Je kunt al steeds meer dingen zeggen. Wanneer je Martijn ziet of als we het over hem hebben zeg je 'Tijn, Tijn'. Als je het over de eendjes hebt zeg je 'kaka' en als we bij het huis van Jada langsfietsen zeg je 'Jada'. Verder zeg je ook 'bal' en 'tak' en als Papa en Mama iets zeggen tegen je probeer je dat echt na te zeggen. Je doet echt je best.
We zijn benieuwd wanneer je je eigen naam kunt zeggen.....