Beste mensen allemaal,
dit was Ludo zijn verhaal.
Hij vroeg aan mij of ik zijn dagelijkse verslagen wilde omzetten in geschreven taal,
Door die vraag voelde ik mij zeer vereerd,
en ik heb dan ook mijn best gedaan en geprobeerd,
om Ludo's tocht in een rijmverhaal te schrijven,
ik vond dat ik niet kon achterblijven,
na wat hij had gepresteerd,
vond ik dat hij op een speciale manier moest worden geëerd.
Ik hoop dat U zich bij het lezen goed hebt geamuseerd,
maar ik hoop ook dat U er iets van hebt bijgeleerd.
Aan het tot stand komen van dit verhaal,zijn vele uren van denk- en tikwerk voorafgegaan,
maar voor iemand die het presteert om duizenden kilometers te gaan,
is dit maar een peulschil, en ik heb het zeer graag gedaan.
Beste Ludo,
het is niet iedereen gegeven om zo een pelgrimstocht te doen,
daarom, nog eens een dikke proficiat,
en van ons allemaal een ferme zoen!
...
Vandaag heb ik eindelijk eens uitgeslapen, het heeft me deugd gedaan.
Ik maakte mij rustig klaar en ben naar de ontbijtzaal gegaan.
Daar heb ik genoten van een lekker ontbijt,
deze keer geen boke met choco, maar wel wat meer uitgebreid.
Om 12u30 zouden we nog eens naar de mis toegaan,
ik had dus nog wat tijd en besloot om nog even terug aan het kaarten schrijven te gaan.
Meer dan een uur hebben we aan de kathedraal zitten wachten, ons poepke deed er van zeer,
maar tot onze grote spijt deden ze geen mis meer.
Dus gingen we maar terug naar ons pension,
om te zien of men daar nog iets eten kon.
Josfina had een heerlijk menu samengesteld,
we hebben niet lang getwijfeld en het meteen besteld.
We begonnen met inktvis en brood, daarna frieten met salade, ajuin en tonijn,
dit alles doorgespoeld met een lekker glaasje witte wijn,
Meer moet dat voor een pelgrim niet zijn!!!
Na het eten heb ik nog een ferme siësta gedaan,
en rond half zeven maakte ik me klaar om naar de afspraak met die reporter te gaan.
Ondertussen kreeg ik ook nog telefoon van Gust om te vragen of ik een petje van Santiago wilde gaan kopen,
dus moest ik nog vlug even langs de winkeltjes lopen.
Om 20.00 u stipt kwam ik van de trappen van de kathedraal gegaan,
en ja hoor, daar zag ik iemand met een rode jas en rode pet op staan.
Ik zag dadelijk wie het was en ik was zo blij,
ik riep almaar door, ik wist het , ik wist het, alle mensen keken naar mij.
Als een gek liep ik de trappen af, recht in de armen van de Fons,
het was helemaal geen reporter, en lachend zei hij, was dat geen goeie mop van ons?
We omhelsden elkaar en van blijdschap lachten en huilden we tegelijk,
Ik voelde mij de koning te rijk!!!
Toen ik een beetje van de verrassing was bekomen,
stelde ik Guy en Julia aan hem voor, de mensen met wie ik samen tot in Santiago ben gekomen.
Wat hadden we veel te bespreken, alles in één keer, dat ging niet vandaag,
Maar ik zat wel met één heel grote vraag:
Hoe is Fons in hemelsnaam op het idee gekomen,
om hier naar mij in Santiago te komen?
Het antwoord was simpel, het was een idee van zijn vrouw,
die had hem gezegd dat het wel fijn zou zijn om mij te gaan opzoeken, hij mocht als hij dat wou.
En of hij dat wou, dus zo gezegd, zo gedaan,
hij is onmiddellijk naar het reisbureau gegaan.
Maar aan deze verrassing hing nog een staartje aan,
want Fons zou de volgende vier dagen samen met mij naar Finisterre gaan!!!
We hebben deze mooie avond afgesloten in ons pension,
Josfina herkende hem meteen, je zag dat ze het amper geloven kon.
Fons was hier vorig jaar ook te gast,
en nu heeft hij haar nog eens met een bezoekje verrast.
Zij trakteerde ons op drank en hapjes en taart, het kon niet op,
ik was zo blij met de komst van Fons, ik genoot er van volop!!
