Hallo bloggertjes,
Vandaag heb ik weer zo'n dag dat ik voor niets zin heb, dan alleen dromen en in de tuin kijken....
Vanachter de ramen gezien is het lente, maar als je buiten komt blaast er een ijzige wind. Achter de keuken, waar de blauwe regen groeit en de es staat, heeft mijn buurman nieuw gras gezaaid. Er zitten wel twintig mussen, die tuk zijn op de zaadjes. Mijn buurman gaat verschillende keren per dag de mussen te lijf, als een levende vogelverschrik. Dan vluchten de mussen in de wilg, vanwaar ze hem zitten uit te lachen. Zoals alleen maar mussen kunnen.
De wilg ziet eruit alsof hij heel lichtgroene naalden draagt. En de wind laat het sneeuwen vanuit zijn takken. Kleine, vlokkige pluisjes, die, wie weet, misschien ergens aan een nieuwe wilg beginnen.
De es doet het anders. Die ontvouwt één voor één zijn blaadjes. Heel langzaam, als kindervuistjes die open gaan.
En de perelaar, hij staat niet langer in het wit, maar is helemaal groen - als een ballerina, waarvan ze de tutu hebben weggehaald.
Als ik dan uit mijn luie stoel opsta en mijn mantel aantrek om een eindje het bos in te wandelen dan droom ik stilletjes verder al op een bank gezeten....
De wei voor mij staat vol met gele paardebloemen. 's Nachts bijt de vrieskou in de perenbloesems en de volgende morgen is het gras van de wei wit. Als ik verder wandel, trekt een haas een lijnrecht spoor naar de horizon. Ik kijk hem na, roerloos, tot ik hem niet meer zie. En voel mij op een vreemde manier ontroerd.
Dan keer ik maar terug huiswaarts en is het hoge tijd om te beginnen koken.
groetjes,
floeremutske
|