Ik hou van Almere.
Als ik over de Gooimeerdijk naar Almere Haven rijd en de zon neigt ter kimme boven de havenkom weet ik dat Almere mijn thuis is. Nooit is het landschap hetzelfde en toch is het altijd vertrouwd. Een binnenvaartschip glijdt gestaag over het zoete restant van de getemde binnenzee. Een late pleziervaarder dobbert lichtvoetig in onbestemde richting. Er hangt een ontspannende loomheid in de lucht. Het lijkt wel of de tijd hier trager verstrijkt dan aan de overkant.Rijden over de Goomeerdijk wakkert de dichtersgeest aan. Aan de ene kant van de dijk weerspiegelt het Gooimeer een historie die duizenden jaren geleden in ongereptheid ontsprong, aan de andere kant strekt zich de prille geschiedenis uit van wat drie decennia geleden toekomst was. Een stad uit het water. Zo Nederlands en zo onnederlands tegelijk. Een hoogstandje in de eeuwige strijd tegen het water. Dat is het typisch Nederlandse. Ruimte. Groen. Water. Een combinatie van uitgestrekte stedelijkheid en een herschapen natuur. Dat is het onnederlandse. Een omgekeerd Atlantis. Niet verzonken, maar verrezen op de bodem van de zee. Meneer . Even een moment van ontspanning. Het is per slot van rekening feest vandaag. Ik zat laatst in de bus over de schoonheid van Almere te mijmeren en ineen vlaag van dichterlijkheid vroeg ik aan een jongeman in rappersoutfit: Heb jij wel eens van Atlantis gehoord? Hij keek me aan of ik mijn verstand verloren had en antwoordde: Ja natuurlijk, dat is toch dat wok-restaurant bij Het Oor?
Ik liet mijn hart in Brugge
Hier ligt mijn hart ,hier in Almere. Tussen de dijken een zee van groen.
Morgen meer......
|