Tegen middernacht hebben we eindelijk afscheid genomen,
we spraken af dat hij morgenvroeg rond 8 u naar hier zou komen.
Hij zal, na Frederick, mijn tweede gids zijn,
samen met hem naar Finisterre, het idee alleen al, vind ik reuzefijn!!!
...
Het werd een redelijk slapeloze nacht,
benieuwd wat de laatste dag ons bracht.
We vertrokken om 8 u uit Monte de Gozo,
Vandaag was het de Grote dag, we kwamen aan in Santiago.
Met ons drieën gingen we op weg , allemaal met hetzelfde doel.
Binnen in mijn lichaam bruist er een gelukkig gevoel.
We hadden maar 5 km te gaan,
en al die tijd liep ik in mezelf te denken, ik heb het gedaan, ik heb het gedaan!!!
Al lachend liepen we door de poort het centrum van Santiago binnen,
zonder het te beseffen stonden we ineens voor de grote kathedraal,
met ons drieën voor het pelgrimsportaal.
En het is raar maar waar,
we voelden alleen maar blijdschap, echt waar.
Om 9u30 heb ik eerst naar Diana gebeld,
en haar het heuglijke nieuws van onze aankomst gemeld.
Daarna hebben we nog wat foto's van elkaar genomen,
zodat we ze, eenmaal weer thuis, aan gans de familie kunnen tonen.
Dan gingen we aanschuiven op de trappen om onze stempel en oorkonde te verkrijgen,
toen we die in handen hadden, konden we even niets meer gezegd krijgen.
We waren er stil van geworden en schudden elkaar de hand,
en in de inkomhal beneden aan de trappen, kocht Guy een busticket voor de terugreis naar zijn eigen land.
Ik wilde liever met het vliegtuig naar huis terug gaan,
maar toen ik hoorde dat het 985 euro zou kosten, ben ik van dat idee maar af gegaan.
Ik zou wel een andere manier om thuis te geraken zoeken,
maar eerst en vooral wilde ik nu de kathedraal gaan bezoeken.
Ik ging binnen in dat prachtige bouwwerk en knielde voor de Heer,
ik dankte hem voor alle hulp en steun op mijn tocht, elke dag weer.
Ik geloof ook echt dat er zoiets als een engelbewaarder bestaat,
je kunt hem niet zien, maar af en toe had ik het gevoel dat hij tegen mij heeft gepraat.
Ik had het gevoel dat hij steeds op mij heeft gelet,
en hij heeft mij in moeilijke momenten weer terug op de juiste weg gezet.
Voor ik de kathedraal verliet, stak ik voor iedereen van familie en vrienden een kaarsje aan,
en dan ben ik naar café-bar La Campana op zoek gegaan.
Daar zouden we graag twee dagen blijven,
en konden we eindelijk eens een rustdag nemen en ik op mijn dooie gemak mijn eindverslagen schrijven.
We konden het adres niet onmiddellijk vinden en met een diepe zucht,
lieten we het adreskaartje aan een voorbijgaand vrouwtje zien, die sprong bijna een gat in de lucht!!!
Zij stond met haar armen te zwaaien en riep aldoor: Oh wonderbaar, wonderbaar!!!
Dat is bij mij, kom volg me maar!!!
Toeval bestaat dus toch wel echt,
zeg dat ik het heb gezegd!!!
We namen twee kamers, een voor Guy en mij en de andere voor Julia,
een overvloed van weelde was het niet, maar ja,
het was er gezellig , meer hadden we niet nodig,
we hadden het al zoveel maanden sobertjes gedaan, dus was echte luxe nu ook wel overbodig.
We maakten ons klaar om naar de kathedraal te gaan,
want om 11u30 ving de pelgrimsmis aan.
De kathedraal zat overvol, en ik twijfel of het allemaal echte pelgrims waren,
een beetje eerbied dat kenden ze niet, wel veel rumoer en gestes en gebaren.
Op de trappen in de zijbeuk hebben we toch nog een plaatsje gevonden,
en konden we heel goed zien hoe ze na de mis met het grote wierookvat klaar stonden.
Na de plechtigheid begon het wierookvat doorheen de ganse kathedraal te zwaaien,
dit werd gedaan om alle slechte geuren weg te laten waaien.
