De manoel heeft een brede, ronde kop met kleine afgeronde oren, die ver uit elkaar staan. De ogen staan bijna recht naar voren. De poten zijn kort. De lange vacht is oranjeachtig zilvergrijs van kleur. Door de lange haren lijkt de manoel dikker en ronder te zijn dan andere kleine katten. Het gezicht heeft zwarte en witte markeringen, en het voorhoofd is gevlekt. De vacht op de onderzijde is langer en lichter grijs van kleur. Ook de voetzolen zijn behaard. De relatief korte, dikke staart heeft smalle, donkere ringen en een zwart puntje. De bovenzijde van de staart is zwart, de onderzijde meer bruin. Hij wordt 50 tot 65centimeter lang, met een staart van 21 tot 31 centimeter en een gewicht van 2,5 tot 5 kilogram.De manoel komt voornamelijk voor van Iran, Baluchistan en het oostelijke Kapische Zeegebied tot West-China, Tibet en Mongoliƫ. In Mongoliƫ is hij het algemeenst.