1945
1945.
1945, de oorlog was voorbij en dat moest gevierd worden.
Het leek wel of de mensen niet meer konden stoppen met feesten. De vijf eerste jaren na de oorlog en ook nog begin de jaren vijftig was elke gelegenheid goed genoeg om uitbundig te fuiven. Sint-Niklaas, Kerstmis en nieuwjaar werd nadien nimmer zo intens meer gevierd.
Met de feestdagen was Hartje Antwerpen een lichtfestijn. Alle straten van de Grote Markt, tot de Dambruggestraat, kilometers lang, fonkelde in het donker de kerst verlichting. Honderden flikkerende kerstbomen veranderden de straten in een elektrisch imitatie bos. Half Antwerpen was op de been om al dat moois te bewonderen. Op de Groenplaats stond een lichtfontein dat danste op de tonen van vrolijke kerstliederen.
Ik als knaap werd vooral gefascineerd door de etalages van het grootwarenhuis GB. Ieder jaar met Sint-Niklaas werden een drietal grote uitstalramen omgetoverd in een waar sprookjesland, telkens in een ander thema. Het waren toverachtige taferelen, waarbij met behulp van mechanische poppen, het laatste nieuwe speelgoed werd tentoon gesteld. In het midden van die wondere kleurenpracht, zat statig op zijn majestueuze troon de Sint, met naast hem zijn trouwe zwarte knecht. Rond hem dartelden frêle en zacht groene voile geklede elfjes. Minuten lang stond ik met open mond naar al die magie te kijken.
Ik heb nooit begrepen hoe Sint-Niklaas het klaarspeelde, om mij even later, op de tweede verdieping op zijn schoot te zetten. Nu ja een heilige kan toveren stelde ik mijzelf gerust.
Met de belofte van het mooie speelgoed dat hij mij nog ging brengen, stuurde Klaas mij, net als de andere kinderen met een appelsien en een blikken knippertje het warenhuis in. De kakofonie van de tientallen lawaaierige speeltjes vulden het magazijn met een oorverdovend klepperend geluid.
Maar geen mens stoorde er zich aan. Niemand, want iedereen leefde toen in een eindeloze feeststemming.