Daarna zijn we de stad gaan verkennen,
want ik moest hier en daar nog iemand met een cadeautje verwennen.
Ik stapte de post binnen om 50 postzegels te gaan kopen,
die man schrok zich een bult, maar ik kan er toch niks aan doen dat ik vrienden heb met hopen!!
Ondertussen wipte ik ook enkele reisbureaus binnen,
om te zien of die voor mij een betaalbaar vliegticket konden verzinnen.
Maar het goedkoopste ticket, 445 euro, vond ik nog te duur,
dus het zal ook met de bus worden denk ik, en dat zal langer duren dan een uur!!
We gingen terug naar La Campana om te eten,
en daar hebben we lekker friet met bufsteek gegeten.
Na het diner zijn we nog naar het busstation gegaan,
zodat Guy wist aan welke opstapplaats hij moest gaan staan.
Ik vroeg ook wat een busreis naar Antwerpen mij zou kosten,
en ik was blij dat ze mij voor 130 euro uit mijn lijden verlosten.
Ik heb niet langer meer verder gezocht,
en onmiddellijk dat busticket gekocht.
Zo hoefde ik mij voor de terugreis geen zorgen meer te maken,
het zou alleen wat langer duren om thuis te geraken.
We keerden terug naar ons pensionnetje en Guy legde zich even op zijn bed,
maar ik heb me aan het schrijven van mijn postkaarten gezet.
Om 22u zijn we gaan slapen, ik was moe maar voldaan,
en ik dankte de Heer, O.L;Vrouw en de heilige Jacobus, dat alles veilig en goed was gegaan.
Morgen eindelijk een rustdag,
ik hoop dat ik er van genieten mag!!!
...
Ik sliep tot 7u15, dat was het klokje bijna rond,
maar ik voel me nu toch al terug wat meer gezond.
Het is al veel beter met mijn buik, maar nog niet helemaal gedaan,
ik hou het nog bij wat lichte kost, dan zal het wel gaan.
We gaan naar de keuken voor ons ontbijt,
maar bij het zien van zulk een stort, verging onze appetijt.
Rommel , allemaal achtergelaten door Spanjaarden en Italianen,
het mooie kookvuur hangt nog vol met saus en overgekookte resten, op de grond vinden we zelfs schillen van bananen!!!
Dit konden we niet aanzien, ik ruimde wat op en Guy poetste het vuur, maar dit konden we niet zo laten,
Guy haalde de hospita erbij want wij wilden hierover praten.
Zij vond het heel fijn dat wij hier zo van waren aangedaan,
maar voor haar was dit normaal, voor deze onaangename verrassingen kwam zij elke dag te staan.
Een echte schande is het, en ik meen het, zowaar als ik hier sta,
zulke mensen hebben het recht niet om zich een pelgrim te noemen, het zijn toeristen, ja!!!!
Na dit oponthoud zijn we dan toch maar vertrokken, maar het gaf ons geen goed gevoel,
deze mensen beseffen zeker niet dat vele van de hospita's hier de pelgrims een bed aanbieden zonder enig winstgevend doel???
Ondertussen trekken we verder door het bos en over de heuvels,
onze tocht voor vandaag is echt niet zwaar en telt ook niet al te veel euvels.
We lopen langs een baan die evenwijdig loopt met de landingsbaan van het vliegveld van Santiago.
Verderop komen we weer terecht in een eucalyptusbos,en daar komen we een oude bekende tegen, Silvio.
We passeren langs het hek van het vliegveld
en krijgen een afdaling met niet al te veel geweld;
het stappen gaat redelijk rustig maar toch vlot, dat valt me mee,
we komen ook langs de gebouwen van de Spaanse TV.
Een beetje later komen we in San Marcos-Monto do Gozo aan,
en zien direct het reusachtig monument, opgericht ter ere van het bezoek van de paus in 1999, voor ons staan.
Rond 12u kwamen we aan onze Albergue aan,
het was een enorm complex van gebouwen, en we zijn maar bij in de rij wachtenden gaan staan.
Daar hebben we nog een oude bekende, Julia, terug gezien.
We vroegen of zij in afwachting van het opengaan der deuren, op onze rugzakken wou letten misschien.
Zo konden Guy en ik ondertussen naar het reuzemonument van de twee pelgrims gaan,
zij wijzen in de richting van Santiago, en heel in de verte zie je de kathedraal al staan.
