De Transfagaras
Deze bergpas (7c) loopt van Pitesti, Curtea de Arges, Vidraru en Cartisara (DN1) over 90 km door het Fagarasgebergte (Karpaten), met de hoogste bergen van Roemenië (Moloveanu, 2544 m.) Het is enkel toegankelijk voor verkeer van juni tot september. Een gedeelte is het hele jaar door berijdbaar vanuit het noorden door de Baleavallei tot Lacul Balea, waar een ‘telecabina’ vanuit het noorden tot Capra Chalet, 1520 m, toeristen en bergbeklimmers naar 2.040 m hoogte tilt.
Het verkeer kruipt aan de top verder door één kilometer lange tunnel. Op een hoogte van 2.000 m dondert een reusachtige waterval, de Capra Cascada, naar de vallei. Lager loopt de weg evenwijdig aan het Vidrarustuwmeer en moet je over een imposante afdamming. Daarna volgt een nauwe bergkloof met op het einde de middeleeuwse Poenarivesting dat de toegang eeuwen bewaakte. Vlad Tepes (Dracula) zou hier verbleven hebben. Na 25 km kom je Curtea de Arges.
Ceausescu
De Transfagaras werd in vier en half jaar gebouwd door het leger. Van maart 1970 tot 20 september 1974. Naar aanleiding van de Sovjetinvasie in Tsjecho-Slowakije in 1968 besloot Ceausescu een strategische militaire weg aan te leggen om zo snel als mogelijk zijn troepen van de ene zijde van de Karpaten naar de andere kant te kunnen verplaatsen. Het werk koste een fortuin en tientallen soldaten stierven gedurende de werkzaamheden. Op 20 september opende de dictator die weg, die tot zijn val 1989 naar hem werd vernoemd.
De weg heeft geen economische waarde en is vrij van zwaar vrachtverkeer. Deze ongelooflijke en indrukwekkende ‘highway across the hill’ is er enkel nog voor de toerist. Volgens ons, met de Trollenveien in Noorwegen, de mooiste bergpas van Europa.
In 2004 deden we er twee dagen over. Overnachten, komende vanuit richting Curtea de Arges, op de parking van het Paltinuklooster (Argesului). Ook op de top is er de mogelijkheid om met de zwerfauto op een parking te overnachten. De talrijke tentjes aan het Salvamont gebouw (reddingsdienst) getuigen van een ruime belangstelling voor het bergtoerisme (www.belea-tourism.ro.)
2013
Dit jaar was het voor ons de derde maal dat we deze weg namen. We ontvluchten de Zwarte Zeekust waar de hoge temperatuur enkel leefbaar was door de koelte van de zeebries. Vanuit Vama Veche reden we in een non-stop door naar Curtea de Arges (650 km). De temperatuur was er ’s avonds nog 32 graden. In de auto 38°C.
Het klooster Argesului is een prachtig en uniek architecturaal bouwwerk. Het trekt massa’s gelovigen en toeristen. We bezochten het en overnachtten terug op de parking aan het klooster. ’s Anderdaags begonnen we met de beklimming van de rotswand.
Op de top zouden we twee dagen blijven om te recupereren van de hitte. De daar heersende bergkoelte was: dag 22°C – nacht 13°C (parking 20 lei/ 24 uur,).
De zaterdag was het op de parking een chaos. De parkwachters lieten iedereen toe (10 lei) en trokken er zich niets van aan dat het al stampvol was. De mensen zochten de bergen op omdat het in de steden te heet was.
De zondag begon onze definitieve tocht richting België. De afstand naar de Hongaarse grens was nog 350 km. De weg E68/A7 liep doorheen snelheidafremmende dorpen met kilometers lange lintbebouwing en steden (Sebiu en Arad). Na Arad konden we vignetjes kopen in de talrijke standjes langsheen de route voor alle Balkanlanden, Hongarije en Oostenrijk incluis (Roemenië handhaafde de grenscontrole want het land behoorde nog niet tot de Shengenzone en bood dus geen vrije doorgang. De vrachtwagens stonden hier dan ook nog kilometers aan te schuiven.)
Hongarije
Tot Mako, ook door lintbebouwing (40 km/h) en daarna op volle bak stoomden we over de A5 naar Boedapest, ring M0 en M7. We zochten vervolgens via de nationale baan 84 het plaatsje Sarvar op (www.sarvar.hu.) Op dit moment had hier de 33ste International vijf daagse ‘Folklore Festival’ plaats met deelname van negen landen.
Foto's Handel op de bergtop en het Argesului.
|