Genietend loop ik op de dijk - rondom mij wind en water. De sloot geeft haar geheimen prijs, ik hoor het vrolijke gekwater Van kikkers - plotsklaps stil - en van de eenden in het riet, Een kleurenspel, een aquarel, is wat mijn oog hier ziet. Groen gras met lila pluimen, de paardebloemen helder geel, De blauwe lucht waarin de grijze wolken - het is een schitterend geheel.
Genietend loop ik op de dijk, samen met mijn hond. Ze springt vrolijk om mij heen, rent uitgelaten in het rond. Vier poten in een modderpoeltje - twee ogen in een ondeugend smoeltje, Een vrolijk kwispelende staart en rennen in een sneltreinvaart. Lekker dollen, even hollen, een aai over haar spitse snuit, Daar is de brug - we moeten terug - het kleurrijke schilderij weer uit.

|