Dit geeft me toch wel een speciaal gevoel,
Santiago komt echt wel heel dichtbij, en was dat niet mijn doel???
Ondertussen zijn de deuren van de Albergue open gegaan,
we hebben de sleutel gekregen en kunnen naar onze kamer gaan.
Na het douchen hebben we alle kleren die we hadden bij elkaar genomen,
we hebben hier de luxe van een wasserette met verschillende machines, je kan je was hier zelfs stomen.
Daarna trokken we de stad in op zoek naar wat eten,
we hebben een bocadillo completo gegeten,
Dit is een half stokbrood met sla en tomaten en een schijf kaas,
daarbij nog een stuk gebakken rundvlees, hm, dat kan ik wel de baas!!!
Het was lekker en ook naar mijn buikje zijn zin,
ik had geen problemen meer en alles bleef erin.
We hebben nog wat souvenirwinkeltjes afgeschuimd,
en ondertussen heb ik ook de laatste foto's van mijn filmrolletje gepluimd.
Terug aan de Albergue besloten Julia, Guy en ik in de cafetaria nog een glaasje te gaan drinken,
en op de goede afloop van onze tocht te klinken.
Ondertussen was het 22 u geworden en hoge tijd om naar bed te gaan,
want we hadden afgesproken dat we morgenvroeg om 8 u klaar zouden staan.
Samen met ons drieën zouden we de laatste kilometers gaan
en hopelijk komen we gezond en wel in Santiago aan.
Ik kon niet direct in slaap geraken , ik heb eerst nog tot ons Heer gebeden,
voor een goed einde van mijn tocht, voor al mijn familie en vrienden en alle clubleden.
Terwijl ik stilletjes lag te bezinnen,
kwam er nog een telefoontje binnen.
Het kwam uit Mol, van den Dré,
en hij gaf mij de volgende boodschap mee:
Ludo, zorg dat je zondagavond om 20 u aan de hoofdingang van de kathedraal zal staan.
Er komt dan een reporter uit Mol van de Gazet van Antwerpen aan.
Hij zal U de laatste 4 dagen naar Finisterre vergezellen,
zodat hij nadien uw verhaal in de gazet kan vertellen.
Hij draagt een rode pet en een rode jas,
ook al geloofde ik hem niet, ik moest zorgen dat ik er was.
...
Omdat het vandaag een korte etappe was, konden we wat langer slapen,
ik stond om 7 u op , maar voelde me nog moe en slap en moest aldoor maar gapen.
Ik probeerde om een beetje te eten,
maar daarvan wilde mijn buik nog niet echt weten.
Hij maakte regelmatig een morrend geluid,
en wat ik er juist had ingestopt moest er weer terug uit.
Ik hoop dat het tijdens de dag wat beter gaat,
en besef dat ik mijn darmen vandaag beter wat rusten laat.
Gelukkig is de tocht niet al te zwaar,
maar ik wordt mijn slappe benen toch goed gewaar.
Ik ben content dat ik in een bar even wat drinken en wat rusten kan.
Hopelijk is die miserie vlug voorbij, maar voorlopig maak ik er maar het beste van.
We lopen op het gemakske verder en komen rond 12 u aan de Albergue aan.
Ook hier liggen en zitten er al veel pelgrims te wachten tot de deur zal opengaan.
Na het inschrijven kregen we een bed toegewezen,
ik ben er direct op gaan liggen en heb een rozenhoedje voor genezing gelezen.
Daarna heb ik nog een goed dutje gedaan,
rond 16 u werd ik wakker van een knorrende maag, dat bewees dat het al wat beter begon te gaan.
Veel ga ik vandaag toch niet eten, ik hou het maar bij yoghurt en een beschuit,
want als ik wat te vettig eet komt het er misschien weer uit.
Na het eten nam ik nog even mijn dagboek en mijn pen ter hand,
want ik had alweer een paar dagen achterstand.
Maar ik was er met mijn gedachten niet echt bij,
en dan zaten daar ook nog eens twee kaartende Spanjaarden, hun kabaal stoorde mij.
Ik kreeg er echt pijn van in mijn hoofd,
ik kroop vlug terug in mijn bed en heb mijn kaarsje voor vandaag maar gedoofd.